Gaswinning Groningen verlaagd tot 24 miljard kubieke meter
De gaswinning uit het Groningenveld wordt de komende vijf jaar beperkt tot 24 miljard kubieke meter per jaar. Er wordt gestreefd naar een zo vlak mogelijke winning met zo min mogelijk fluctuaties. Enkel in koude winters en indien strikt noodzakelijk mag extra gas worden geproduceerd. Dit is de kern van het ontwerpbesluit gaswinning Groningen dat minister Henk Kamp van Economische Zaken vandaag presenteerde. Het kabinet volgt hiermee de adviezen van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), Gasunie Transport Services (GTS), Technische commissie bodembeweging (Tcbb), de Mijnraad, provincies, gemeenten en waterschappen.
Minister Kamp: ‘We hebben besloten de gaskraan verder dicht te draaien naar 24 miljard kubieke meter per jaar. Het vaststellen van dit nieuwe, lagere productieniveau sluit aan bij de aanpak van de afgelopen jaren om de veiligheidsrisico’s en de schade voor de Groningers zoveel mogelijk te beperken. Deze aanpak werkt: het aantal bevingen en de zwaarte ervan is significant gedaald. Met dit besluit is de gaswinning sinds het aantreden van het kabinet in 2012 gehalveerd. In combinatie met het uitvoeren van de benodigde versterking van gebouwen, hopen we zo bij te dragen aan het herstel van vertrouwen van Groningers en een verhoogd gevoel van veiligheid.”
SodM geeft in haar advies aan dat door eerdere ingrepen in de gaswinning, het aantal aardbevingen en de zwaarte ervan significant is afgenomen. SodM verwacht dat door het productieniveau te verlagen naar 24 miljard kubieke meter per jaar en het vermijden van schommelingen in de gaswinning, het aantal aardbevingen zal afnemen. Een verdere verlaging van het productieniveau acht SodM onverstandig, omdat dan in koude winters de kans op schommelingen en daarmee de kans op aardbevingen juist zou toenemen.
Landelijke netbeheerder GTS stelt dat bij een productieniveau van 24 miljard kubieke meter per jaar, de leveringszekerheid voor Nederland in een gemiddeld jaar is gedekt. In het geval van een koudere winter dient wel maximaal 6 miljard kubieke meter aan extra gas te worden geproduceerd bovenop de stabiele productie uit het Groningenveld. Additionele productie wordt alleen toegestaan in die mate dat het jaar kouder is dan een gemiddeld jaar. De kans dat deze extra capaciteit volledig in moet worden gezet zal gering zijn.
In lijn met het advies van de Mijnraad, kiest het kabinet voor een termijn van vijf jaar voor de looptijd van het instemmingsbesluit. Met deze termijn is het goed mogelijk de effecten van de voorgenomen vlakke winning op 24 miljard te meten. Wel wordt een ijkmoment na twee jaar ingebouwd waarop bekeken kan worden of ontwikkelingen zoals nieuwverworven kennis, aanleiding geven om het productieniveau aan te passen. De looptijd van vijf jaar betekent dat er vóór 1 oktober 2021 een nieuw gaswinningsbesluit moet liggen. Vanwege het zorgvuldige proces dat moet worden doorlopen om te komen tot een nieuw instemmingsbesluit, waaronder advisering door decentrale overheden op het winningsplan, verzoekt het kabinet NAM over vier jaar een nieuw winningsplan in te dienen.
Het daadkrachtig aanpakken van de problemen in het aardbevingsgebied in Groningen blijft voor het kabinet van het grootste belang. Het kabinet heeft dan ook besloten dat het inspectieprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) onverkort wordt voortgezet. Nadat op basis van dit programma duidelijk is geworden hoeveel huizen en gebouwen daadwerkelijk moeten worden versterkt, zullen deze aardbevingsbestendig én duurzamer worden gemaakt.
Het kabinet heeft de inspraak voor burgers en lokale overheden bij besluiten rondom gas- en oliewinning verbeterd en het onafhankelijke toezicht bij mijnbouwactiviteiten versterkt, in lijn met het advies van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Zodoende was de afgelopen weken de regio in de gelegenheid zich over het winningsplan van NAM uit te spreken. Nu het ontwerpbesluit van het kabinet bekend is gemaakt, kan vanaf begin juli voor een periode van zes weken iedereen door het indienen van een zienswijze op dit besluit en de onderliggende stukken reageren. De zienswijzen worden betrokken bij het definitieve gaswinningsbesluit dat vóór 1 oktober 2016 klaar moet zijn.
Geen opmerkingen: