Consortium North Sea Wind Power Hub presenteert 'haalbare oplossing' voor bereiken klimaatdoelen
Het internationale North Sea Wind Power Hub-consortium (NSWPH) presenteerde deze week haar onderzoeksresultaten naar de mogelijkheden en voorwaarden om één of meerdere windenergie hubs in de Noordzee te bouwen.
Het voorgestelde Hub-and-Spoke-concept geeft invulling aan de ambitie van de klimaatdoelen. De uitkomst van de onderzoeksfase: het Hub-and-Spoke-concept is technisch en economisch uitvoerbaar. Een windenergie hub van 10 tot 15 gigawatt kan de eerste stap zijn in de ontwikkeling van een of meerdere hubs die onderling en met omringende landen worden verbonden. Het consortium vraagt Nederlandse, Deense en Duitse overheden en de Europese Commissie om deze ontwikkeling gezamenlijk verder vorm te geven in consultatie met andere belanghebbenden.
Het consortium wil de grootschalige uitrol en integratie mogelijk maken van windenergie op de Noordzee, ver uit de kust. Dit probeert zij te realiseren tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten, als onderdeel van de transitie naar duurzame energiebronnen. De visie is gebaseerd op een internationaal gecoördineerde uitrol van Hub-and-Spoke projecten, waarbij windparken worden aangesloten op centraal gelegen hubs op zee.
Noordzeelanden en hubs worden met elkaar verbonden via kabels of pijpleidingen. Zo worden energiemarkten en sectoren met elkaar verbonden en wordt de windenergie slim geïntegreerd in het onshore energienetwerk, inclusief toepassing van power-to-gas. Deze aanpak heeft grote voordelen op economisch vlak en beperkt klimaat- en milieueffecten. Er worden oplossingen geboden om klimaatdoelen uit het akkoord van Parijs tijdig te behalen. Deze oplossingen zijn ook in lijn met bestaande klimaatafspraken van Nederland en Denemarken. Bovendien dragen ze bij aan de doelstelling van Duitsland om kernenergie en het gebruik van kolen uit te faseren. Het consortium onderzocht de mogelijkheden en voorwaarden om een of meer windenergie hubs in de Noordzee te bouwen. Hiervoor zijn verschillende studies gedaan (en scenario's uitgewerkt) in consultatie met beleidsmakers, offshore windparkontwikkelaars en natuur- en milieuorganisaties (ngo’s).
Het initiële concept van één grote windenergie hub midden in de Noordzee is geëvolueerd tot een stapsgewijze uitrol van meerdere kleinere hubs. Deze zijn elk toegespitst op lokale omstandigheden en hebben minder impact op het milieu. De technisch optimale grootte van een hub ligt op 10 tot 15 gigawatt capaciteit. Een eerste Hub-and-Spoke project zal hoogstwaarschijnlijk elektrisch verbonden zijn met de kust, met grootschalige power-to-gas conversie- en opslagcapaciteit om eventuele pieken en dalen in de energievoorziening op te kunnen vangen.
Volgens alle internationale onderzoeken en scenario’s is na 2030 een hoger tempo nodig bij de uitrol van offshore windparken in Europa om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dit gebeurt nu met 2 gigawatt per jaar. Om een offshore windcapaciteit tussen de 70-150 gigawatt te bereiken voor de Noordzee in 2040, is er circa 7 gigawatt per jaar nodig tussen 2023 en 2040. Met een internationaal gecoördineerde aanpak is dit haalbaar. Deelnemende landen zouden grootschalige offshore windparken effectiever met elkaar kunnen verbinden en integreren. Dit zou ook significant minder kosten vergeleken met een planning per individueel land, zoals nu het geval is. Het consortium voert en faciliteert overleg met overheden, ngo’s, beleidsmakers en de industrie ter voorbereiding op de benodigde internationale akkoorden. Alle stakeholders in de waardeketen hebben lange termijn marktzekerheid nodig om te kunnen investeren in de benodigde supply chains en deze op te bouwen.
In het kader van de klimaatdoelen van Parijs moet de energietransitie ruim voor 2050 gerealiseerd zijn, maar er is meer dan 10 jaar aan ontwikkelings- en constructietijd nodig om essentiële infrastructuur zoals een Hub-and-Spoke project operationeel te krijgen. Het is dan ook noodzakelijk dat er plannen worden ontwikkeld en vastgesteld om de ontwikkeling van duurzame energie uit offshore wind ook na 2030 tijdig te kunnen realiseren. Om meerdere Hub-and-Spoke projecten te ontwikkelen als bouwstenen in een internationaal gecoördineerde uitrol, moeten de betrokken landen spoedig cruciale beslissingen nemen.
Het consortium en de industrie nodigen de Nederlandse, Deense en Duitse regeringen uit om gezamenlijk met stakeholders oplossingen te vinden voor de kwesties die in het onderzoeksrapport worden genoemd, om het potentieel van offshore wind in de Noordzee te benutten en zo bij te dragen aan klimaatdoelstellingen van de deelnemende landen. Ook opent het NSWPH-consortium graag de discussie voor deelname van partijen uit andere Noordzeelanden zoals de netbeheerders van het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen.
Beleidsmakers en planologen moeten de milieu-impact van offshore windparkontwikkeling afwegen tegen de technisch-economische impact ervan, en de urgentie om lange termijn klimaatdoelen te behalen. Het gebruik van power-to-gas omzetting en transport, gecombineerd met koppeling aan andere sectoren zal grote voordelen opleveren voor het complete energiesysteem.
Het voorgestelde Hub-and-Spoke-concept geeft invulling aan de ambitie van de klimaatdoelen. De uitkomst van de onderzoeksfase: het Hub-and-Spoke-concept is technisch en economisch uitvoerbaar. Een windenergie hub van 10 tot 15 gigawatt kan de eerste stap zijn in de ontwikkeling van een of meerdere hubs die onderling en met omringende landen worden verbonden. Het consortium vraagt Nederlandse, Deense en Duitse overheden en de Europese Commissie om deze ontwikkeling gezamenlijk verder vorm te geven in consultatie met andere belanghebbenden.
Het consortium wil de grootschalige uitrol en integratie mogelijk maken van windenergie op de Noordzee, ver uit de kust. Dit probeert zij te realiseren tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten, als onderdeel van de transitie naar duurzame energiebronnen. De visie is gebaseerd op een internationaal gecoördineerde uitrol van Hub-and-Spoke projecten, waarbij windparken worden aangesloten op centraal gelegen hubs op zee.
Noordzeelanden en hubs worden met elkaar verbonden via kabels of pijpleidingen. Zo worden energiemarkten en sectoren met elkaar verbonden en wordt de windenergie slim geïntegreerd in het onshore energienetwerk, inclusief toepassing van power-to-gas. Deze aanpak heeft grote voordelen op economisch vlak en beperkt klimaat- en milieueffecten. Er worden oplossingen geboden om klimaatdoelen uit het akkoord van Parijs tijdig te behalen. Deze oplossingen zijn ook in lijn met bestaande klimaatafspraken van Nederland en Denemarken. Bovendien dragen ze bij aan de doelstelling van Duitsland om kernenergie en het gebruik van kolen uit te faseren. Het consortium onderzocht de mogelijkheden en voorwaarden om een of meer windenergie hubs in de Noordzee te bouwen. Hiervoor zijn verschillende studies gedaan (en scenario's uitgewerkt) in consultatie met beleidsmakers, offshore windparkontwikkelaars en natuur- en milieuorganisaties (ngo’s).
Het initiële concept van één grote windenergie hub midden in de Noordzee is geëvolueerd tot een stapsgewijze uitrol van meerdere kleinere hubs. Deze zijn elk toegespitst op lokale omstandigheden en hebben minder impact op het milieu. De technisch optimale grootte van een hub ligt op 10 tot 15 gigawatt capaciteit. Een eerste Hub-and-Spoke project zal hoogstwaarschijnlijk elektrisch verbonden zijn met de kust, met grootschalige power-to-gas conversie- en opslagcapaciteit om eventuele pieken en dalen in de energievoorziening op te kunnen vangen.
Volgens alle internationale onderzoeken en scenario’s is na 2030 een hoger tempo nodig bij de uitrol van offshore windparken in Europa om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dit gebeurt nu met 2 gigawatt per jaar. Om een offshore windcapaciteit tussen de 70-150 gigawatt te bereiken voor de Noordzee in 2040, is er circa 7 gigawatt per jaar nodig tussen 2023 en 2040. Met een internationaal gecoördineerde aanpak is dit haalbaar. Deelnemende landen zouden grootschalige offshore windparken effectiever met elkaar kunnen verbinden en integreren. Dit zou ook significant minder kosten vergeleken met een planning per individueel land, zoals nu het geval is. Het consortium voert en faciliteert overleg met overheden, ngo’s, beleidsmakers en de industrie ter voorbereiding op de benodigde internationale akkoorden. Alle stakeholders in de waardeketen hebben lange termijn marktzekerheid nodig om te kunnen investeren in de benodigde supply chains en deze op te bouwen.
In het kader van de klimaatdoelen van Parijs moet de energietransitie ruim voor 2050 gerealiseerd zijn, maar er is meer dan 10 jaar aan ontwikkelings- en constructietijd nodig om essentiële infrastructuur zoals een Hub-and-Spoke project operationeel te krijgen. Het is dan ook noodzakelijk dat er plannen worden ontwikkeld en vastgesteld om de ontwikkeling van duurzame energie uit offshore wind ook na 2030 tijdig te kunnen realiseren. Om meerdere Hub-and-Spoke projecten te ontwikkelen als bouwstenen in een internationaal gecoördineerde uitrol, moeten de betrokken landen spoedig cruciale beslissingen nemen.
Het consortium en de industrie nodigen de Nederlandse, Deense en Duitse regeringen uit om gezamenlijk met stakeholders oplossingen te vinden voor de kwesties die in het onderzoeksrapport worden genoemd, om het potentieel van offshore wind in de Noordzee te benutten en zo bij te dragen aan klimaatdoelstellingen van de deelnemende landen. Ook opent het NSWPH-consortium graag de discussie voor deelname van partijen uit andere Noordzeelanden zoals de netbeheerders van het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen.
Beleidsmakers en planologen moeten de milieu-impact van offshore windparkontwikkeling afwegen tegen de technisch-economische impact ervan, en de urgentie om lange termijn klimaatdoelen te behalen. Het gebruik van power-to-gas omzetting en transport, gecombineerd met koppeling aan andere sectoren zal grote voordelen opleveren voor het complete energiesysteem.
Geen opmerkingen: