Ads Top

Windparken profiteren van sterke stroming in lagere atmosfeer

Krachtige luchtstromingen in de lagere atmosfeer, de zogenaamde ‘low-level jets’ hebben invloed op de prestaties van windmolenparken. De hoogte waarop dit effect plaatsvindt, maakt het verschil. Dit laten onderzoekers van de Universiteit Twente zien in het Journal of Renewable and Sustainable Energy.

Windmolens, verantwoordelijk voor een groeiend aandeel in onze ‘energy mix’, zijn steeds verder de hoogte in gegaan. Waren vroege generaties windmolens niet veel hoger dan 50 meter, de nieuwste generatie haalt al een totale hoogte van meer dan 250 meter, met rotorbladen van meer dan 100 meter. Dit betekent dat effecten in atmosferische grenslagen, die typisch optreden tussen 50 en 1000 meter hoogte, een rol gaan spelen.

Bij kleinere windmolens, spelen die effecten zich bóven de molen af, maar bij de huidige formaten kunnen ze zich ook voordoen op het niveau van de turbine of zelfs daaronder. Het gaat daarbij om windeffecten die bekend staan als low-level jets (LLJ’s), een soort rivieren van lucht. Die treden overal ter wereld op, en zeker ook in het Noordzeegebied.

De onderzoekers hebben simulaties uitgevoerd op een windmolenpark van 40 molens, gerangschikt als vier bij tien, om het effect van LLJ’s te verkennen. Van zo’n park is al wel bekend dat het ‘zog’ van iedere molen invloed heeft op de volgende in de rij. Dit zog blijkt nu ook een aanzuigende uitwerking te hebben op de stroming van een jet.

Deze nieuwe inzichten kunnen helpen bij het ontwerp van de molens en de plaatsing en onderlinge opstelling van de parken. Daarbij spelen nog meer effecten een rol, stellen de onderzoekers, zoals de land-zee overgang en verschillende temperatuursinvloeden.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.