Vier ton voor Zeeuws onderzoek naar regionale energietransitie
Hoe denken Zeeuwse gemeenten, energie-coöperaties en boeren over de overstap naar hernieuwbare energie, en welke afwegingen maken ze daarbij? Dat is het onderwerp van een nieuw onderzoek naar de regionale energietransitie dat het University College Roosevelt in Middelburg de komende jaren samen met het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling van de Universiteit Utrecht zal uitvoeren. Andere partijen in het onderzoek zijn de provincie Zeeland, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), energiecoöperatie Zeeuwind en installatiebedrijf Saman Groep.
Het Klimaatakkoord bepaalt dat een groot deel van de hernieuwbare energie decentraal zal worden opgewekt en in handen moet komen van burgers, boeren en bedrijven. ‘In deze studie onderzoeken we de manier waarop Zeeuwse gemeenten, energie-coöperaties en boeren betrokken zijn bij de besluitvorming daarover en welke afwegingen ze daarbij maken’, aldus projectleider Herman Lelieveldt van het University College Roosevelt. ‘Zo is nu eigenlijk nog niet goed bekend waarom landbouwers al dan niet besluiten om zelf energie te gaan opwekken en is het interessant om na te gaan hoe dit te combineren valt met de overgang naar de kringlooplandbouw.’ Het Zeekraal-project gaat daarvoor onder andere de motieven en ervaringen in kaart brengen van boeren in Zeeland – een regio met 120.000 ha landbouwgrond en bijna 3000 boerderijen.
Voor het onderzoek is drie ton beschikbaar gesteld door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de nationale Nederlandse wetenschapsfinancier, binnen het kader van het programma Maatschappelijke aspecten van de regionale energietransitie; de resterende ton komt voor rekening van de provincie Zeeland. De uitkomsten van het onderzoek zullen via workshops en toolkits worden gebruikt om de participatie van gemeenten, coöperaties en boeren in de regionale energietransitie te versterken.
Het Klimaatakkoord bepaalt dat een groot deel van de hernieuwbare energie decentraal zal worden opgewekt en in handen moet komen van burgers, boeren en bedrijven. ‘In deze studie onderzoeken we de manier waarop Zeeuwse gemeenten, energie-coöperaties en boeren betrokken zijn bij de besluitvorming daarover en welke afwegingen ze daarbij maken’, aldus projectleider Herman Lelieveldt van het University College Roosevelt. ‘Zo is nu eigenlijk nog niet goed bekend waarom landbouwers al dan niet besluiten om zelf energie te gaan opwekken en is het interessant om na te gaan hoe dit te combineren valt met de overgang naar de kringlooplandbouw.’ Het Zeekraal-project gaat daarvoor onder andere de motieven en ervaringen in kaart brengen van boeren in Zeeland – een regio met 120.000 ha landbouwgrond en bijna 3000 boerderijen.
Voor het onderzoek is drie ton beschikbaar gesteld door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de nationale Nederlandse wetenschapsfinancier, binnen het kader van het programma Maatschappelijke aspecten van de regionale energietransitie; de resterende ton komt voor rekening van de provincie Zeeland. De uitkomsten van het onderzoek zullen via workshops en toolkits worden gebruikt om de participatie van gemeenten, coöperaties en boeren in de regionale energietransitie te versterken.
Geen opmerkingen: