Vlaamse digitale energiemeters niet duurder dan in het buitenland
Fluvius gaf op een hoorzitting in het Vlaams parlement meer uitleg over zijn investeringsplan en de kosten van de uitrol van digitale meters. Aanleiding was een studie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) die vragen stelt over de financiering daarvan en vorige maand veel media-aandacht kreeg. Na een analyse door Fluvius blijkt de SERV enkele bedragen verkeerd te hebben geïnterpreteerd. De digitale meters in Vlaanderen zijn niet duurder dan in andere Europese landen.
In haar advies stelde de SERV begin januari 2024 onterecht dat de uitrol van digitale meters in Vlaanderen dubbel zo duur zou zijn als in het buitenland. De SERV becijferde dat de volledige uitrol 3 miljard zou kosten, maar in realiteit is dat iets meer dan 1,5 miljard. En dat is meteen ook in lijn met de gemiddelde uitrolkost in Europa.
Aan de basis liggen enkele cijfers die verkeerd werden geïnterpreteerd. De uitrol van digitale meters kostte tot eind ’22 in totaal 575 miljoen euro. En om tot het einde van de uitrol te komen, tegen eind 2029, komt daar nog 972 miljoen euro bij. Dat maakt dat de complete uitrol 1,547 miljard euro zal kosten, wat aansluit bij de gemiddelde kosten in Europa (volgens een studie van Tractebel uit 2019 die uitgaat van een gemiddelde kost van 250 euro per meter).
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen ging er onterecht vanuit dat het totaal voorziene budget in het investeringsplan enkel gerelateerd was aan de uitrol van digitale meters. Maar het bevat ook belangrijke ‘saneringskosten’ die gaan over de tijdige vernieuwing van de volledige elektriciteits- of gasaansluitingen van onze klanten, cruciaal voor de toekomstige betrouwbaarheid van de energievoorziening. Dat zijn kosten die Fluvius sowieso moet maken, digitale meters of niet. Uiteraard tracht Fluvius die saneringen wel maximaal te combineren met de plaatsing van digitale meters, om zo kostenefficiënt mogelijk te werken.
Fluvius benadrukt wel dat de internationale vergelijking van de kosten van digitale meters niet eenvoudig is. Zo zijn er zeer belangrijke verschillen in functies, technische opstelling van de meters en uitrolmodaliteiten, die uiteraard een grote impact hebben op de kosten.
In haar advies stelde de SERV begin januari 2024 onterecht dat de uitrol van digitale meters in Vlaanderen dubbel zo duur zou zijn als in het buitenland. De SERV becijferde dat de volledige uitrol 3 miljard zou kosten, maar in realiteit is dat iets meer dan 1,5 miljard. En dat is meteen ook in lijn met de gemiddelde uitrolkost in Europa.
Aan de basis liggen enkele cijfers die verkeerd werden geïnterpreteerd. De uitrol van digitale meters kostte tot eind ’22 in totaal 575 miljoen euro. En om tot het einde van de uitrol te komen, tegen eind 2029, komt daar nog 972 miljoen euro bij. Dat maakt dat de complete uitrol 1,547 miljard euro zal kosten, wat aansluit bij de gemiddelde kosten in Europa (volgens een studie van Tractebel uit 2019 die uitgaat van een gemiddelde kost van 250 euro per meter).
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen ging er onterecht vanuit dat het totaal voorziene budget in het investeringsplan enkel gerelateerd was aan de uitrol van digitale meters. Maar het bevat ook belangrijke ‘saneringskosten’ die gaan over de tijdige vernieuwing van de volledige elektriciteits- of gasaansluitingen van onze klanten, cruciaal voor de toekomstige betrouwbaarheid van de energievoorziening. Dat zijn kosten die Fluvius sowieso moet maken, digitale meters of niet. Uiteraard tracht Fluvius die saneringen wel maximaal te combineren met de plaatsing van digitale meters, om zo kostenefficiënt mogelijk te werken.
Fluvius benadrukt wel dat de internationale vergelijking van de kosten van digitale meters niet eenvoudig is. Zo zijn er zeer belangrijke verschillen in functies, technische opstelling van de meters en uitrolmodaliteiten, die uiteraard een grote impact hebben op de kosten.
Geen opmerkingen: