Ontmantelen van windturbines op zee makkelijker en duurzamer
Terwijl de bouw van windmolens op zee de komende jaren flink groeit, naderen de eerste windmolens alweer het einde van hun levensduur. Natuurlijk worden de molens zo duurzaam mogelijk ontmanteld en gerecycled. Alleen is nog niet zo makkelijk om op zee monopiles (de palen waar de windmolens op gebouwd zijn) uit de grond te halen.
Monopiles zijn in feite grote stalen cilinders, elk met een gewicht van wel een miljoen kilo. Om ze uit de zeebodem te halen worden ze afgedicht aan de bovenkant en wordt er vloeistof (zeewater) aan de bovenkant ingepompt. Dit drukt de monopile naar boven. De hydraulisch druk moet voldoende zijn om de wrijving en weerstandskrachten langs de monopile te overwinnen.
Probleem: De samenstelling van de zeebodem wisselt, en daarmee ook de krachten die nodig zijn om de palen uit de grond te halen. En met de huidige praktijk moet dat ook nog onder water gebeuren.
TKI Wind op Zee, onderdeel van de Topsector Energie, houdt zich bezig met innovaties om ervoor te zorgen dat ook de ontmanteling van windparken op een kosteneffectieve en duurzame manier plaatsvindt.
Hydraulische extractie van monopiles is één van de nieuwe methoden om monopiles uit de zeebodem te krijgen. Het project Hydraulic Pile Extraction Scale Tests (HyPE-ST) test de haalbaarheid van deze manier van verwijderen.
In de tweede helft van 2019 zijn meer dan 30 tests gedaan op kleine monopiles, onder meer in de water- en bodemgoot van Deltares in Delft. De tests zijn uitgevoerd met monopiles die 20 tot 30 keer kleiner zijn dan de palen met een diameter van 8 meter die nu in de praktijk worden gebruikt. De methode is getest op vier verschillende soorten bodem: middeldicht zand, dicht zand, medium harde klei en gelaagde grond. Daarbij is gekeken naar de volgende parameters: extractiedruk (met focus op veranderingen en pieken in druk), stromen, stapelverplaatsing, poriewaterdruk en plug verplaatsing.
Het HyPE-ST-project heeft de haalbaarheid aangetoond van de hydraulische extractiemethode voor verschillende bodemconfiguraties, maar moet nog wel verder ontwikkeld worden.
Monopiles zijn in feite grote stalen cilinders, elk met een gewicht van wel een miljoen kilo. Om ze uit de zeebodem te halen worden ze afgedicht aan de bovenkant en wordt er vloeistof (zeewater) aan de bovenkant ingepompt. Dit drukt de monopile naar boven. De hydraulisch druk moet voldoende zijn om de wrijving en weerstandskrachten langs de monopile te overwinnen.
Probleem: De samenstelling van de zeebodem wisselt, en daarmee ook de krachten die nodig zijn om de palen uit de grond te halen. En met de huidige praktijk moet dat ook nog onder water gebeuren.
TKI Wind op Zee, onderdeel van de Topsector Energie, houdt zich bezig met innovaties om ervoor te zorgen dat ook de ontmanteling van windparken op een kosteneffectieve en duurzame manier plaatsvindt.
Hydraulische extractie van monopiles is één van de nieuwe methoden om monopiles uit de zeebodem te krijgen. Het project Hydraulic Pile Extraction Scale Tests (HyPE-ST) test de haalbaarheid van deze manier van verwijderen.
In de tweede helft van 2019 zijn meer dan 30 tests gedaan op kleine monopiles, onder meer in de water- en bodemgoot van Deltares in Delft. De tests zijn uitgevoerd met monopiles die 20 tot 30 keer kleiner zijn dan de palen met een diameter van 8 meter die nu in de praktijk worden gebruikt. De methode is getest op vier verschillende soorten bodem: middeldicht zand, dicht zand, medium harde klei en gelaagde grond. Daarbij is gekeken naar de volgende parameters: extractiedruk (met focus op veranderingen en pieken in druk), stromen, stapelverplaatsing, poriewaterdruk en plug verplaatsing.
Het HyPE-ST-project heeft de haalbaarheid aangetoond van de hydraulische extractiemethode voor verschillende bodemconfiguraties, maar moet nog wel verder ontwikkeld worden.
Geen opmerkingen: