'COVID-19 zorgde in Nederland voor een toename van meer dan 12% in warmteverbruik'

 

Volgens recent onderzoek van tado° hebben Nederlandse huishoudens hun verwarming deze winter 12,2% meer aan gehad dan tijdens de vorige winter. Door minder auto te rijden hebben we weliswaar geld bespaard en de impact op het milieu verlaagd, maar de energierekeningen van huishoudens zijn hoger geworden doordat we meer thuis waren en dus meer gebruik maakten van de verwarming.

Voor het onderzoek werd een steekproef van 300.000 Europese huizen gebruikt, waarvan ongeveer 47.000 Nederlandse woningen. Hieruit bleek dat Italiaanse en Spaanse huishoudens de grootste toename in warmteverbruik hadden (respectievelijk 22,4% en 22,2%). Zweedse (5,7%), Deense (5,3%) en Luxemburgse (4,6%) huishoudens hadden de kleinste toename. In heel Europa was er dus een toename in het warmteverbruik overdag. En dat terwijl het deze winter gemiddeld 0,6°C warmer was dan vorige winter.

Verwarming en koelen van gebouwen en de industrie zijn goed voor de helft van het energieverbruik van Europa. Daarmee is het de grootste eindgebruiker op het gebied van energie en komt dus nog vóór transport en elektriciteit[1]. Verwarming en warm water zijn goed voor ongeveer driekwart van het energieverbruik van een huishouden. En tweederde van de energie die wordt gebruikt voor verwarming, koelen en warm water in woningen is nog steeds afkomstig van fossiele brandstoffen.