ING: Nieuwe wegen durven inslaan noodzakelijk voor verminderen energieverbruik
Het Energieakkoord, dat momenteel door de Sociaal Economische Raad wordt opgesteld, moet plannen maken om een effectief beleid te realiseren dat niet alleen zorgt voor meer energie-efficiëntie, maar ook het absolute energieverbruik terugdringt. Als dit niet gebeurt, haalt Nederland de EU-doelstellingen niet om jaarlijks 1,5% efficiënter met energie om te gaan en om in 2020 16% van de energievoorziening uit duurzame energiebronnen te halen. De SER moet bij het opstellen van het Energieakkoord een duidelijke keus maken voor het promoten van producten, diensten en gedrag die energie besparen en zo het totale energieverbruik terugdringen. Dit stelt ING Economisch Bureau in een nieuwe studie die zij vandaag publiceert.
Het is van groot belang dat Nederland de EU-doelstellingen haalt want een efficiënter energiegebruik is nodig om te komen tot een betrouwbare energievoorziening en een koolstofarme economie.
De Nederlandse economie gebruikt energie steeds efficiënter. In het afgelopen decennium werd er jaarlijks 1,1% efficiënter met energie omgegaan. In anderen woorden, zonder efficiënter gebruik van energie zouden we nu circa 12% meer energie verbruiken dan 10 jaar geleden. Vooral de land- en tuinbouwsector, industrie en huishoudens gebruiken energie efficiënter, maar de transportsector boekt weinig vooruitgang.
Om het energiegebruik verder omlaag te brengen moet het Energieakkoord nieuwe wegen durven inslaan op het gebied van vraag en aanbod van producten en diensten die een efficiënter gebruik van energie stimuleren en het mobiliseren van financiering voor energiebesparing. ING roept de SER op om bij het opstellen van het akkoord rekening te houden met de volgende overwegingen:
· De wens om energie te besparen manifesteert zich binnen een context van een toenemende energiebehoefte. Het beleid in Nederland richt zich op een efficiënter gebruik van energie: individuele producten en diensten moeten zuiniger worden, maar er is geen garantie dat consumenten en bedrijven deze producten kopen. Het Energieakkoord zou zich ook moeten richten op het actief reduceren van het energiegebruik.
· Gedrag is een belangrijke factor in energieverbruik en ingesleten gedragspatronen zijn moeilijk te veranderen. Daarom moet het Energieakkoord ook met beleid en initiatieven komen om het bewustzijn omtrent energiebesparing in de maatschappij te vergroten.
· Het huidige beleid bevat vooral prikkels om het efficiënter gebruik van energie te stimuleren. De transitie naar een lage koolstofeconomie vraagt ook veel meer een sturend beleid. Het concept van een ‘witte lijst’ zoals die in de farmacie wordt toegepast verdient aanbeveling: als we dit toepassen op energiebesparing, mag een product alleen verkocht worden als aan een bepaalde mate van energiezuinigheid is voldaan. Het inperken van keuzevrijheid ligt politiek gevoelig, maar een systeem van verhandelbare ‘witte certificaten’ voor energiebesparing kan als realistische tussenfase dienen.
· Efficiënt omgaan met energie op het niveau van producten of apparaten is het laaghangende fruit. De grootste winst is te behalen in het efficiënter maken van de totale energieketen: in sommige ketens wordt slechts 11% van de energie doelmatig gebruikt. Slimme meters, energielabels die het verbruik over de hele levensduur van het product weergeven en frequente beschikbaarheid van data over energiebesparing in de verschillende sectoren van de Nederlandse economie dragen hieraan bij.
Om deze doelstellingen te kunnen realiseren, is een samenspel van investeerders en financiers van cruciaal belang. Daarbij speelt op dit moment dat investeerders een beperkt zicht hebben op de waarde creatie van energiebesparing op lange termijn en hoe dat in financieel rendement kan worden omgezet. Dat komt omdat een duidelijk raamwerk van consistent overheidsbeleid op dit moment ontbreekt.
Hans van der Noordaa, lid van de Raad van Bestuur van ING Bank: “Het mogelijk maken van investeringen en financieringen voor energiebesparing op deze schaal vergt belangrijke stappen van de financiële sector, maar ook van de overheid. Het is cruciaal voor investeerders en financiers dat zij met een lange termijn horizon van tien tot vijftien jaar kunnen opereren. Zij moeten daarvoor kunnen vertrouwen op een langlopend commitment van de overheid om energiebesparingsplannen te ontwerpen en te implementeren. Wij roepen de Sociaal Economische Raad dan ook op om in het Energieakkoord te waarborgen dat er beleid komt met een lange termijn horizon. Pas dan kunnen de publieke en private sector gezamenlijk optrekken om deze plannen waar te maken.”
Het is van groot belang dat Nederland de EU-doelstellingen haalt want een efficiënter energiegebruik is nodig om te komen tot een betrouwbare energievoorziening en een koolstofarme economie.
De Nederlandse economie gebruikt energie steeds efficiënter. In het afgelopen decennium werd er jaarlijks 1,1% efficiënter met energie omgegaan. In anderen woorden, zonder efficiënter gebruik van energie zouden we nu circa 12% meer energie verbruiken dan 10 jaar geleden. Vooral de land- en tuinbouwsector, industrie en huishoudens gebruiken energie efficiënter, maar de transportsector boekt weinig vooruitgang.
Om het energiegebruik verder omlaag te brengen moet het Energieakkoord nieuwe wegen durven inslaan op het gebied van vraag en aanbod van producten en diensten die een efficiënter gebruik van energie stimuleren en het mobiliseren van financiering voor energiebesparing. ING roept de SER op om bij het opstellen van het akkoord rekening te houden met de volgende overwegingen:
· De wens om energie te besparen manifesteert zich binnen een context van een toenemende energiebehoefte. Het beleid in Nederland richt zich op een efficiënter gebruik van energie: individuele producten en diensten moeten zuiniger worden, maar er is geen garantie dat consumenten en bedrijven deze producten kopen. Het Energieakkoord zou zich ook moeten richten op het actief reduceren van het energiegebruik.
· Gedrag is een belangrijke factor in energieverbruik en ingesleten gedragspatronen zijn moeilijk te veranderen. Daarom moet het Energieakkoord ook met beleid en initiatieven komen om het bewustzijn omtrent energiebesparing in de maatschappij te vergroten.
· Het huidige beleid bevat vooral prikkels om het efficiënter gebruik van energie te stimuleren. De transitie naar een lage koolstofeconomie vraagt ook veel meer een sturend beleid. Het concept van een ‘witte lijst’ zoals die in de farmacie wordt toegepast verdient aanbeveling: als we dit toepassen op energiebesparing, mag een product alleen verkocht worden als aan een bepaalde mate van energiezuinigheid is voldaan. Het inperken van keuzevrijheid ligt politiek gevoelig, maar een systeem van verhandelbare ‘witte certificaten’ voor energiebesparing kan als realistische tussenfase dienen.
· Efficiënt omgaan met energie op het niveau van producten of apparaten is het laaghangende fruit. De grootste winst is te behalen in het efficiënter maken van de totale energieketen: in sommige ketens wordt slechts 11% van de energie doelmatig gebruikt. Slimme meters, energielabels die het verbruik over de hele levensduur van het product weergeven en frequente beschikbaarheid van data over energiebesparing in de verschillende sectoren van de Nederlandse economie dragen hieraan bij.
Om deze doelstellingen te kunnen realiseren, is een samenspel van investeerders en financiers van cruciaal belang. Daarbij speelt op dit moment dat investeerders een beperkt zicht hebben op de waarde creatie van energiebesparing op lange termijn en hoe dat in financieel rendement kan worden omgezet. Dat komt omdat een duidelijk raamwerk van consistent overheidsbeleid op dit moment ontbreekt.
Hans van der Noordaa, lid van de Raad van Bestuur van ING Bank: “Het mogelijk maken van investeringen en financieringen voor energiebesparing op deze schaal vergt belangrijke stappen van de financiële sector, maar ook van de overheid. Het is cruciaal voor investeerders en financiers dat zij met een lange termijn horizon van tien tot vijftien jaar kunnen opereren. Zij moeten daarvoor kunnen vertrouwen op een langlopend commitment van de overheid om energiebesparingsplannen te ontwerpen en te implementeren. Wij roepen de Sociaal Economische Raad dan ook op om in het Energieakkoord te waarborgen dat er beleid komt met een lange termijn horizon. Pas dan kunnen de publieke en private sector gezamenlijk optrekken om deze plannen waar te maken.”
Geen opmerkingen: