Waarom uit een nanozonnecel zoveel meer stroom kan komen
Onderzoekers van de TU Eindhoven en FOM-instituut AMOLF laten voor het eerst in detail zien hoe ‘nanozonnecellen’ werken. Van dit type zonnecellen is bekend dat er naar verhouding veel meer elektriciteit uit kan komen dan bij reguliere zonnecellen, maar het kleine formaat laat ze lastig onderzoeken. De onderzoekers publiceren hun resultaten vandaag in het blad Nature Nanotechnology.
Nanozonnecellen zijn zeer kleine zonnecellen van een miljoenste tot een miljardste meter groot. Over de werking van dit type zonnecellen was tot nu toe weinig bekend. Ze gedragen zich volgens andere natuurwetten dan de zonnecellen op ons dak, en laten zich door hun geringe afmeting ook lastig onderzoeken. Ze zijn zó klein dat doorsnee apparatuur om metingen te doen onbruikbaar is.
AMOLF-promovendus Sander Mannen en eerste auteur van de publicatie: "Wat we bijvoorbeeld willen weten over een zonnecel is hoeveel stroom er uit de zonnecel komt als je er rood of blauw licht op schijnt. Ieder keer dat een onderzoeker zo'n meting deed bij de nanozonnecellen kwam er veel meer stroom uit dan volgens bestaande theorieën over zonnecellen mogelijk is."
"Als een structuur zo klein wordt als de golflengte van licht, dan gaat het licht dat op de structuur valt zich op een heel andere manier gedragen", legt Mann uit. "Wij zijn gewend dat licht zich als een bundel deeltjes gedraagt, maar op de nanoschaal gedraagt het zich als een golf." Het gevolg is dat nanozonnecellen in vergelijking met doorsnee zonnecellen veel meer licht absorberen dan je zou verwachten op basis van hun afmetingen, en ze krijgen een schaduw die zelfs veel groter is dan hun oppervlak. "Dat verklaart ook waarom er meer stroom uit zo'n zonnecel kan komen dan je zou verwachten", zegt Mann.
In hun artikel formuleren de wetenschappers een theorie die de golfachtige natuur van het licht combineert met de bestaande theorieën over de werking van een zonnecel. Vervolgens is de theorie experimenteel getest op een zonnecel van een enkele nanodraad. Deze heeft een oppervlakte zo klein dat er bijna een miljard van op een postzegel passen. Om van die enkele nanodraad de absorptie te kunnen meten hebben de onderzoekers een nieuwe experimentele techniek ontwikkeld.
"Absorptiemetingen op nanostructuren lukten voorheen niet omdat die structuren niet alleen veel licht absorberen, ze verstrooien ook veel licht in bijna alle richtingen", legt Mann uit. "Met behulp van een zogeheten 'integrerende bol' om de opstelling heen kunnen we nu ook dat verstrooide licht detecteren, en daardoor weten we precies hoeveel de nanozonnecel geabsorbeerd heeft." Op basis van deze nieuwe informatie kan veel meer gezegd worden over de kwaliteit van de nanozonnecel, en ook over hoe hij in de toekomst verbeterd kan worden.
Nanozonnecellen zijn zeer kleine zonnecellen van een miljoenste tot een miljardste meter groot. Over de werking van dit type zonnecellen was tot nu toe weinig bekend. Ze gedragen zich volgens andere natuurwetten dan de zonnecellen op ons dak, en laten zich door hun geringe afmeting ook lastig onderzoeken. Ze zijn zó klein dat doorsnee apparatuur om metingen te doen onbruikbaar is.
AMOLF-promovendus Sander Mannen en eerste auteur van de publicatie: "Wat we bijvoorbeeld willen weten over een zonnecel is hoeveel stroom er uit de zonnecel komt als je er rood of blauw licht op schijnt. Ieder keer dat een onderzoeker zo'n meting deed bij de nanozonnecellen kwam er veel meer stroom uit dan volgens bestaande theorieën over zonnecellen mogelijk is."
"Als een structuur zo klein wordt als de golflengte van licht, dan gaat het licht dat op de structuur valt zich op een heel andere manier gedragen", legt Mann uit. "Wij zijn gewend dat licht zich als een bundel deeltjes gedraagt, maar op de nanoschaal gedraagt het zich als een golf." Het gevolg is dat nanozonnecellen in vergelijking met doorsnee zonnecellen veel meer licht absorberen dan je zou verwachten op basis van hun afmetingen, en ze krijgen een schaduw die zelfs veel groter is dan hun oppervlak. "Dat verklaart ook waarom er meer stroom uit zo'n zonnecel kan komen dan je zou verwachten", zegt Mann.
In hun artikel formuleren de wetenschappers een theorie die de golfachtige natuur van het licht combineert met de bestaande theorieën over de werking van een zonnecel. Vervolgens is de theorie experimenteel getest op een zonnecel van een enkele nanodraad. Deze heeft een oppervlakte zo klein dat er bijna een miljard van op een postzegel passen. Om van die enkele nanodraad de absorptie te kunnen meten hebben de onderzoekers een nieuwe experimentele techniek ontwikkeld.
"Absorptiemetingen op nanostructuren lukten voorheen niet omdat die structuren niet alleen veel licht absorberen, ze verstrooien ook veel licht in bijna alle richtingen", legt Mann uit. "Met behulp van een zogeheten 'integrerende bol' om de opstelling heen kunnen we nu ook dat verstrooide licht detecteren, en daardoor weten we precies hoeveel de nanozonnecel geabsorbeerd heeft." Op basis van deze nieuwe informatie kan veel meer gezegd worden over de kwaliteit van de nanozonnecel, en ook over hoe hij in de toekomst verbeterd kan worden.
Geen opmerkingen: