Twente 'groene voedingsbodem' biobased economy
In Twente zijn de randvoorwaarden voor de biobased economy goed ingevuld, onder meer dankzij nauwe samenwerking van overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Wel is er zorg over voldoende technisch personeel om die groene toekomst vorm te geven, aldus minister Kamp van EZ vanmiddag op de Universiteit Twente.
Een terreinauto die op 25 procent biodiesel liep en 75 procent gewone diesel, daarmee reed minister Kamp op de UT-campus van de Faculty Club naar gebouw Waaier, waar het symposium ‘Biobased Economy Twente’ plaatsvond. Dit hoge percentage biodiesel betekent een belangrijke nieuwe stap voor de UT-spinoff Biomass Technology Group (BTG). Niet slechts een paar procent biodiesel bijmengen, zoals nu al aan de pomp gebeurt, maar een kwart.
Het is een uitvloeisel van het project BE2.O (Bio Energy to Overijssel), waarin de provincie Overijssel enkele miljoenen heeft gestoken. De biodiesel is uit bijvoorbeeld plantaardig afval gemaakt, niet van planten die ook voor levensmiddelen geschikt zijn. Het proces om zo te komen tot een bruikbare brandstof heet pyrolyse en is in Twente ontwikkeld en geperfectioneerd. Straks kan het niet alleen op laboratoriumschaal, maar ook in de nieuw te bouwen fabriek van BTG op grotere schaal worden geproduceerd.
Ook binnen het Green Energy Initiative (GEI) van de UT gewerkt aan ontwikkelingen die de biobased economy versterken. Onder meer in de groep Sustainable Process Technology van prof. Sascha Kersten die onderzoek doet naar biobrandstoffen: verkregen via pyrolyse maar ook door gebruik te maken van algen als grondstof. Ook de groepen Catalytic Processes and Materials van prof. Leon Lefferts en prof. Kulatuiyer Seshan, en de groep Thermische Werktuigbouwkunde (prof. Gerrit Brem) dragen hieraan bij. Hiervoor wordt momenteel een nieuw Sustainable Energy Lab opgezet. Naast ‘Energy from Biomass’ zijn ‘ICT and Smart Grids’ en ‘Advanced Materials’ en ‘Behavioral, organisational, governance and ethical aspects’ hoofdthema’s binnen GEI.
De minister is blij met deze stappen: “Het kabinet is vast overtuigd van de noodzaak van een duurzame economie. En Nederland heeft daarin een goede uitgangspositie. We zijn de nummer twee exporteur in de agrarische sector, we hebben een sterke logistieke sector, innovatieve ondernemers die met overheden samenwerken.”
Zowel de minister als gedeputeerde Theo Rietkerk van Overijssel wijzen op de rol van de topsectoren, om kennis sneller naar de markt te krijgen. “In de biobased economy zie je kruisbestuiving van verschillende topsectoren, ook die van de high tech systemen en materialen waarin Twente sterk is”, aldus Rietkerk.
Wie met een schuin oog naar Duitsland kijkt, ziet veel meer activiteit op het duurzame vlak dan in Nederland. De minister ontkent dit niet, maar wijst wel op de “massieve subsidie” die hiervoor nodig is en de lasten die dit met zich meebrengt.
De biobased economy gaat niet alleen over brandstof. We moeten over de hele linie zien, minder afhankelijk te worden van fossiele grondstoffen, ook in de industriële productie.
Twente heeft daarvoor goede papieren, bevestigt Kamp, maar het percentage omzet dat uit innovatie wordt gehaald, mag volgens hem nog wel wat omhoog. En de grootste zorg lijkt toch het menselijk kapitaal: de mensen die de groene toekomst vorm moeten gaan geven. “We moeten ervoor zorgen dat meer jonge mensen kiezen voor techniek.”
Een terreinauto die op 25 procent biodiesel liep en 75 procent gewone diesel, daarmee reed minister Kamp op de UT-campus van de Faculty Club naar gebouw Waaier, waar het symposium ‘Biobased Economy Twente’ plaatsvond. Dit hoge percentage biodiesel betekent een belangrijke nieuwe stap voor de UT-spinoff Biomass Technology Group (BTG). Niet slechts een paar procent biodiesel bijmengen, zoals nu al aan de pomp gebeurt, maar een kwart.
Het is een uitvloeisel van het project BE2.O (Bio Energy to Overijssel), waarin de provincie Overijssel enkele miljoenen heeft gestoken. De biodiesel is uit bijvoorbeeld plantaardig afval gemaakt, niet van planten die ook voor levensmiddelen geschikt zijn. Het proces om zo te komen tot een bruikbare brandstof heet pyrolyse en is in Twente ontwikkeld en geperfectioneerd. Straks kan het niet alleen op laboratoriumschaal, maar ook in de nieuw te bouwen fabriek van BTG op grotere schaal worden geproduceerd.
Ook binnen het Green Energy Initiative (GEI) van de UT gewerkt aan ontwikkelingen die de biobased economy versterken. Onder meer in de groep Sustainable Process Technology van prof. Sascha Kersten die onderzoek doet naar biobrandstoffen: verkregen via pyrolyse maar ook door gebruik te maken van algen als grondstof. Ook de groepen Catalytic Processes and Materials van prof. Leon Lefferts en prof. Kulatuiyer Seshan, en de groep Thermische Werktuigbouwkunde (prof. Gerrit Brem) dragen hieraan bij. Hiervoor wordt momenteel een nieuw Sustainable Energy Lab opgezet. Naast ‘Energy from Biomass’ zijn ‘ICT and Smart Grids’ en ‘Advanced Materials’ en ‘Behavioral, organisational, governance and ethical aspects’ hoofdthema’s binnen GEI.
De minister is blij met deze stappen: “Het kabinet is vast overtuigd van de noodzaak van een duurzame economie. En Nederland heeft daarin een goede uitgangspositie. We zijn de nummer twee exporteur in de agrarische sector, we hebben een sterke logistieke sector, innovatieve ondernemers die met overheden samenwerken.”
Zowel de minister als gedeputeerde Theo Rietkerk van Overijssel wijzen op de rol van de topsectoren, om kennis sneller naar de markt te krijgen. “In de biobased economy zie je kruisbestuiving van verschillende topsectoren, ook die van de high tech systemen en materialen waarin Twente sterk is”, aldus Rietkerk.
Wie met een schuin oog naar Duitsland kijkt, ziet veel meer activiteit op het duurzame vlak dan in Nederland. De minister ontkent dit niet, maar wijst wel op de “massieve subsidie” die hiervoor nodig is en de lasten die dit met zich meebrengt.
De biobased economy gaat niet alleen over brandstof. We moeten over de hele linie zien, minder afhankelijk te worden van fossiele grondstoffen, ook in de industriële productie.
Twente heeft daarvoor goede papieren, bevestigt Kamp, maar het percentage omzet dat uit innovatie wordt gehaald, mag volgens hem nog wel wat omhoog. En de grootste zorg lijkt toch het menselijk kapitaal: de mensen die de groene toekomst vorm moeten gaan geven. “We moeten ervoor zorgen dat meer jonge mensen kiezen voor techniek.”
Geen opmerkingen: