Ads Top

Voortgangsrapportage Programma Aardgasvrije Wijken 2020: Gemeenten enthousiast over proeftuinen, bezorgd over condities voor wijkaanpak

De voortgangsrapportage van het Programma Aardgasvrije wijken over 2020 laat zien dat gemeenten positief zijn over het kunnen leren in de proeftuinen. En de rapportage levert ook een goed beeld van wat er in de proeftuinen geleerd is en ook wat er nog nodig is om een wijkaanpak goed in te richten en ook te kunnen opschalen.

Het blijkt een complexe opgave om wijken aardgasvrij te maken. Tegelijkertijd laten de 46 proeftuinen voortgang zien en wordt er veel geleerd met verschillende alternatieven voor aardgas.

Zo blijkt een goede wijkgerichte businesscase, een stevige regierol van gemeenten en goede samenwerking met partners om ieders plannen op elkaar af te stemmen van groot belang, en intensieve en laagdrempelige bewonersaanpak nodig om bewoners mee te krijgen. En voor het draagvlak blijkt het van belang om het aardgasvrij maken te verbinden aan andere, sociale en fysieke opgaven in de wijk.

Volgens de proeftuingemeenten moeten een aantal keuzes over middelen en bevoegdheden gemaakt worden om de ervaringen uit de proeftuinen te kunnen opschalen.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit de voortgangsrapportage 2020 van het PAW.

Er is bij gemeenten veel animo om mee te doen met een proeftuin. Na de start van PAW in 2018, zijn er in twee rondes 46 proeftuinen geselecteerd. Meer dan de helft van de proeftuingemeenten van de eerste ronde (gestart in 2018) zit in de uitvoeringsfase. Dat betekent dat de planvorming is afgerond en dat ze zijn begonnen met de voorbereidingen voor het aardgasvrij of aardgasvrij-ready maken van de woningen en andere gebouwen in de wijk. Ook zijn 614 woningen daadwerkelijk aardgasvrij gemaakt (peildatum december 2020). Dat is minder dan in de oorspronkelijke planning van gemeenten op gerekend werd.

Het is complex en de zorgvuldigheid die het proces met de bewoners vraagt, vergt meer tijd. De uitvoering komt daardoor langzamer op gang dan vooraf ingeschat. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is leren in de praktijk noodzakelijk en is het werken met proeftuinen daarbij een verstandige keuze.
Gemeenten hebben zorgen over middelen en bevoegdheden

De proeftuingemeenten maken zich vooral zorgen over voldoende middelen en bevoegdheden om de regierol in de wijkgerichte aanpak succesvol te kunnen uitvoeren. Dat gaat over middelen om tot een betaalbaar aanbod te kunnen komen en voor voldoende capaciteit binnen gemeenten. En de bevoegdheid om uiteindelijk de levering van aardgas te kunnen beëindigen. Ook is het voor het lokale draagvlak nodig dat de overheden zich gezamenlijk uitspreken over de stip op de horizon, een aardgasvrije gebouwde omgeving, en blijven bij die boodschap. Een nieuw kabinet is aan zet om keuzes te maken ten aanzien van de benodigde wetgeving en middelen.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.