Steeds grotere milieuproblemen, steeds mooiere beleidstaal
Steeds groter wordende milieuproblemen gaan gepaard met steeds mooier en groter wordende retoriek in beleid. Dit is een van de conclusies van dr. Bram Büscher in zijn nieuwe boek Transforming the Frontier. Peace Parks and the Politics of Neoliberal Conservation In Southern Africa. Büscher is universitair hoofddocent Environment and Sustainable Development bij het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit (ISS).
Waar tegenstellingen tussen milieu, economische en sociale belangen steeds verder uit elkaar groeien, is milieubeleid steeds meer gericht op het combineren van zoveel mogelijk ‘wins’.
Gebaseerd op langdurig onderzoek in Zuidelijk Afrika naar grensoverschrijdende parken – ook wel ‘peace parks’ of vredesparken genaamd - concludeert Büscher in zjin boek dat steeds grotere milieuproblemen in de praktijk te lijf worden gegaan door een steeds grotere focus op beleid. “Er is dus niet alleen een ‘gat’ tussen beleid en praktijk”, aldus Büscher, “maar dit gat wordt doelbewust groter gemaakt door natuurbehoud en -beleid steeds meer te vermarkten”. Hierdoor ontstaat er een steeds grotere spanning tussen verwachtingen met betrekking tot beleid en de veelal negatieve milieu en sociale effecten van dit beleid in de praktijk.
Uit de studie blijkt dat voorstanders en private belangen van de Vredesparken wel varen bij de retoriek van de Vredesparken. Een van de voornaamste voorstanders van vredesparken, de machtige milieuorganisatie ‘Peace Parks Foundation’, krijgt bijvoorbeeld elk jaar meer dan een miljoen euro van de Nederlandse Postcode Loterij, terwijl er in de Zuidelijk Afrikaanse regio veel kritiek is op de uitvoering van hun agenda in de praktijk: zij zouden weinig respect hebben voor democratische processen en lokale bevolkingsgroepen.
Büscher stelt dat op marktwerking gestoeld natuurbeleid averechts werkt en dat de enige realistische manier om uit de huidige milieuperikelen te raken een transitie is van een markt-samenleving gericht op kwantitatieve groei, competitie over schaarse middelen en economische commercie naar een eco-sociale samenleving gericht op kwalitatieve verdeling, samenwerking rondom overvloed en sociaal en politiek welzijn.
Waar tegenstellingen tussen milieu, economische en sociale belangen steeds verder uit elkaar groeien, is milieubeleid steeds meer gericht op het combineren van zoveel mogelijk ‘wins’.
Gebaseerd op langdurig onderzoek in Zuidelijk Afrika naar grensoverschrijdende parken – ook wel ‘peace parks’ of vredesparken genaamd - concludeert Büscher in zjin boek dat steeds grotere milieuproblemen in de praktijk te lijf worden gegaan door een steeds grotere focus op beleid. “Er is dus niet alleen een ‘gat’ tussen beleid en praktijk”, aldus Büscher, “maar dit gat wordt doelbewust groter gemaakt door natuurbehoud en -beleid steeds meer te vermarkten”. Hierdoor ontstaat er een steeds grotere spanning tussen verwachtingen met betrekking tot beleid en de veelal negatieve milieu en sociale effecten van dit beleid in de praktijk.
Uit de studie blijkt dat voorstanders en private belangen van de Vredesparken wel varen bij de retoriek van de Vredesparken. Een van de voornaamste voorstanders van vredesparken, de machtige milieuorganisatie ‘Peace Parks Foundation’, krijgt bijvoorbeeld elk jaar meer dan een miljoen euro van de Nederlandse Postcode Loterij, terwijl er in de Zuidelijk Afrikaanse regio veel kritiek is op de uitvoering van hun agenda in de praktijk: zij zouden weinig respect hebben voor democratische processen en lokale bevolkingsgroepen.
Büscher stelt dat op marktwerking gestoeld natuurbeleid averechts werkt en dat de enige realistische manier om uit de huidige milieuperikelen te raken een transitie is van een markt-samenleving gericht op kwantitatieve groei, competitie over schaarse middelen en economische commercie naar een eco-sociale samenleving gericht op kwalitatieve verdeling, samenwerking rondom overvloed en sociaal en politiek welzijn.
Geen opmerkingen: