Meer samenhang nodig in energiebeleid
Het Nederlandse energiebeleid behoeft meer samenhang in de afweging tussen de doelen betaalbaarheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid. Om het doel van een volledig duurzame energievoorziening in 2050 te halen, zijn keuzes nodig van het kabinet. Deze afweging dient het kabinet in onderlinge samenhang transparant te maken, zodat duidelijk is wat de gevolgen zijn van de gemaakte keuzes.
Dit staat in het rapport "Energiebeleid: op weg naar samenhang". Dit is een terugblik op tien jaar rekenkameronderzoek naar energiebeleid (2006-2015) dat de Algemene Rekenkamer op 10 december gepubliceerd heeft.
Terugkijkend op tien jaar energiebeleid, stelt de Algemene Rekenkamer dat het beleid niet wezenlijk verandert, maar dat opeenvolgende kabinetten wel steeds andere accenten leggen. De resultaten van het beleid zijn voor betaalbaarheid en betrouwbaarheid redelijk goed. Voor duurzaamheid zijn de resultaten echter achtergebleven. Dit komt door het gebrek aan samenhang in het beleid èn door de vrijblijvende instrumenten voor energiebesparing die het kabinet inzet.
Het energiebeleid kent grote economische en financiële belangen. De uitgaven voor het bevorderen van een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening bedroegen opgeteld zo'n Euro 11 miljard in de periode 2006-2015. Daarnaast zijn er inkomsten, bijvoorbeeld uit de energiebelasting en aardgasbaten. Met fiscale regelingen zijn eveneens vele miljarden gemoeid ten laste van de schatkist.
In vergelijking tot andere EU-lidstaten bevindt Nederland zich met het realiseren van het aandeel duurzame energie in de achterhoede. De resultaten voor CO2-reductie zijn weliswaar redelijk, maar energiebesparing bleef achter bij de ambities. Door ingrepen van de minister van EZ ziet de toekomst naar 2020 er wel beter uit. De minister maakt echter niet duidelijk in hoeverre hiervoor concessies op betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie zijn gedaan.
Een voorbeeld van gebrek aan samenhang is de gasrotondestrategie: nut en noodzaak waren niet helder. Bij de goedkeuring van forse investeringen van staatsdeelneming Gasunie vanaf 2007 hebben betrokken ministeries geen gedegen analyse van alternatieven, kosten en baten uitgevoerd. Daarmee is in feite het beleidsdoel betrouwbare levering van energie niet goed afgewogen tegen het beleidsdoel betaalbare energie. In 2010 heeft de minister alsnog een studie laten uitvoeren, maar toen had de Gasunie al Euro 7,2 miljard geïnvesteerd en waren de netwerktarieven voor gas al verhoogd.
Om de samenhang in het energiebeleid te verbeteren is het nodig dat de minister van EZ eerst doelen expliciet tegen elkaar afweegt alvorens iets te kiezen. Verder zou de minister van EZ zijn beleid goed moeten monitoren en vervolgens zijn ambities, instrumenten of het budget moeten aanpassen als de prestaties tegenvallen. In vijf eerdere onderzoeken heeft de Algemene Rekenkamer vastgesteld dat kritische signalen over achterblijvende resultaten niet leiden tot aanpassingen. De achtereenvolgende ministers van EZ hielden vast aan het gunstige scenario, ook als monitoring en uitkomsten van onderzoek een ander beeld opriepen.
De minister onderstreept in zijn reactie het belang van samenhang. Dit wordt een centraal element in het Energierapport 2015 en de Energiedialoog. Wij verwachten dat ons rapport Tweede Kamer en kabinet kan helpen bij de noodzakelijke afwegingen, het stellen van prioriteiten en het maken van heldere keuzes. Daarbij dient volgens ons consequent transparant te zijn hoe die keuzes de betrouwbaarheid, de betaalbaarheid én de duurzaamheid van de energievoorziening nu en in de toekomst raken.
Dit staat in het rapport "Energiebeleid: op weg naar samenhang". Dit is een terugblik op tien jaar rekenkameronderzoek naar energiebeleid (2006-2015) dat de Algemene Rekenkamer op 10 december gepubliceerd heeft.
Terugkijkend op tien jaar energiebeleid, stelt de Algemene Rekenkamer dat het beleid niet wezenlijk verandert, maar dat opeenvolgende kabinetten wel steeds andere accenten leggen. De resultaten van het beleid zijn voor betaalbaarheid en betrouwbaarheid redelijk goed. Voor duurzaamheid zijn de resultaten echter achtergebleven. Dit komt door het gebrek aan samenhang in het beleid èn door de vrijblijvende instrumenten voor energiebesparing die het kabinet inzet.
Het energiebeleid kent grote economische en financiële belangen. De uitgaven voor het bevorderen van een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening bedroegen opgeteld zo'n Euro 11 miljard in de periode 2006-2015. Daarnaast zijn er inkomsten, bijvoorbeeld uit de energiebelasting en aardgasbaten. Met fiscale regelingen zijn eveneens vele miljarden gemoeid ten laste van de schatkist.
In vergelijking tot andere EU-lidstaten bevindt Nederland zich met het realiseren van het aandeel duurzame energie in de achterhoede. De resultaten voor CO2-reductie zijn weliswaar redelijk, maar energiebesparing bleef achter bij de ambities. Door ingrepen van de minister van EZ ziet de toekomst naar 2020 er wel beter uit. De minister maakt echter niet duidelijk in hoeverre hiervoor concessies op betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie zijn gedaan.
Een voorbeeld van gebrek aan samenhang is de gasrotondestrategie: nut en noodzaak waren niet helder. Bij de goedkeuring van forse investeringen van staatsdeelneming Gasunie vanaf 2007 hebben betrokken ministeries geen gedegen analyse van alternatieven, kosten en baten uitgevoerd. Daarmee is in feite het beleidsdoel betrouwbare levering van energie niet goed afgewogen tegen het beleidsdoel betaalbare energie. In 2010 heeft de minister alsnog een studie laten uitvoeren, maar toen had de Gasunie al Euro 7,2 miljard geïnvesteerd en waren de netwerktarieven voor gas al verhoogd.
Om de samenhang in het energiebeleid te verbeteren is het nodig dat de minister van EZ eerst doelen expliciet tegen elkaar afweegt alvorens iets te kiezen. Verder zou de minister van EZ zijn beleid goed moeten monitoren en vervolgens zijn ambities, instrumenten of het budget moeten aanpassen als de prestaties tegenvallen. In vijf eerdere onderzoeken heeft de Algemene Rekenkamer vastgesteld dat kritische signalen over achterblijvende resultaten niet leiden tot aanpassingen. De achtereenvolgende ministers van EZ hielden vast aan het gunstige scenario, ook als monitoring en uitkomsten van onderzoek een ander beeld opriepen.
De minister onderstreept in zijn reactie het belang van samenhang. Dit wordt een centraal element in het Energierapport 2015 en de Energiedialoog. Wij verwachten dat ons rapport Tweede Kamer en kabinet kan helpen bij de noodzakelijke afwegingen, het stellen van prioriteiten en het maken van heldere keuzes. Daarbij dient volgens ons consequent transparant te zijn hoe die keuzes de betrouwbaarheid, de betaalbaarheid én de duurzaamheid van de energievoorziening nu en in de toekomst raken.
Geen opmerkingen: