Ads Top

Groei van zonne- en windenergie en betrouwbaarheid elektriciteitsvoorziening vormen uitgangspunten voor toename investeringen TenneT in Nederland

De door TenneT geplande en maatschappelijk gewenste investeringen in het Nederlandse net zijn gericht op een blijvend hoge zekerheid van levering van stroom en de verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening. Van de tussen de 3,5 en 4,5 miljard euro die naar verwachting wordt geïnvesteerd in het hoogspanningsnet op land is circa twee derde deel nodig voor uitbreiding van het net op zowel het 380 kV niveau als op de 150 kV en 110 kV niveaus. Circa twee miljard euro is toegewezen aan de ontwikkeling en de bouw van een net op zee om tot 2023 in totaal 3.450 MW aan geplande windparken voor de Zeeuwse en Hollandse kusten aan te kunnen sluiten op het landelijke net.

De sterke groei van het aandeel hernieuwbare energiebronnen in heel Europa onderstreept de noodzaak om een grensoverschrijdend elektriciteitsnet te ontwikkelen waarmee elektriciteitsstromen tijdens piekperiodes over een groter gebied kunnen worden verdeeld. Grensoverschrijdende verbindingen (interconnectoren) worden dan ook steeds belangrijker en TenneT’s investeringen en expertise spelen een sleutelrol bij de verdere ontwikkeling van een geïntegreerde Europese energiemarkt.

Voor de komende tien jaar wordt verwacht dat de totale interconnectiecapaciteit tussen Nederland en omringende landen bijna zal verdubbelen van 5,55 GW in 2016 naar 10,8 GW in 2025. Zo is TenneT in 2016 begonnen met de bouw van de onderzeese gelijkstroomverbinding COBRAcable van Nederland naar Denemarken en zorgt TenneT voor een toename van de interconnectiecapaciteit met België met 2 GW naar 3,4 GW. De bouw van de verbinding Doetinchem-Wesel tussen Nederland en Duitsland is vergevorderd en wordt in 2018 in bedrijf genomen. Daarmee groeit Nederland meer en meer uit tot elektriciteitsknooppunt van Noordwest-Europa. Via de nieuwe en bestaande internationale verbindingen als de NorNed-kabel en de BritNed-kabel kunnen eventuele overschotten in duurzame energieproductie efficiënter in de hele regio Noordwest-Europa worden benut. Dit draagt ook bij aan een stabiele prijsvorming en hoge leveringszekerheid in Nederland van 99,99 procent.

Het Nederlandse 380kV-net is de ruggengraat van het Nederlandse hoogspanningsnet en zorgt voor het transport van grootschalig opgewekt vermogen door heel Nederland én van en naar het buitenland. Een aanzienlijk deel van de uitbreidingsinvesteringen is bestemd voor de grote 380 kV-projecten in het zuidwesten en noordoosten van Nederland, ter ontsluiting van productievermogen in Zeeland en Noord-Nederland en om transport van grootschalige wind te faciliteren. Verder zorgt TenneT voor een verzwaring van onze nationale transportring om overschotten van duurzaam geproduceerde elektriciteit in Noordwest-Europa over een groter geografisch gebied te kunnen spreiden en versterken we op verschillende plaatsen ons 110 kV- en 150 kV-net om de ontsluiting van duurzame energie te faciliteren.

In totaal wordt er de komende tien jaar twee miljard uitgetrokken voor de totaal vijf Net op Zee projecten voor het aan land brengen van bijna 3.500 MW aan windenergie. De vijf gestandaardiseerde 700 MW platformen hebben een zo ‘lean’ en ‘mean’ mogelijk ontwerp om de kosten voor de maatschappij zo laag mogelijk te houden. De met de overheid gecoördineerde netaansluiting van windparken op zee draagt bij aan een kleinere impact op de leefomgeving. Daarnaast kunnen binnen de grotere windgebieden, zoals Borssele en Hollandse Kust (zuid), platformen onderling verbonden worden waardoor de beschikbaarheid verbetert.

De uitbreidingsinvesteringen in het Nederlandse transportnet worden het komende decennium vooral gedreven door ontwikkelingen in productievermogen, zowel binnen Nederland als in het buitenland, en veel minder door wijzigingen in het belastingpatroon.

De totale jaarlijkse elektriciteitsvraag blijft gedurende de zichtperiode van dit KCD naar verwachting redelijk constant. Enerzijds neemt de vraag naar elektriciteit af door een toenemende efficiency van huishoudelijke apparatuur en energiebesparing in de industrie, terwijl anderzijds nieuwe toepassingen zoals warmtepompen en elektrisch vervoer juist tot extra vraag leiden. Het verwachte netto-effect van deze ontwikkelingen zorgt ervoor dat de elektriciteitsvraag naar verwachting licht toeneemt. Als gevolg van bijvoorbeeld elektrisch vervoer wordt er een verschuiving van de vraagpiek verwacht. Door de juiste marktprikkels te ontwikkelen, kan de vraagpiek worden afgevlakt.

Voor de bepaling van de benodigde transportcapaciteit wordt naast de ontwikkeling van de elektriciteitsvraag ook gekeken naar het opwekprofiel. De ontwikkelingen in productievermogen hebben alles te maken met de ook in Nederland ingezette transitie naar duurzame energie.
Het huidige Nederlandse productiepark kent nu nog een relatief klein aandeel van duurzame energiebronnen en een groot geïnstalleerd vermogen aan gascentrales. Aan het begin van de zichtperiode van het KCD 2017 (steekjaar 2018) wordt uitgegaan van brandstof- en CO2-prijzen die tot gevolg hebben dat elektriciteitsproductie uit kolengestookte centrales goedkoper is dan productie uit aardgas. Dit heeft tot gevolg dat het Nederlandse productiepark relatief duur is ten opzichte van Duitsland, waar bruin- en steenkoolcentrales veelal de marginale eenheid zijn en waarmee het Nederlandse elektriciteitsnet goed verbonden is. Hierdoor wordt in de uitgangssituatie elektriciteit geïmporteerd uit dit land. Gedurende de zichtperiode verandert deze situatie, omdat de toename van elektriciteitsproductie uit duurzame bronnen en de aanname dat gasgestookt vermogen goedkoper wordt dan elektriciteitsproductie uit steenkool, ertoe leidt dat Nederland minder gaat importeren en tegen het einde van de zichtperiode een min of meer neutrale export-/importbalans verkrijgt.

Hoewel de jaarlijkse saldi van import en export aan het eind van de zichtperiode een kleinere waarde laat zien dan aan het begin van de zichtperiode, blijven de op uurbasis getransporteerde volumes op de verbindingen met het buitenland ongeveer even hoog. Deze internationale verbindingen (interconnectoren) worden in de toekomst vaker in verschillende richtingen gebruikt.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.