Evaluatie gedragscode wind op land: meeste ontwikkelaars laten omwonenden participeren
Acht op de tien projectontwikkelaars laten omwonenden participeren in de totstandkoming van nieuwe windmolens. Dat blijkt uit de eerste evaluatie van de Gedragscode draagvlak en participatie wind op land, uitgevoerd door adviesbureau Bosch & Van Rijn. In vrijwel alle projecten voor windenergie kunnen mensen financieel participeren. Op die manier voelen burgers zich meer betrokken bij windprojecten.
De code is in september 2014 ondertekend en geldt formeel alleen voor projecten die op dat moment nog een vergunning moesten krijgen. Toch hebben de ondertekenaars ervoor gekozen om in de evaluatie alle lopende windprojecten onder de loep te nemen. Hierdoor ontstaat een goed beeld van de manier waarop er nu wordt omgegaan met de uitgangspunten van de Gedragscode. Daarmee kunnen de ondertekenaars aan de slag om de Gedragscode beter in de praktijk te brengen.
Mede door deze keuze komt uit de evaluatie naar voren dat in de helft van de projecten omwonenden pas tijdens het project en niet vanaf het allereerste begin goed worden betrokken. Hier ligt een van de belangrijkste uitdagingen voor de ontwikkelaars. Zij kunnen omwonenden echter alleen goed betrekken als ook de betreffende overheden een actievere rol nemen. Alleen als overheden, ontwikkelaars en natuur- en milieuorganisaties samen de omgeving betrekken kan Nederland snel bouwen aan een duurzame energievoorziening.
Met de Gedragscode willen de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), Greenpeace, Natuur & Milieu, de Natuur- en Milieufederaties, Milieudefensie en ODE Decentraal de betrokkenheid van burgers bij nieuwe projecten voor windenergie versterken. De ondertekenaars gaan aan het werk met de resultaten en aanbevelingen uit het rapport. Zij nodigen partijen die (nog) niet zijn aangesloten bij de Gedragscode uit om in gesprek te gaan over de resultaten. Het doel is om de acceptatie te verhogen door de omgeving in de toekomst nog beter te betrekken bij windprojecten.
In september 2014 ondertekenden NWEA, Greenpeace, Natuur & Milieu en de Natuur- en Milieufederaties de Gedragscode draagvlak en participatie wind op land. In 2015 sloten Milieudefensie en ODE Decentraal zich bij deze code aan. De code bevat een aantal richtlijnen waaraan initiatiefnemers in samenwerking met bevoegd gezag en natuur- en milieuorganisaties zich dienen te houden. Het achterliggende doel is acceptatie door de omgeving te verhogen en windprojecten op een goede manier in te passen in de omgeving. De gedragscode is onder meer te vinden op de website van NWEA.
De code is in september 2014 ondertekend en geldt formeel alleen voor projecten die op dat moment nog een vergunning moesten krijgen. Toch hebben de ondertekenaars ervoor gekozen om in de evaluatie alle lopende windprojecten onder de loep te nemen. Hierdoor ontstaat een goed beeld van de manier waarop er nu wordt omgegaan met de uitgangspunten van de Gedragscode. Daarmee kunnen de ondertekenaars aan de slag om de Gedragscode beter in de praktijk te brengen.
Mede door deze keuze komt uit de evaluatie naar voren dat in de helft van de projecten omwonenden pas tijdens het project en niet vanaf het allereerste begin goed worden betrokken. Hier ligt een van de belangrijkste uitdagingen voor de ontwikkelaars. Zij kunnen omwonenden echter alleen goed betrekken als ook de betreffende overheden een actievere rol nemen. Alleen als overheden, ontwikkelaars en natuur- en milieuorganisaties samen de omgeving betrekken kan Nederland snel bouwen aan een duurzame energievoorziening.
Met de Gedragscode willen de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), Greenpeace, Natuur & Milieu, de Natuur- en Milieufederaties, Milieudefensie en ODE Decentraal de betrokkenheid van burgers bij nieuwe projecten voor windenergie versterken. De ondertekenaars gaan aan het werk met de resultaten en aanbevelingen uit het rapport. Zij nodigen partijen die (nog) niet zijn aangesloten bij de Gedragscode uit om in gesprek te gaan over de resultaten. Het doel is om de acceptatie te verhogen door de omgeving in de toekomst nog beter te betrekken bij windprojecten.
In september 2014 ondertekenden NWEA, Greenpeace, Natuur & Milieu en de Natuur- en Milieufederaties de Gedragscode draagvlak en participatie wind op land. In 2015 sloten Milieudefensie en ODE Decentraal zich bij deze code aan. De code bevat een aantal richtlijnen waaraan initiatiefnemers in samenwerking met bevoegd gezag en natuur- en milieuorganisaties zich dienen te houden. Het achterliggende doel is acceptatie door de omgeving te verhogen en windprojecten op een goede manier in te passen in de omgeving. De gedragscode is onder meer te vinden op de website van NWEA.
Geen opmerkingen: