Samenleving meer dan ooit aan zet bij totstandkoming nieuw energiebeleid Overijssel
De Overijsselse samenleving is meer dan ooit aan zet bij de totstandkoming van het nieuwe provinciale energiebeleid. De doelstelling “20% nieuwe energie in 2023” wordt breed gedeeld, en in de plannen is veel aandacht voor draagvlak voor de benodigde (ruimtelijke) ingrepen en initiatieven van onderop. Gedeputeerde Erik Lievers: “Meer dan ooit maken we ons programma samen met de samenleving, zodat de keuzes kunnen rekenen op meer steun in de samenleving en zodat de inwoners en bedrijven in Overijssel ook maximaal profiteren.”
Onlangs werden de eerste contouren van het nieuwe energieprogramma gepresenteerd, aan de hand van vijf deelthema’s. Dat gebeurde niet door de provincie zelf, maar door de partners die deze deelthema’s invullen. De partners organiseren interactieve processen waar iedereen die dat wil kan meedenken en meedoen.
René Venendaal, bestuurslid van het Bio-Energiecluster Oost Nederland (BEON) en trekker van de themagroep Hernieuwbare Opwekking: “Er lijkt meer draagvlak voor windenergie te ontstaan. In Overijssel zou net zo veel windenergie opgewekt kunnen worden als in Drenthe, 285 megawatt. Maar hiervoor is meer beleidsruimte nodig en de medewerking van de politiek.”
Ook wordt er een groei van bio-energie in Overijssel verwacht, mogelijk zelf een verdubbeling: meer houtgestookte ketels en kleine mestvergisters op agrarische bedrijven.
Naast opwekking wordt ook gekeken hoe de energie kan worden getransporteerd. “Bedrijven kunnen warmte en stoom halen uit biomassa. Met de uitbreiding van warmtenetten kunnen kilometers worden gemaakt”, aldus René Venendaal. De energieopgave gaat alle inwoners in Overijssel iets aan. Venendaal: “Alle scholen zouden het goede voorbeeld moeten geven en zonnepanelen moeten plaatsen, in combinatie met een educatief programma.”
René Venendaal vindt Ron van Gent, directeur van VNO-NCW Midden en MKB Nederland-Midden aan zijn zijde. Ron van Gent durft als trekker voor de themagroep Bedrijven zijn nek uit te steken als het om energiebesparing en energieopwekking bij bedrijven gaat: “We denken dat bedrijven gebaat zijn met zon-PV-installaties op bedrijventerreinen in een soort leaseconstructie. Grote industriebedrijven kunnen warmte uitwisselen met behulp van een kaart; dat is een aanvulling op de Energieatlas waarop te zien is waar en op welk moment energie gebruikt wordt en waar restwarmte ontstaat. Dus maak zo’n Warmtekaart.”
Het energiezuinig maken van woningen en andere gebouwen als scholen en kantoren, is een grote opgave. Dat beaamt wethouder Filip van As van de gemeente Zwolle. Hij trekt samen met wethouder Marcel Elferink van de gemeente Hengelo de themagroep Gebouwde omgeving. “Om in 2050 energieneutraal te zijn, moet de nieuwbouw van woningen nu al energieneutraal en gasloos zijn. Deze grote opgave moet op lokaal niveau concreet gemaakt worden. Hier staan vooral gemeenten en woningbouwcorporaties voor aan de lat.”
Voor duurzame mobiliteit is de provincie Overijssel de trekker. “Verkeer en vervoer is in Overijssel goed voor een derde van het totale energiegebruik in de provincie. In 2035 ziet de mobiliteit er waarschijnlijk heel anders uit dan nu”, aldus Bert Boerman, gedeputeerde van Overijssel. Er zijn al een aantal Koersdocumenten opgesteld, voor het Openbaar vervoer en voor het fietsgebruik in Overijssel. Dat betekent echter niet dat de provincie alles zelf gaat realiseren. Ook hier geldt dat samen met bedrijven, overheden, kennisinstellingen en de samenleving aan een verduurzaming gewerkt wordt.
Nieuw als thema, maar niet geheel nieuw in het energieprogramma, zijn lokale initiatieven. Matthijs Nijboer, directeur van de stichting Natuur en Milieu Overijssel is de trekker van dit thema. “Bestaande en nieuwe lokale initiatieven moeten we helpen in het versnellen van hun ontwikkeling en het vergroten van hun realisatiekracht om hiermee hun positie in de energietransitie te verbeteren”, vindt Matthijs Nijboer.
Gedeputeerde Erik Lievers heeft Energie in zijn portefeuille en is evenals de kernpartners blij met de contouren van het nieuwe programma: “We zijn trots op dit eerste tussenresultaat. Het is een belangrijke stap om te komen tot ons nieuwe programma. We hebben samen de handen ineengeslagen en in korte tijd veel bereikt. Er is niet allen gewerkt aan de vijf inhoudelijke thema’s, maar er zijn ook al verbindingen gelegd tussen de thema’s. Ook houden we zoveel mogelijk rekening met nieuwe inzichten die de komende jaren kunnen ontstaan, en waarop we willen kunnen inspelen.”
Onlangs werden de eerste contouren van het nieuwe energieprogramma gepresenteerd, aan de hand van vijf deelthema’s. Dat gebeurde niet door de provincie zelf, maar door de partners die deze deelthema’s invullen. De partners organiseren interactieve processen waar iedereen die dat wil kan meedenken en meedoen.
René Venendaal, bestuurslid van het Bio-Energiecluster Oost Nederland (BEON) en trekker van de themagroep Hernieuwbare Opwekking: “Er lijkt meer draagvlak voor windenergie te ontstaan. In Overijssel zou net zo veel windenergie opgewekt kunnen worden als in Drenthe, 285 megawatt. Maar hiervoor is meer beleidsruimte nodig en de medewerking van de politiek.”
Ook wordt er een groei van bio-energie in Overijssel verwacht, mogelijk zelf een verdubbeling: meer houtgestookte ketels en kleine mestvergisters op agrarische bedrijven.
Naast opwekking wordt ook gekeken hoe de energie kan worden getransporteerd. “Bedrijven kunnen warmte en stoom halen uit biomassa. Met de uitbreiding van warmtenetten kunnen kilometers worden gemaakt”, aldus René Venendaal. De energieopgave gaat alle inwoners in Overijssel iets aan. Venendaal: “Alle scholen zouden het goede voorbeeld moeten geven en zonnepanelen moeten plaatsen, in combinatie met een educatief programma.”
René Venendaal vindt Ron van Gent, directeur van VNO-NCW Midden en MKB Nederland-Midden aan zijn zijde. Ron van Gent durft als trekker voor de themagroep Bedrijven zijn nek uit te steken als het om energiebesparing en energieopwekking bij bedrijven gaat: “We denken dat bedrijven gebaat zijn met zon-PV-installaties op bedrijventerreinen in een soort leaseconstructie. Grote industriebedrijven kunnen warmte uitwisselen met behulp van een kaart; dat is een aanvulling op de Energieatlas waarop te zien is waar en op welk moment energie gebruikt wordt en waar restwarmte ontstaat. Dus maak zo’n Warmtekaart.”
Het energiezuinig maken van woningen en andere gebouwen als scholen en kantoren, is een grote opgave. Dat beaamt wethouder Filip van As van de gemeente Zwolle. Hij trekt samen met wethouder Marcel Elferink van de gemeente Hengelo de themagroep Gebouwde omgeving. “Om in 2050 energieneutraal te zijn, moet de nieuwbouw van woningen nu al energieneutraal en gasloos zijn. Deze grote opgave moet op lokaal niveau concreet gemaakt worden. Hier staan vooral gemeenten en woningbouwcorporaties voor aan de lat.”
Voor duurzame mobiliteit is de provincie Overijssel de trekker. “Verkeer en vervoer is in Overijssel goed voor een derde van het totale energiegebruik in de provincie. In 2035 ziet de mobiliteit er waarschijnlijk heel anders uit dan nu”, aldus Bert Boerman, gedeputeerde van Overijssel. Er zijn al een aantal Koersdocumenten opgesteld, voor het Openbaar vervoer en voor het fietsgebruik in Overijssel. Dat betekent echter niet dat de provincie alles zelf gaat realiseren. Ook hier geldt dat samen met bedrijven, overheden, kennisinstellingen en de samenleving aan een verduurzaming gewerkt wordt.
Nieuw als thema, maar niet geheel nieuw in het energieprogramma, zijn lokale initiatieven. Matthijs Nijboer, directeur van de stichting Natuur en Milieu Overijssel is de trekker van dit thema. “Bestaande en nieuwe lokale initiatieven moeten we helpen in het versnellen van hun ontwikkeling en het vergroten van hun realisatiekracht om hiermee hun positie in de energietransitie te verbeteren”, vindt Matthijs Nijboer.
Gedeputeerde Erik Lievers heeft Energie in zijn portefeuille en is evenals de kernpartners blij met de contouren van het nieuwe programma: “We zijn trots op dit eerste tussenresultaat. Het is een belangrijke stap om te komen tot ons nieuwe programma. We hebben samen de handen ineengeslagen en in korte tijd veel bereikt. Er is niet allen gewerkt aan de vijf inhoudelijke thema’s, maar er zijn ook al verbindingen gelegd tussen de thema’s. Ook houden we zoveel mogelijk rekening met nieuwe inzichten die de komende jaren kunnen ontstaan, en waarop we willen kunnen inspelen.”
Geen opmerkingen: