Studie Navigant: snel realiseerbare manier voor Urgendadoelen
Een nieuwe studie van Navigant laat zien dat Nederland het aandeel hernieuwbare brandstoffen in transport flink omhoog kan schroeven. Dat verlaagt de uitstoot van fossiele CO2-emissies significant. In het licht van de recente uitspraak van de Hoge Raad in de Urgendazaak is dit een maatregel die weinig kost en direct kan worden genomen en die minstens een derde van het gat dicht tussen de huidige plannen en de doelen uit de Urgendazaak.
Navigant laat zien dat elektrische voertuigen emissiereductie opleveren, maar dat de CO2-reductie in het wagenpark aanzienlijk groter kan zijn door in het niet-elektrische deel hernieuwbare brandstoffen bij te mengen of waar mogelijk over te schakelen op 100% hernieuwbaar, zoals in geval van groengas.
Zo kan volgens Navigant 152 PJ aan hernieuwbare brandstoffen worden ingezet. Dat komt overeen met een derde van de totale energievraag in Nederlands transport: aanzienlijk meer dan de 65 PJ waarop het Klimaatakkoord (juni 2019) stuurt.
Als de ambities uit het Klimaatakkoord leiden tot twee miljoen elektrische auto’s, een kwart van het personenwagenpark, in 2030, dan is inzet van 18 PJ aan elektriciteit uit hernieuwbare bronnen nodig. Door de hogere efficiëntie spaart elektrisch rijden ook nog extra fossiele brandstoffen uit. Dus hernieuwbare brandstoffen (152 PJ) en hernieuwbare elektriciteit (18 PJ) leveren dan in totaal 170 PJ op.
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (november 2019) brengen de afspraken in het Klimaatakkoord voor mobiliteit de emissies terug tot hooguit 29,3- 31,7 Mton CO2. De maatregelen zijn daarmee niet voldoende om onder het oorspronkelijke doel van 25 Mton fossiele CO2-uitstoot in transport te blijven. Navigant laat zien dat een hogere inzet van hernieuwbare brandstoffen wel de mogelijkheid geeft om de fossiele CO2-emissie onder dit doel te brengen. Daarbij is rekening gehouden met de bestaande brandstofspecificaties en voertuignormen.
Navigant laat zien dat elektrische voertuigen emissiereductie opleveren, maar dat de CO2-reductie in het wagenpark aanzienlijk groter kan zijn door in het niet-elektrische deel hernieuwbare brandstoffen bij te mengen of waar mogelijk over te schakelen op 100% hernieuwbaar, zoals in geval van groengas.
Zo kan volgens Navigant 152 PJ aan hernieuwbare brandstoffen worden ingezet. Dat komt overeen met een derde van de totale energievraag in Nederlands transport: aanzienlijk meer dan de 65 PJ waarop het Klimaatakkoord (juni 2019) stuurt.
Als de ambities uit het Klimaatakkoord leiden tot twee miljoen elektrische auto’s, een kwart van het personenwagenpark, in 2030, dan is inzet van 18 PJ aan elektriciteit uit hernieuwbare bronnen nodig. Door de hogere efficiëntie spaart elektrisch rijden ook nog extra fossiele brandstoffen uit. Dus hernieuwbare brandstoffen (152 PJ) en hernieuwbare elektriciteit (18 PJ) leveren dan in totaal 170 PJ op.
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (november 2019) brengen de afspraken in het Klimaatakkoord voor mobiliteit de emissies terug tot hooguit 29,3- 31,7 Mton CO2. De maatregelen zijn daarmee niet voldoende om onder het oorspronkelijke doel van 25 Mton fossiele CO2-uitstoot in transport te blijven. Navigant laat zien dat een hogere inzet van hernieuwbare brandstoffen wel de mogelijkheid geeft om de fossiele CO2-emissie onder dit doel te brengen. Daarbij is rekening gehouden met de bestaande brandstofspecificaties en voertuignormen.
Geen opmerkingen: