Ads Top

Minister Wiebes bekritiseert enig beschikbaar onderzoek naar ombouw kolencentrales


Het kabinet is het niet eens met de conclusies van een recent onderzoek naar de ombouw van de MPP3-kolencentrale naar een biomassacentrale. Uit dit onderzoek, uitgevoerd door Frontier Economics, bleek dat sluiting in 2030 een financieel logischere keuze is dan een ombouw. De mogelijkheid om over te stappen op een alternatieve brandstof is juist een belangrijk argument van de minister om geen nadeelcompensatie te hoeven verstrekken bij een verbod op kolen, omdat er zo, juridisch gezien, geen sprake is van onteigening maar van regulering van eigendom.

De Eerste Kamercommissie die momenteel het wetsvoorstel verbod op kolen behandelt, vroeg eerder deze maand om een reactie over dit onderzoek aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De minister reageert in zijn memorie van antwoord van 17 oktober opvallend kritisch: het onderzoek van Frontier Economics beschouwt alleen biomassa als optie voor de MPP3-centrale, en niet andere alternatieven en andere kolencentrales. Bovendien zou de keuze voor bepaalde aannames tot onjuiste conclusies leiden. Is deze kritiek, ondanks het feit dat het ministerie zelf geen onderzoek naar dit onderwerp heeft laten uitvoeren, terecht?

Sluiting blijkt enige logische gevolg van kolenwetgeving
Het verbod op kolen bij elektriciteitsproductie treft met name de drie onlangs in gebruik genomen kolencentrales. Als deze centrales noodgedwongen moeten sluiten als gevolg van de wet, levert dit de exploitanten veel schade op. In de toelichting van het wetsvoorstel wordt uiteengezet dat financiële compensatie door de overheid desondanks niet nodig is, onder andere omdat deze centrales nog tot 2030 de tijd krijgen om over te stappen naar het gebruik van een andere brandstof.

Deze veronderstelde mogelijkheid wordt echter niet met onderzoek onderbouwd. Volgens de minister is dit niet mogelijk zonder over de bedrijfsspecifieke gegevens van de verschillende kolencentrales te beschikken. Het kabinet baseert de haalbaarheid van omschakeling naar een andere brandstof dan ook op voorbeelden uit het buitenland waarbij kolencentrales volledig zijn omgebouwd tot biomassacentrales. In die gevallen werd bij de ombouw naar biomassa overigens subsidie verstrekt, waar voor de Nederlandse kolencentrales geen sprake van is.

Uniper, eigenaar van de MPP3-kolencentrale in Rotterdam, liet wel een onderzoek naar de economische haalbaarheid van een volledige ombouw naar biomassa uitvoeren door Frontier Economics, op basis van onder andere de eigen bedrijfsgegevens. Dit onderzoeksbureau wordt ook regelmatig ingeschakeld door de overheid, waaronder in de context van het kolenverbod. De conclusie van het onderzoek luidde dat sluiting van de centrale in 2030 economisch gezien het enige logische besluit zou zijn.

Minister: onderzoek heeft een te beperkte omvang
De minister vindt dat op basis van dit onderzoek nog steeds niet op voorhand kan worden uitgesloten dat een ombouw naar een biomassacentrale onrendabel is. Er zijn volgens hem ook andere alternatieve brandstoffen mogelijk, waaronder waterstof en ijzerpoeder, die in het onderzoek niet zijn meegenomen. In tegenstelling tot biomassa, zijn er echter wereldwijd nog geen voorbeelden van kolencentrales die volledig zijn overgeschakeld op een van de overige genoemde opties. Uniper stelt in Energeia dat dit komt omdat er nog geen manier is gevonden om die brandstoffen op een efficiënte, veilige en rendabele manier op dergelijke schaal in te zetten. Ook om die reden wordt in de memorie van toelichting van de wet vooral gesproken over biomassa, terwijl overige brandstoffen slechts sporadisch worden genoemd. Recent breidde Frontier Economics hun onderzoek uit met een analyse van waterstof. Ook in dit geval is de conclusie dat dit geen reëel alternatief is voor de periode na 2030. 

De minister stelt ook dat het onderzoek zich alleen richt op de MPP3-centrale, zodat de conclusies niet automatisch toepasbaar zijn op de overige kolencentrales in Nederland. Terwijl dit niet af doet aan de gevolgen voor de MPP3-centrale, ligt het ook niet voor de hand dat de uitkomsten van een dergelijk onderzoek bij de twee andere nieuwe centrales sterk zouden afwijken. De drie centrales zijn vrijwel gelijktijdig gebouwd en hebben veel overeenkomsten, en zijn aan dezelfde marktomstandigheden onderhevig.

Kostprijs biomassa, niet ombouwkosten, is voornaamste hindernis
De minister heeft ook inhoudelijke aanmerkingen op enkele van de gebruikte gegevens voor het onderzoek. Een deel hiervan is gericht op de ombouwkosten, maar los van de juistheid van deze kritiek is volgens het onderzoek de (hoge) marginale kostprijs van biomassa als brandstof het grootste probleem. Het argument van de minister dat ook kolen mogelijk duurder worden na 2030 door stijgende CO2-prijzen, verandert niets aan het feit dat biomassa ook na 2030 lange tijd onrendabel is. Ook het advies van de minister om voor goedkopere biomassa-soorten te kiezen dan de houtpellets waar in het onderzoek vanuit wordt gegaan, wordt verder niet onderbouwd. Er wordt dankzij subsidies de komende jaren al een klein deel houtpellets bijgestookt; als hier goedkopere en efficiëntere biomassa-soorten voldoende voor beschikbaar waren geweest, zou het niet logisch zijn dat nu voor houtpellets is gekozen.

Daarnaast vindt de minister de lagere energie-efficiëntie (van 46% naar 44%) die het gevolg is van de overstap naar biomassa ‘pessimistisch’ ingeschat, zonder ook dit verder te onderbouwen. Het gebruikte verschil van 2% werd echter eerder ook door ECN vastgesteld bij hun berekeningen voor de te verstrekken biomassa-subsidies in opdracht van de overheid.

Conclusies lijken onvoldoende weerlegd
Het onderzoek van Frontier Economics is tot nu toe de enige door een derde partij uitgevoerde analyse naar de mogelijkheid van een kolencentrale om over te stappen naar biomassa. Dit terwijl dit een zeer belangrijke rol speelt binnen het compensatievraagstuk, waarover enkele exploitanten naar de rechter dreigen te stappen. De kritiek van de minister lijkt de conclusies van het onderzoek onvoldoende te weerleggen, en hij beschikt bovendien niet over ander onderzoek waarmee het tegendeel kan worden aangetoond. Bovendien heeft Frontier Economics in een geactualiseerde versie van het rapport o.a. recentere ETS-prijzen en ook een scenario van de ombouw naar waterstof toegevoegd, waarmee enkele kritiekpunten nog verder worden afgezwakt. Wanneer de Eerste Kamercommissie op 29 oktober de reactie van de minister bespreekt, zal moeten blijken of zij dit onderzoek desondanks toch naast zich neer willen leggen.


Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.