EU-systeem voor de handel in emissierechten laat zijn tanden zien
De Europese Unie heeft het ambitieuze doel om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn: zij streeft naar een 'netto-nul'-uitstoot van broeikasgassen, als bijdrage van onze regio aan het realiseren van het doel van het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde tot 1,5 °C te beperken.
De sleutel voor het bereiken van de nieuwe klimaatdoelen van de EU ligt in het EU-systeem voor de handel in emissierechten (EU ETS). Deze marktgebaseerde tool plaatst een absoluut en degressief plafond voor de totale CO2-emissies van de sectoren die het reguleert (elektriciteit en stadsverwarming, energie-intensieve industrieën en luchtvaart binnen de EU). Tegelijkertijd stimuleert het kosteneffectieve CO2-emissiereducties op basis van de EU-brede en uniforme CO2-prijs die door de markt wordt bepaald. Momenteel wordt ongeveer 45 procent van de totale broeikasgasemissies van de EU gereguleerd door de EU ETS-richtlijn.
Het EU-systeem voor de handel in emissierechten staat er vandaag de dag veel beter voor dan een paar jaar geleden, beweert Erik Filipsson, Policy Advisor bij Vattenfall Public & Regulatory Affairs EU. Hij wijst erop dat de ETS-marktprijzen in de eerste week van mei voor het eerst in de geschiedenis boven de 50 euro per ton CO2 uitkwamen.
De Europese Commissie wil de klimaatdoelen van de EU bereiken door de vervuiler te laten betalen. Zonder een CO2-prijs zouden bijvoorbeeld kolengestookte elektriciteitscentrales veel goedkoper zijn dan gas. Ze zijn echter ook dubbel zo vervuilend.
Het basisprincipe is simpel: voor elke ton CO2 die wordt uitgestoten, moet een onderneming CO2-rechten annuleren. En als in verhouding tot de rechten te veel CO2 wordt uitgestoten, zijn hoge boetes het gevolg.
Ondernemingen kunnen ook handel drijven met hun CO2-rechten, de zogenaamde EUA's. De handel vindt dagelijks plaats op de EEX- en ICE-termijnmarkten. In 2017 was het vertrouwen in het EU ETS-systeem op een dieptepunt en waren de CO2-prijzen zo'n 5 euro per ton. Omdat er te veel emissierechten in omloop waren, bleven de prijzen laag. Dit moedigde ondernemingen niet aan om te investeren in duurzame productiemethoden.
Geen opmerkingen: