Dutch Solar Alliance: Hollandse zon over de grens

Een collectief van Nederlandse bedrijven en ECN brengt sinds 2015 volledige zonnecel- en modulefabrieken op de markt. Onze Hollandse propositie krijgt voet aan de grond in onder meer Qatar, Brazilië en Azië.

Tijdens een Nederlandse handelsmissie in Qatar werd in 2013 de basis gelegd voor de Dutch Solar Alliance. “Samen met ECN en een aantal andere Nederlandse Solar bedrijven haalden we een aanzienlijke order binnen”, vertelt Rob Pentinga van Tempress Systems. “Het ging om de realisatie van een pilotfabriek van ingots, wafers, cellen tot en met een moduleproductielijn bij Qatar Solar Energy. Die samenwerking maakte alle partijen sterker en dat smaakte naar meer.” Royal HaskoningDHV, Tempress en ECN zijn de kartrekkers van de alliantie, maar staan niet alleen. Diverse Nederlandse bedrijven[1] doen mee: van machinebouwers tot projectmanagers.

Veel landen willen de zon als bron van energie benutten, maar hebben zelf nog geen of nauwelijks pv-industrie. Daar springt de Dutch Solar Alliance op in. Bijzonder aan de propositie is dat Dutch Solar Alliance een totaalconcept levert met de inzet van lokale partners. Ad Schrijvers (Royal HaskoningDHV): “We ondersteunen klanten compleet bij hun ambities met zonne-energie: van het initiële plan tot een volledig operationele fabriek. Dat gaat dus verder dan technische consultancy of engineering. We verzorgen ook het overall projectmanagement, het aanvragen van vergunning en de bouw, het beheer en de inbedrijfstelling van een fabriek. Om de fabriek op lange termijn draaiende te houden, kiezen we nadrukkelijk, met een hoofdrol voor ECN,  voor ‘knowhow transfer’ richting lokale partners. Dat maakt ons aanbod aantrekkelijk. Je zou onze unieke propositie kunnen omschrijven als: de goedkoopste totaaloplossing mét lokale inbreng.”

In 2015 reisde de Dutch Solar Alliance voor ‘fact-finding’-missies naar India en Brazilië. Ad Schrijvers: “Samen met partner ECN, de RVO en de Nederlandse ambassades onderzoeken waar onze kansen liggen, hoe het Indiase en Braziliaanse systeem in elkaar zit, welke investeerders er zijn en wat zaken zijn die we moeten regelen. We moeten ons onderscheiden van grote concurrenten uit Duitsland, Zwitserland of Amerika. Op dit moment doen we veel aan relatiemanagement. We hebben een aantal goede ijzers in het vuur om in 2016 één of meer fabrieken neer te zetten. Waar we nog naar zoeken is een financiële instelling die fabrieken wil voorfinancieren. Want het maakt de Nederlandse propositie nóg sterker als we ook financiering kunnen aanbieden.”