Transport van elektriciteit vereist vergaande maatregelen van netbeheerder
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een aantal veel gestelde vragen en antwoorden over transportschaarste in het elektriciteitsnetwerk gepubliceerd. Hiermee geeft zij duidelijkheid over de rechten en plichten van netbeheerders en netgebruikers.
Veel aansluitingen van elektriciteitsprojecten op het elektriciteitsnetwerk lopen vertraging op. Sommige elektriciteitsprojecten worden zelfs helemaal niet aangesloten. Dat komt doordat de ontwikkeling van wind- of zonneparken vaak sneller gaat dan de uitbouw van het elektriciteitsnetwerk die nodig is om deze parken aan te sluiten.
Een netgebruiker heeft in alle omstandigheden recht op een aansluiting. Onvoldoende transportcapaciteit in het net is geen reden om een aansluiting te weigeren. Netgebruikers die een nieuwe aansluiting aanvragen, hebben dezelfde rechten als netgebruikers die al een aansluiting hebben. Het recht op een aansluiting betekent niet dat een netgebruiker ook altijd recht heeft op transport. Als de netbeheerder alle mogelijke maatregelen heeft genomen, mag hij transport weigeren. Maar de netbeheerder moet deze weigering wel onderbouwen en melden aan de ACM. Om zoveel mogelijk transport aan te bieden, moeten netbeheerders tijdig investeren in de uitbreiding en versterking van het elektriciteitsnetwerk.
Om vast te stellen of er voldoende transportcapaciteit is, moet de netbeheerder uitgaan van de transportcapaciteit die daadwerkelijk wordt gebruikt en niet van de transportcapaciteit die marktpartijen hebben gecontracteerd. Als er dan nog te weinig transportcapaciteit is (fysieke congestie), dan moet de netbeheerder vaker dan nu het geval is congestiemanagement inzetten. De netbeheerder vraagt dan aan de netgebruikers om minder elektriciteit aan te leveren of juist te gebruiken. De netgebruikers ontvangen hiervoor een vergoeding
Veel aansluitingen van elektriciteitsprojecten op het elektriciteitsnetwerk lopen vertraging op. Sommige elektriciteitsprojecten worden zelfs helemaal niet aangesloten. Dat komt doordat de ontwikkeling van wind- of zonneparken vaak sneller gaat dan de uitbouw van het elektriciteitsnetwerk die nodig is om deze parken aan te sluiten.
Een netgebruiker heeft in alle omstandigheden recht op een aansluiting. Onvoldoende transportcapaciteit in het net is geen reden om een aansluiting te weigeren. Netgebruikers die een nieuwe aansluiting aanvragen, hebben dezelfde rechten als netgebruikers die al een aansluiting hebben. Het recht op een aansluiting betekent niet dat een netgebruiker ook altijd recht heeft op transport. Als de netbeheerder alle mogelijke maatregelen heeft genomen, mag hij transport weigeren. Maar de netbeheerder moet deze weigering wel onderbouwen en melden aan de ACM. Om zoveel mogelijk transport aan te bieden, moeten netbeheerders tijdig investeren in de uitbreiding en versterking van het elektriciteitsnetwerk.
Om vast te stellen of er voldoende transportcapaciteit is, moet de netbeheerder uitgaan van de transportcapaciteit die daadwerkelijk wordt gebruikt en niet van de transportcapaciteit die marktpartijen hebben gecontracteerd. Als er dan nog te weinig transportcapaciteit is (fysieke congestie), dan moet de netbeheerder vaker dan nu het geval is congestiemanagement inzetten. De netbeheerder vraagt dan aan de netgebruikers om minder elektriciteit aan te leveren of juist te gebruiken. De netgebruikers ontvangen hiervoor een vergoeding
Geen opmerkingen: