Flansea: energie uit de golven
FlanSea is een uniek samenwerkingsverband opgezet met de steun van het IWT tussen de UGent, het Havenbedrijf van Oostende en een aantal Vlaamse bedrijven waaronder DEME Blue Energy, Cloostermans, Electrawinds, Spiromatic en Contec. Samen ontwikkelen ze de WAVE PIONEER, een golfenergieconvertor. De WAVE PIONEER is een drijvend apparaat dat energie opwekt uit de deining van golven en is specifiek bestemd voor een gematigd golfklimaat zoals dat van de Belgische kust. Op 23 april 2013 werd deze FlanSea golfenergieconvertor WAVE PIONEER officieel te water gelaten in het Zeewezendok in de haven van Oostende. Na enkele weken wordt het testapparaat verplaatst en volgt de installatie op circa 1 km voor de kust van Oostende. Tot eind 2013 zal de WAVE PIONEER uitvoerig getest worden met het oog op de verdere ontwikkeling ervan.
Om de Europese doelstellingen inzake hernieuwbare elektriciteitsproductie tegen 2020 te halen, is het voor Belgiënoodzakelijk de elektriciteitsproductie grondig te verschuiven ten voordele van hernieuwbare energietechnologieën en de hernieuwbare energieportfolio zo mogelijk te diversifiëren.
Golfenergie is de energie die in de golven op zee aanwezig is. Deze ‘blauwe’ energietechnologie vormt een optimale aanvulling op de offshore windprojecten die ons vandaag al van groene energie voorzien. In landen waar er van nature een groot golfvermogen aanwezig is (Verenigd Koninkrijk, Portugal, Ierland, Japan, Australië, VS) zijn er verschillende golfenergieconvertoren in ontwikkeling. Meerdere testcentra zijn op Europees vlak operationeel: EMEC (VK), Wavehub (Engeland), BIMEP (Spanje) enz. Onder meer in deze landen zijn er reeds verschillende financieringsmechanismen aanwezig om deze innovatieve, toekomstgericht technologie te ondersteunen.
Op initiatief van de Universiteit Gent is er in 2010 een samenwerkingsverband met Vlaamse bedrijven gevormd (DEME Blue Energy, Electrawinds, Haven Oostende, Cloostermans, Spiromatic en Contec). Het consortium diende via DEME Blue Energy op 31 maart 2010 een projectaanvraag in bij het IWT dat het FlanSea projecteen subsidiebedrag van 2,4 miljoen euro toekende. Dit onderzoeksproject loopt ongeveer drie jaar.
De diversiteit en kennis van de verschillende partners binnen het FlanSea projectteam werden efficiënt aangewend voor de bouw van de WAVE PIONEER.
In de eerste twee jaar van het project werd de expertise binnen het projectteam aangewend om diepgaand onderzoek (hydraulisch, mechanisch, elektrisch) te verrichten, een golfenergieconvertor te ontwikkelen, te bouwen en in laboratorium- en atelieromstandigheden te testen. Voor de ontwikkeling van de WAVE PIONEER werd stap voor stap gewerkt, rekening houdend met de gebruikelijke fasen van een complexe productontwikkeling. Eerst werd het concept uitgewerkt, gevolgd door testen op een schaalmodel (schaal 1:10 - labotesten in het Waterbouwkundig Laboratorium van Borgerhout). Daarna werd een proefopstelling uitgebreid droog getest in het montageatelier.
Vandaag wordt een eerste testapparaat van het huidig concept (schaal 1:2) te water gelaten. Over enkele weken zal dit testapparaat verplaatst worden en geïnstalleerd worden op 1 km van de kust van Oostende waar het onderworpen wordt aan een mild golfklimaat. Tijdens stormcondities functioneert deze testsite echter als een representatief golfbassin voor een meer offshore gelegen zeelocatie met ruwere golfcondities. Het testapparaat zal voorzien worden van allerlei meet- en registratieapparatuur om beter inzicht te krijgen in enerzijds de productie (efficiëntie) en anderzijds de belastingen en sterkte. De ‘overleefbaarheid’ van de golfenergieconvertor is hierbij een even belangrijke factor als de efficiëntie. In deze fase zal de convertor nog niet aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Doorheen het project werd veel aandacht besteed aan de functionaliteiten (flexibiliteit), de gebruikte materialen (robuustheid) en de validatie (meetapparatuur) van de WAVE PIONEER. Hiervoor werden onder meer bijkomende testen uitgevoerd met een vereenvoudigde vlotter om inzicht te verkrijgen in bepaalde mechanische componenten zoals het intredestuk (slijtageverschijnselen). Tevens werden de elektrische componenten, inclusief de bijhorende aansturing, grondig in labo en atelier uitgeprobeerd alvorens die werden ingebouwd in de boei.
Bij de ontwikkeling van de golfenergieconvertoren hebben andere ontwerpers en ontwikkelaars zich vooral gericht op zones in de zee met grote golven, dus met veel golfenergie. In deze regio’s treden echter ook vaak agressieve stormen op. Deze stormgolven oefenen een grote kracht uit op de golfenergieconvertoren, waardoor er hoge eisen aan de structurele sterkte en de verankering gesteld worden. FlanSea richt zich op de meer gematigde golfklimaten, met als voorbeelden het zuidelijk deel van de Noordzee.
Om de Europese doelstellingen inzake hernieuwbare elektriciteitsproductie tegen 2020 te halen, is het voor Belgiënoodzakelijk de elektriciteitsproductie grondig te verschuiven ten voordele van hernieuwbare energietechnologieën en de hernieuwbare energieportfolio zo mogelijk te diversifiëren.
Golfenergie is de energie die in de golven op zee aanwezig is. Deze ‘blauwe’ energietechnologie vormt een optimale aanvulling op de offshore windprojecten die ons vandaag al van groene energie voorzien. In landen waar er van nature een groot golfvermogen aanwezig is (Verenigd Koninkrijk, Portugal, Ierland, Japan, Australië, VS) zijn er verschillende golfenergieconvertoren in ontwikkeling. Meerdere testcentra zijn op Europees vlak operationeel: EMEC (VK), Wavehub (Engeland), BIMEP (Spanje) enz. Onder meer in deze landen zijn er reeds verschillende financieringsmechanismen aanwezig om deze innovatieve, toekomstgericht technologie te ondersteunen.
Op initiatief van de Universiteit Gent is er in 2010 een samenwerkingsverband met Vlaamse bedrijven gevormd (DEME Blue Energy, Electrawinds, Haven Oostende, Cloostermans, Spiromatic en Contec). Het consortium diende via DEME Blue Energy op 31 maart 2010 een projectaanvraag in bij het IWT dat het FlanSea projecteen subsidiebedrag van 2,4 miljoen euro toekende. Dit onderzoeksproject loopt ongeveer drie jaar.
De diversiteit en kennis van de verschillende partners binnen het FlanSea projectteam werden efficiënt aangewend voor de bouw van de WAVE PIONEER.
In de eerste twee jaar van het project werd de expertise binnen het projectteam aangewend om diepgaand onderzoek (hydraulisch, mechanisch, elektrisch) te verrichten, een golfenergieconvertor te ontwikkelen, te bouwen en in laboratorium- en atelieromstandigheden te testen. Voor de ontwikkeling van de WAVE PIONEER werd stap voor stap gewerkt, rekening houdend met de gebruikelijke fasen van een complexe productontwikkeling. Eerst werd het concept uitgewerkt, gevolgd door testen op een schaalmodel (schaal 1:10 - labotesten in het Waterbouwkundig Laboratorium van Borgerhout). Daarna werd een proefopstelling uitgebreid droog getest in het montageatelier.
Vandaag wordt een eerste testapparaat van het huidig concept (schaal 1:2) te water gelaten. Over enkele weken zal dit testapparaat verplaatst worden en geïnstalleerd worden op 1 km van de kust van Oostende waar het onderworpen wordt aan een mild golfklimaat. Tijdens stormcondities functioneert deze testsite echter als een representatief golfbassin voor een meer offshore gelegen zeelocatie met ruwere golfcondities. Het testapparaat zal voorzien worden van allerlei meet- en registratieapparatuur om beter inzicht te krijgen in enerzijds de productie (efficiëntie) en anderzijds de belastingen en sterkte. De ‘overleefbaarheid’ van de golfenergieconvertor is hierbij een even belangrijke factor als de efficiëntie. In deze fase zal de convertor nog niet aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Doorheen het project werd veel aandacht besteed aan de functionaliteiten (flexibiliteit), de gebruikte materialen (robuustheid) en de validatie (meetapparatuur) van de WAVE PIONEER. Hiervoor werden onder meer bijkomende testen uitgevoerd met een vereenvoudigde vlotter om inzicht te verkrijgen in bepaalde mechanische componenten zoals het intredestuk (slijtageverschijnselen). Tevens werden de elektrische componenten, inclusief de bijhorende aansturing, grondig in labo en atelier uitgeprobeerd alvorens die werden ingebouwd in de boei.
Bij de ontwikkeling van de golfenergieconvertoren hebben andere ontwerpers en ontwikkelaars zich vooral gericht op zones in de zee met grote golven, dus met veel golfenergie. In deze regio’s treden echter ook vaak agressieve stormen op. Deze stormgolven oefenen een grote kracht uit op de golfenergieconvertoren, waardoor er hoge eisen aan de structurele sterkte en de verankering gesteld worden. FlanSea richt zich op de meer gematigde golfklimaten, met als voorbeelden het zuidelijk deel van de Noordzee.
Geen opmerkingen: