Delftse gist maakt meer bio-ethanol door CO2 te gebruiken
Door het inbouwen van vier genen uit bacteriƫn en spinazie, hebben onderzoekers van de Technische Universiteit Delft de productie van bio-ethanol met gist verbeterd door koolstofdioxide te gebruiken. Hun vindingen zijn afgelopen week gepubliceerd in het tijdschrift Biotechnology for Biofuels.
Bio-ethanol wordt door de gist Saccharomyces cerevisiae gemaakt van suikers uit plantenmateriaal. De gist is hetzelfde micro-organisme dat in bier en wijn alcohol maakt. De productie van bio-ethanol neemt snel toe vanwege het gebruik als autobrandstof. Met 110 miljard liter per jaar is bio-ethanol het grootste product van de industriƫle biotechnologie. Verbeteringen in het proces kunnen daarom potentieel grote besparingen opleveren.
De suikers worden door de gist niet alleen omgezet in het eindproduct bio-ethanol, een deel gaat verloren door de vorming van het bijproduct glycerol. Tot voor kort werd dit gezien als een onvermijdelijk deel van dit proces. De onderzoekers zijn er nu in geslaagd de glycerolvorming te verminderen, door enzymen uit de Calvincyclus in te bouwen in de gist. De Calvincyclus kennen we ook van fotosynthese, waarbij CO2 vastgelegd wordt door planten.
In het Delftse onderzoek werd het enzym Rubisco uit een CO2-vastleggende bacterie in combinatie met een gen uit spinazie in gist gezet. Samen met twee hulpgenen uit de E.coli bacterie zorgen die er voor dat de gist CO2 kan gebruiken om de vorming van glycerol sterk te verminderen. Hierdoor blijft er meer suiker over voor de omzetting naar bio-ethanol.
Door deze ingreep stijgt de bio-ethanolopbrengst van het proces met 11 procent, terwijl de glycerolproductie 90 procent afneemt. Een patent op deze vondst is inmiddels aangevraagd en de volgende stap is het opschalen in samenwerking met de industrie. De onderzoekers verwachten dat het proces binnen enkele jaren op industriƫle schaal beschikbaar zal zijn.
Bio-ethanol wordt door de gist Saccharomyces cerevisiae gemaakt van suikers uit plantenmateriaal. De gist is hetzelfde micro-organisme dat in bier en wijn alcohol maakt. De productie van bio-ethanol neemt snel toe vanwege het gebruik als autobrandstof. Met 110 miljard liter per jaar is bio-ethanol het grootste product van de industriƫle biotechnologie. Verbeteringen in het proces kunnen daarom potentieel grote besparingen opleveren.
De suikers worden door de gist niet alleen omgezet in het eindproduct bio-ethanol, een deel gaat verloren door de vorming van het bijproduct glycerol. Tot voor kort werd dit gezien als een onvermijdelijk deel van dit proces. De onderzoekers zijn er nu in geslaagd de glycerolvorming te verminderen, door enzymen uit de Calvincyclus in te bouwen in de gist. De Calvincyclus kennen we ook van fotosynthese, waarbij CO2 vastgelegd wordt door planten.
In het Delftse onderzoek werd het enzym Rubisco uit een CO2-vastleggende bacterie in combinatie met een gen uit spinazie in gist gezet. Samen met twee hulpgenen uit de E.coli bacterie zorgen die er voor dat de gist CO2 kan gebruiken om de vorming van glycerol sterk te verminderen. Hierdoor blijft er meer suiker over voor de omzetting naar bio-ethanol.
Door deze ingreep stijgt de bio-ethanolopbrengst van het proces met 11 procent, terwijl de glycerolproductie 90 procent afneemt. Een patent op deze vondst is inmiddels aangevraagd en de volgende stap is het opschalen in samenwerking met de industrie. De onderzoekers verwachten dat het proces binnen enkele jaren op industriƫle schaal beschikbaar zal zijn.
Geen opmerkingen: