Ads Top

Bedrijven zoeken oplossingen voor netcongestie en energiecrisis

Het Nederlandse stroomnet zit vol, waardoor bedrijven de noodzakelijke overstap van fossiele brandstoffen naar groene energie in gevaar zien komen. Toch kunnen bedrijven netcongestie en nieuwe energiecrises zelf oplossen met tal van slimme maatregelen. Van collectieve energiehubs tot batterijen en andere opslag, van energiebesparing tot efficiënter gebruik van groene stroom.

Door de massale elektrificatie van Nederland en de explosieve groei van zonne-energie installaties (huidig vermogen 18.849 megawattpiek), warmtepompen (dit jaar +60 procent) en laadpalen (inmiddels 500.000), zit het net vol.

Nieuwe bedrijven die veel stroom gebruiken worden in Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Utrecht, Flevoland, Zeeland en Noord-Holland en een groot deel van de haven van Rotterdam niet meer aangesloten en komen op een wachtlijst.

Volgens koepel Netbeheer Nederland is er een wachtlijst voor 105 gigawatt aan stroomaanvragen. De geplande miljardeninvesteringen in uitbreiding van het net zijn niet voldoende om dat op te lossen.

Toch zijn er tal van slimme oplossingen, die al in de praktijk worden toegepast. Bedrijven kunnen overschotten van opgewekte zonne-energie van hun eigen dak of carports gebruiken om hun eigen elektrische wagenpark op te laden. Dat hoeft dan niet aan het net geleverd te worden. De wagens dienen in tijden zonder zon of bij hoge stroomvraag weer als rijdende batterijen die elektriciteit terug leveren.

Overtollige groene stroom kan ook opgeslagen worden in waterstof, waar later weer stroom mee wordt gemaakt. Of in batterijen. Die zijn er in allerlei vormen en maten. Zo gebruikt groente- en fruitverwerker Hessing Supervers ijswatersilo’s om de stroom van zijn zonnepanelen op het dak te bufferen. Als die teveel stroom opwekken worden de ijssilo’s extra gekoeld. Als er te weinig stroom is, koelen de silo’s af en kan die energie weer gebruikt worden voor de productielijnen.

Om het net te ontlasten en congestie op te lossen is het belangrijk dat de elektriciteit wordt gebruikt waar die wordt opgewekt. In dat kader zijn zogeheten energiehubs op bedrijfsterreinen belangrijk. Via een slim virtueel netwerk – een smart grid - worden gebruik, vraag en aanbod van stroom in beeld gebracht en verdeeld. Bedrijven die te veel groene stroom opwekken leveren dat aan de buren. Bedrijfsterreinen worden zo zelfvoorzienend en minder afhankelijk van het net. Hier bestaan al verschillende voorbeelden van in Nederland, zoals in de haven van Amsterdam en op het Schiphol Trade Park. Hierdoor ontstaat meer ruimte op het net, waardoor bedrijven of zonnedaken op de wachtlijst toch aangesloten kunnen worden.

Volgens energiebedrijf Groendus is een deel van de netcongestie nu al op te lossen. Bedrijven hebben vaak een grotere stroomaansluiting dan ze nodig hebben. Via eigen metingen kan Groendus zien dat ze maar af en toe het maximale aan stroom gebruiken, de zogeheten Piekvraag.

Groendus heeft een marktplaats voor groene energie opgezet. Op het platform bieden bedrijven met wind- en zonneparken hun (overtollige) elektriciteit aan bedrijven en instellingen aan. Ze maken onderling afspraken over prijs en leveringstermijn, dus zonder tussenkomst van een traditioneel energiebedrijf. De prijsvorming heeft geen verband met traditionele energiemarkt, waarin de prijs wordt bepaald door fossiele grondstoffen. Groendus matcht de verbruiks- en opwekprofielen van de deelnemende partijen zodanig dat er een zo hoog mogelijke gelijktijdigheid van opwek en verbruik wordt gerealiseerd.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.