Kool-stof tot nadenken
Energietransitie gaat over de af te leggen weg van een fossiele naar een duurzame energiehuishouding. Het slimmer omgaan met fossiele bronnen en uiteindelijk het overbodig maken van deze vorm van energie is een mix van idealen, economie en technologie. De laatste twee vormen het realisme dat de idealen inkadert én versterkt. Alle drie zijn nodig. Er is veel CO2-reductie te winnen door fossiele energiebronnen anders te benutten en uit te faseren.
Op 12 december 2015 stemden bijna tweehonderd landen in met een nieuw bindend klimaatakkoord. Daarmee moet de uitstoot van broeikasgassen worden teruggedrongen en de opwarming van de aarde worden beperkt tot maximaal twee graden, met anderhalve graad als streefwaarde. Dit akkoord wordt gezien als een volgende stap in het proces om de mondiale energievoorziening te veranderen van een sterke afhankelijkheid van fossiele, of conventionele, brandstoffen richting een duurzaam opgewekte en koolstof-neutrale energiemix.
Deze nieuwe afspraken komen bovenop de afspraken die de landen in bijvoorbeeld Europa al eerder hebben gemaakt. Hoewel het nieuwe akkoord ongekend vergaande maatregelen vereist om aan klimaatdoelstellingen te voldoen is dit nog steeds niet voldoende. Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties zal het huidige akkoord de temperatuurstijging begrenzen tot zo’n drie graden. Dit is aanzienlijk lager dan de eerder verwachtte zes graden stijging, maar ook aanzienlijk hoger dan de gestelde doelen van twee graden. Na dit akkoord zullen er dus wereldwijd verdere vervolgstappen moeten worden gezet in de komende jaren om alsnog aan de afgesproken internationale doelstellingen te voldoen.
Het voornaamste doel van het klimaatakkoord is het uitfaseren van de mondiale CO2-uitstoot. Deze koolstof is echter niet alleen het doel (verminderen), maar is ook het middel om sturing te geven aan de energietransitie. Om te sturen wordt nu doorgaans gekeken naar de politiek en de aanbieders/producenten van energie. Volgens de International Energy Agency (IEA) moet echter 40% van de maatregelen om de temperatuurstijging te beperken komen door een onderbelicht deel van het akkoord, namelijk energie-efficiency.
Om een goede beoordeling te maken kan koolstof een belangrijk element in de aansturing van de energietransitie zijn. Koolstof is namelijk meetbaar, er kunnen doelstellingen op worden bepaald, en daarom kan – onder voorbehoud van de juiste beprijzing van CO2-uitstoot – koolstof als sturingselement worden gebruikt. Door het sturen op basis van koolstof zal men eerder in staat zijn om een balans te vinden tussen de belangen op het gebied van klimaat, economie, en leveringszekerheid van een land, organisatie en uiteindelijk de consument.
Ook in deze beschouwing van ‘hoe kunnen we de CO2-uitstoot terugdringen’ staat de energietransitie centraal. Energietransitie gaat over de af te leggen weg van een fossiele naar een duurzame energiehuishouding. Het slimmer omgaan met fossiele bronnen en
uiteindelijk het overbodig maken van deze vorm van energie is een mix van idealen, economie en technologie. De laatste twee vormen het realisme dat de idealen inkadert én versterkt. Alle drie zijn nodig.
De komende decennia is juist veel CO2-reductie te winnen door de fossiele energiebronnen anders te benutten en, uiteindelijk, uit te faseren. Adagium hier is, zoals de Romeinen zeiden: ‘Festina lente’: haast je langzaam, hetgeen wil zeggen: ‘opschieten, maar wel in een verantwoord tempo’. Dus het ideaal van een koolstof-arme energiehuishouding is de gemeenschappelijke deler van veel spelers; ook van ABN AMRO en TNO. De financiële en technologische kennis en ervaring van beide spelers kunnen het ideaal versneld realiseren.
Op 12 december 2015 stemden bijna tweehonderd landen in met een nieuw bindend klimaatakkoord. Daarmee moet de uitstoot van broeikasgassen worden teruggedrongen en de opwarming van de aarde worden beperkt tot maximaal twee graden, met anderhalve graad als streefwaarde. Dit akkoord wordt gezien als een volgende stap in het proces om de mondiale energievoorziening te veranderen van een sterke afhankelijkheid van fossiele, of conventionele, brandstoffen richting een duurzaam opgewekte en koolstof-neutrale energiemix.
Deze nieuwe afspraken komen bovenop de afspraken die de landen in bijvoorbeeld Europa al eerder hebben gemaakt. Hoewel het nieuwe akkoord ongekend vergaande maatregelen vereist om aan klimaatdoelstellingen te voldoen is dit nog steeds niet voldoende. Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties zal het huidige akkoord de temperatuurstijging begrenzen tot zo’n drie graden. Dit is aanzienlijk lager dan de eerder verwachtte zes graden stijging, maar ook aanzienlijk hoger dan de gestelde doelen van twee graden. Na dit akkoord zullen er dus wereldwijd verdere vervolgstappen moeten worden gezet in de komende jaren om alsnog aan de afgesproken internationale doelstellingen te voldoen.
Het voornaamste doel van het klimaatakkoord is het uitfaseren van de mondiale CO2-uitstoot. Deze koolstof is echter niet alleen het doel (verminderen), maar is ook het middel om sturing te geven aan de energietransitie. Om te sturen wordt nu doorgaans gekeken naar de politiek en de aanbieders/producenten van energie. Volgens de International Energy Agency (IEA) moet echter 40% van de maatregelen om de temperatuurstijging te beperken komen door een onderbelicht deel van het akkoord, namelijk energie-efficiency.
Om een goede beoordeling te maken kan koolstof een belangrijk element in de aansturing van de energietransitie zijn. Koolstof is namelijk meetbaar, er kunnen doelstellingen op worden bepaald, en daarom kan – onder voorbehoud van de juiste beprijzing van CO2-uitstoot – koolstof als sturingselement worden gebruikt. Door het sturen op basis van koolstof zal men eerder in staat zijn om een balans te vinden tussen de belangen op het gebied van klimaat, economie, en leveringszekerheid van een land, organisatie en uiteindelijk de consument.
Ook in deze beschouwing van ‘hoe kunnen we de CO2-uitstoot terugdringen’ staat de energietransitie centraal. Energietransitie gaat over de af te leggen weg van een fossiele naar een duurzame energiehuishouding. Het slimmer omgaan met fossiele bronnen en
uiteindelijk het overbodig maken van deze vorm van energie is een mix van idealen, economie en technologie. De laatste twee vormen het realisme dat de idealen inkadert én versterkt. Alle drie zijn nodig.
De komende decennia is juist veel CO2-reductie te winnen door de fossiele energiebronnen anders te benutten en, uiteindelijk, uit te faseren. Adagium hier is, zoals de Romeinen zeiden: ‘Festina lente’: haast je langzaam, hetgeen wil zeggen: ‘opschieten, maar wel in een verantwoord tempo’. Dus het ideaal van een koolstof-arme energiehuishouding is de gemeenschappelijke deler van veel spelers; ook van ABN AMRO en TNO. De financiële en technologische kennis en ervaring van beide spelers kunnen het ideaal versneld realiseren.
Geen opmerkingen: