Kabinet kondigt extra inzet energiebesparingsplicht aan
Het kabinet scherpt de energiebesparingsplicht aan. Dat is het belangrijkste instrument voor het stimuleren van energiebesparing bij bedrijven. Ook grote energiegebruikers worden vanaf 2023 te verplicht hun energiegebruik te verduurzamen om zo de CO2- uitstoot te reduceren.
En er wordt gekeken om de plicht uit te breiden naar de glastuinbouw. Ook gaat er meer bevoegdheid en middelen naar de omgevingsdiensten om hierop te kunnen toezien. Ten slotte worden de lijsten met erkende energiebesparende maatregelen per sector geactualiseerd. Dit schrijft minister Jetten vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
De energiebesparingsplicht verplicht bedrijven en instellingen met een energiegebruik van 50.000kwh elektriciteit of 25.000m3 aardgas alle mogelijke energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Met de uitbreiding van grote energiegebruikers en het verduurzamen van het energiegebruik is het besparingspotentieel ongeveer 19 petajoule aardgas- en 7 petajoule elektriciteit in 2030. Dit is ongeveer 1,2 megaton CO2-reductie.
Voor de handhaving van de energiebesparingsplicht is het belangrijk dat er voldoende capaciteit is bij omgevingsdiensten. Sinds 2019 is er 19,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor de periode 2022-2026 wordt 56 miljoen beschikbaar gemaakt voor het versterken van de omgevingsdiensten. Om het toezicht te verbeteren past het Kabinet het zogenoemde basistakenpakket van de omgevingsdiensten aan en kunnen ze de energieverbruiksgegevens bij netbeheerders opvragen.
Onlangs kondigde het kabinet aan nationale besparingsdoelen te verkennen. Nederland heeft daarnaast vorige week in Europa aangegeven ambitieuze doelen te stellen via de Energie-Efficiëntierichtlijn. Tijdens de Energieraad is tussen lidstaten een akkoord bereikt om in 2030 9% minder energie te verbruiken in Europa ten opzichte van het geschatte verbruik in dat jaar. En er is een bindend jaarlijks doel voor ieder land om trapsgewijs naar 1,5% energiebesparing toe te werken. Deze onderhandelingen worden nog voortgezet in de Europese trilogen.
En er wordt gekeken om de plicht uit te breiden naar de glastuinbouw. Ook gaat er meer bevoegdheid en middelen naar de omgevingsdiensten om hierop te kunnen toezien. Ten slotte worden de lijsten met erkende energiebesparende maatregelen per sector geactualiseerd. Dit schrijft minister Jetten vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
De energiebesparingsplicht verplicht bedrijven en instellingen met een energiegebruik van 50.000kwh elektriciteit of 25.000m3 aardgas alle mogelijke energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Met de uitbreiding van grote energiegebruikers en het verduurzamen van het energiegebruik is het besparingspotentieel ongeveer 19 petajoule aardgas- en 7 petajoule elektriciteit in 2030. Dit is ongeveer 1,2 megaton CO2-reductie.
Voor de handhaving van de energiebesparingsplicht is het belangrijk dat er voldoende capaciteit is bij omgevingsdiensten. Sinds 2019 is er 19,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor de periode 2022-2026 wordt 56 miljoen beschikbaar gemaakt voor het versterken van de omgevingsdiensten. Om het toezicht te verbeteren past het Kabinet het zogenoemde basistakenpakket van de omgevingsdiensten aan en kunnen ze de energieverbruiksgegevens bij netbeheerders opvragen.
Onlangs kondigde het kabinet aan nationale besparingsdoelen te verkennen. Nederland heeft daarnaast vorige week in Europa aangegeven ambitieuze doelen te stellen via de Energie-Efficiëntierichtlijn. Tijdens de Energieraad is tussen lidstaten een akkoord bereikt om in 2030 9% minder energie te verbruiken in Europa ten opzichte van het geschatte verbruik in dat jaar. En er is een bindend jaarlijks doel voor ieder land om trapsgewijs naar 1,5% energiebesparing toe te werken. Deze onderhandelingen worden nog voortgezet in de Europese trilogen.
Geen opmerkingen: