Kabinet: Stapsgewijs naar aardgasvrije wijken
Maandag stuurde de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de brief over de voortgang van het Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving naar de Tweede Kamer.
De brief geeft een breed beeld van wat er het afgelopen jaar is gedaan door de verschillende partners van het Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving.
In het Klimaatakkoord is een (stapsgewijze) aanpak afgesproken voor de verduurzaming van 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen tot en met 2030 waarbij naast het aardgasvrij maken van wijken ook isolatie en andere CO2-besparende maatregelen nadrukkelijk deel uitmaken van deze wijkgerichte aanpak. Dit betekent dat de wijkgerichte aanpak niet noodzakelijkerwijs in één stap naar aardgasvrij gaat, maar dat de verduurzaming deels ook stapsgewijs kan worden gerealiseerd met (grootschalige) woningisolatie en hybride warmteoplossingen.
De gebouwisolatie, de aanleg van de nieuwe infrastructuur en de omschakeling naar duurzame warmtebronnen hoeven immers niet op hetzelfde moment plaats te vinden. Wel is van belang te blijven bezien hoe het geheel in het eindbeeld richting 2050 past. Dit geldt ook voor de transitievisies warmte die gemeenten opstellen. De minister gaat de gemeenten hierover middels een brief informeren.
De brief geeft een breed beeld van wat er het afgelopen jaar is gedaan door de verschillende partners van het Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving.
In het Klimaatakkoord is een (stapsgewijze) aanpak afgesproken voor de verduurzaming van 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen tot en met 2030 waarbij naast het aardgasvrij maken van wijken ook isolatie en andere CO2-besparende maatregelen nadrukkelijk deel uitmaken van deze wijkgerichte aanpak. Dit betekent dat de wijkgerichte aanpak niet noodzakelijkerwijs in één stap naar aardgasvrij gaat, maar dat de verduurzaming deels ook stapsgewijs kan worden gerealiseerd met (grootschalige) woningisolatie en hybride warmteoplossingen.
De gebouwisolatie, de aanleg van de nieuwe infrastructuur en de omschakeling naar duurzame warmtebronnen hoeven immers niet op hetzelfde moment plaats te vinden. Wel is van belang te blijven bezien hoe het geheel in het eindbeeld richting 2050 past. Dit geldt ook voor de transitievisies warmte die gemeenten opstellen. De minister gaat de gemeenten hierover middels een brief informeren.
Geen opmerkingen: