'Energiecrisis maakt duurzame huizen nog aantrekkelijker'
Door de sterk gestegen energieprijzen liggen de baten van woningverduurzaming voor grote aantallen huishoudens voor het eerst duidelijk hoger dan de kosten ervan. Ook is de vraag naar energiezuinige huizen aanmerkelijk groter dan voor de energiecrisis en is de waarde ervan flink gestegen ten opzichte van vergelijkbare niet-energiezuinige huizen.
Wel verkleint het prijsplafond de prikkel om te verduurzamen voor veel huishoudens. Het kabinet moet bij maatregelen om de koopkracht te repareren dan ook meer rekening houden met de verstorende werking ervan. Dat schrijven economen van RaboResearch in een vandaag verschenen studie naar de financiële aspecten van woningverduurzaming.
Door de sterk gestegen energieprijzen is het voordeel van een energiezuinige woning fors groter geworden. Voor de energiecrisis was een doorsnee huishouden in een doorsnee woning – qua type en oppervlakte – bij energielabel G maar 30 euro per maand meer kwijt aan energie dan bij label A. Voor de invoering van het prijsplafond was dat verschil opgelopen tot ruim 90 euro per maand, maar door dit prijsplafond is het verschil weer teruggebracht tot 50 euro. Omdat het verband tussen energielabel en energieverbruik in de praktijk zwakker is dan in theorie, was het in het verleden lang niet altijd mogelijk om verduurzaming van de woning via de energierekening terug te verdienen.
Bij energiezuinige woningen ligt het praktijkverbruik namelijk een stuk hoger dan het theoretische verbruik, terwijl dat bij woningen met een slecht energielabel juist omgekeerd is. Met de huidige energieprijzen is het veel vaker rendabel om te verduurzamen. Dit verklaart de toegenomen vraag naar energiezuinige woningen. Recent zijn de energieprijzen mede door de zachte winter weer wat gedaald. Als deze trend doorzet, zullen de financiële prikkels om te verduurzamen weer afnemen.
Onderzoek uit 2013 laat zien dat 44 procent van de Nederlanders destijds niet wist hoe hoog hun energierekening was, en in diezelfde tijd bleek dat maar 10 procent van de huizenkopers de energiezuinigheid van een woning betrok bij de aankoopbeslissing. Door de energiecrisis hebben huishoudens de hoogte van hun energierekening nu scherper op het netvlies, en nog maar weinig huizenkopers zullen bij de aankoop van een woning helemaal geen aandacht hebben voor de energiezuinigheid. De sterke toename in het rendement van verduurzamingsmaatregelen en de toegenomen aandacht van huizenkopers voor de duurzaamheid van woningen vormen ook een verklaring voor het feit dat het energielabel van woningen sterker dan in het verleden is terug te zien in de huizenprijzen.
Wel verkleint het prijsplafond de prikkel om te verduurzamen voor veel huishoudens. Het kabinet moet bij maatregelen om de koopkracht te repareren dan ook meer rekening houden met de verstorende werking ervan. Dat schrijven economen van RaboResearch in een vandaag verschenen studie naar de financiële aspecten van woningverduurzaming.
Door de sterk gestegen energieprijzen is het voordeel van een energiezuinige woning fors groter geworden. Voor de energiecrisis was een doorsnee huishouden in een doorsnee woning – qua type en oppervlakte – bij energielabel G maar 30 euro per maand meer kwijt aan energie dan bij label A. Voor de invoering van het prijsplafond was dat verschil opgelopen tot ruim 90 euro per maand, maar door dit prijsplafond is het verschil weer teruggebracht tot 50 euro. Omdat het verband tussen energielabel en energieverbruik in de praktijk zwakker is dan in theorie, was het in het verleden lang niet altijd mogelijk om verduurzaming van de woning via de energierekening terug te verdienen.
Bij energiezuinige woningen ligt het praktijkverbruik namelijk een stuk hoger dan het theoretische verbruik, terwijl dat bij woningen met een slecht energielabel juist omgekeerd is. Met de huidige energieprijzen is het veel vaker rendabel om te verduurzamen. Dit verklaart de toegenomen vraag naar energiezuinige woningen. Recent zijn de energieprijzen mede door de zachte winter weer wat gedaald. Als deze trend doorzet, zullen de financiële prikkels om te verduurzamen weer afnemen.
Onderzoek uit 2013 laat zien dat 44 procent van de Nederlanders destijds niet wist hoe hoog hun energierekening was, en in diezelfde tijd bleek dat maar 10 procent van de huizenkopers de energiezuinigheid van een woning betrok bij de aankoopbeslissing. Door de energiecrisis hebben huishoudens de hoogte van hun energierekening nu scherper op het netvlies, en nog maar weinig huizenkopers zullen bij de aankoop van een woning helemaal geen aandacht hebben voor de energiezuinigheid. De sterke toename in het rendement van verduurzamingsmaatregelen en de toegenomen aandacht van huizenkopers voor de duurzaamheid van woningen vormen ook een verklaring voor het feit dat het energielabel van woningen sterker dan in het verleden is terug te zien in de huizenprijzen.
Geen opmerkingen: