Rotterdamse havenindustrie pakt energietransitie ambitieus aan
De energietransitie leeft sterk onder industriƫle bedrijven in de Rotterdamse haven. Dat blijkt uit onderzoek van Actemium onder toonaangevende bedrijven in de industrie. De meeste bedrijven volgen een ambitieuze strategie met concrete doelen. Daarmee willen ze vooral hun energiekosten verlagen, maar bijvoorbeeld ook het bedrijfsimago versterken en operationeel blijven. En voor een duurzamer energiegebruik heeft groene waterstof de meeste potentie.
De bedrijven richten hun strategie het vaakst op efficiĆ«nter en lager energieverbruik (80%). Op de tweede plaats (60%) staat vermindering van ongewenste emissies, gevolgd door verduurzaming middels een grotere inzet van duurzame brandstoffen, zoals waterstof en groene elektriciteit (54%). Voor slechts een op de drie heeft energie zelf opwekken/hergebruiken en/of elektrificatie van productieprocessen prioriteit. “Waarschijnlijk doordat havenbedrijven vaak heel veel energie nodig hebben en eigen opwekking daarin niet of onvoldoende kan voorzien”, aldus Staffeleu.
Voor de meeste bedrijven (71%) heeft de strategie een concreet einddoel, meestal uitgedrukt in een percentage CO2-reductie of duurzaam energiegebruik. Het hebben van zo’n einddoel vergroot de ambitie want 38% van hen wil dit vĆ³Ć³r 2030 behaald hebben, 17% vĆ³Ć³r 2040 en nog eens 17% vĆ³Ć³r 2050. Grotere bedrijven denken het einddoel over het algemeen eerder te behalen dan kleinere organisaties. Hoewel 70% vindt dat hun bedrijfsonderdeel al (meer dan) voldoende aan de energietransitie doet, is de rest (30%) zo ambitieus dat zij de energietransitie nog onvoldoende en te traag vinden. Hoe belangrijker men de energietransitie vindt, des te meer haast om die te voltooien.
Het huidige energiegebruik wordt overheerst door fossiele brandstoffen als olie, kolen en gas (83%) terwijl 42% fossiele brandstoffen gebruikt voor het opwekken van grijze stroom. Twee derde van de bedrijven gebruikt (ook) duurzaam opgewekte (groene) stroom. Waterstof wordt slechts in geringe mate gebruikt door 15% (grijze waterstof op basis van fossiele brandstoffen) en 13% (groene/blauwe waterstof) van de deelnemers. Staffeleu wijt dat vooral aan het nog beperkte aanbod van groene waterstof en de mogelijkheden om CO2 op te slaan ten behoeve van blauwe waterstof (Carbon Storage).
Bijna de helft van de industriƫle bedrijven is niet of weinig energie-efficiƫnt bezig. Daarentegen is ongeveer een kwart wel (zeer) energie-efficiƫnt. Gemiddeld genomen verwacht men dat het productievolume en het totale energieverbruik de komende vijf jaar zullen stijgen met respectievelijk 9% en 3%. Per saldo verwacht men energie-efficiƫnter te kunnen werken.
Bijna de helft van de industriƫle bedrijven in de Rotterdamse haven geeft aan op dit moment waterstof toe te passen, met name in hun productieprocessen. Alle bedrijven (100%) verwachten dat het gebruik van groene waterstof (en biobrandstoffen) over vijf jaar zal zijn gestegen. De bedrijven zetten groene waterstof duidelijk op nummer ƩƩn als de grootste technologische verandering in de energietransitie. Daarnaast verwacht bijna twee derde ook een stijging in het gebruik van groene stroom.
De bedrijven richten hun strategie het vaakst op efficiĆ«nter en lager energieverbruik (80%). Op de tweede plaats (60%) staat vermindering van ongewenste emissies, gevolgd door verduurzaming middels een grotere inzet van duurzame brandstoffen, zoals waterstof en groene elektriciteit (54%). Voor slechts een op de drie heeft energie zelf opwekken/hergebruiken en/of elektrificatie van productieprocessen prioriteit. “Waarschijnlijk doordat havenbedrijven vaak heel veel energie nodig hebben en eigen opwekking daarin niet of onvoldoende kan voorzien”, aldus Staffeleu.
Voor de meeste bedrijven (71%) heeft de strategie een concreet einddoel, meestal uitgedrukt in een percentage CO2-reductie of duurzaam energiegebruik. Het hebben van zo’n einddoel vergroot de ambitie want 38% van hen wil dit vĆ³Ć³r 2030 behaald hebben, 17% vĆ³Ć³r 2040 en nog eens 17% vĆ³Ć³r 2050. Grotere bedrijven denken het einddoel over het algemeen eerder te behalen dan kleinere organisaties. Hoewel 70% vindt dat hun bedrijfsonderdeel al (meer dan) voldoende aan de energietransitie doet, is de rest (30%) zo ambitieus dat zij de energietransitie nog onvoldoende en te traag vinden. Hoe belangrijker men de energietransitie vindt, des te meer haast om die te voltooien.
Het huidige energiegebruik wordt overheerst door fossiele brandstoffen als olie, kolen en gas (83%) terwijl 42% fossiele brandstoffen gebruikt voor het opwekken van grijze stroom. Twee derde van de bedrijven gebruikt (ook) duurzaam opgewekte (groene) stroom. Waterstof wordt slechts in geringe mate gebruikt door 15% (grijze waterstof op basis van fossiele brandstoffen) en 13% (groene/blauwe waterstof) van de deelnemers. Staffeleu wijt dat vooral aan het nog beperkte aanbod van groene waterstof en de mogelijkheden om CO2 op te slaan ten behoeve van blauwe waterstof (Carbon Storage).
Bijna de helft van de industriƫle bedrijven is niet of weinig energie-efficiƫnt bezig. Daarentegen is ongeveer een kwart wel (zeer) energie-efficiƫnt. Gemiddeld genomen verwacht men dat het productievolume en het totale energieverbruik de komende vijf jaar zullen stijgen met respectievelijk 9% en 3%. Per saldo verwacht men energie-efficiƫnter te kunnen werken.
Bijna de helft van de industriƫle bedrijven in de Rotterdamse haven geeft aan op dit moment waterstof toe te passen, met name in hun productieprocessen. Alle bedrijven (100%) verwachten dat het gebruik van groene waterstof (en biobrandstoffen) over vijf jaar zal zijn gestegen. De bedrijven zetten groene waterstof duidelijk op nummer ƩƩn als de grootste technologische verandering in de energietransitie. Daarnaast verwacht bijna twee derde ook een stijging in het gebruik van groene stroom.
Geen opmerkingen: