Samen met gemeenten en provincies langjarig vooruit plannen
Alliander CEO Ingrid Thijssen was 8 maart 2019 te gast bij Thomas van Zijl van BNR Zakendoen. Onderwerp van het radio-interview: de uitdagingen van de energietransitie, het tekort aan technici, het draagvlak, de kosten en de infrastructuur.
Netbeheerders moeten door de energietransitie de elektriciteitsnetten verzwaren, maar kunnen de vraag bijna niet bijbenen. Het aansluiten van zon- en windparken loopt hierdoor vertraging op. Waarom is de infrastructuur zo’n groot struikelblok?
“Het elektriciteitsnetwerk is oorspronkelijk niet ingericht voor zoveel decentrale opwek van zon- en windenergie. We gaan meer elektriciteit verbruiken, denk aan warmtepompen en elektrische auto’s. Dat uitbreiden en aanpassen van de netten is waanzinnig veel werk.”
Weten we niet al waanzinnig lang dat door de energietransitie ons net aangepast moet worden?
”Het lastige is dat we niet precies weten wanneer we het net moeten aanpassen. Daarom is het heel erg belangrijk dat netbeheerders, provincies en gemeenten samen vooruitkijken wanneer wat waar moet gebeuren aan het net. Het bouwen van een elektriciteitsverdeelstation duurt twee jaar, maar het totale traject kan door procedures en vergunningstrajecten soms wel tien jaar duren.”
Is het dan een idee om inspraakprocedures eens tegen het licht te houden of zijn er andere mogelijkheden om dit soort trajecten te versnellen?
“Inspraakprocedures zijn in een dichtbevolkt land als Nederland een waardevol goed. Die moeten we handhaven. Ik pleit ervoor om regie te gaan voeren op de energietransitie op land. We moeten samen met gemeenten en provincies samen langjarig vooruit plannen zodat we de aanpassingen in de infrastructuur op tijd voor elkaar krijgen.”
Hoe kun je nu al vooruit plannen als er nog veel zaken onduidelijk zijn zoals technologie en rendement?
“We weten al een heleboel wel. Bijvoorbeeld dat in 2030 geen nieuwe auto’s op fossiele brandstof meer verkocht worden. Op basis van wat we nu weten, moeten we beslissingen durven nemen. Gemeenten kunnen nu bepalen hoeveel zonneweiden, windmolens en laadpalen er komen. Dat gaan we vervolgens programmatisch uitvoeren. We werken in Nederland al op die manier bij de Deltawerken: we maken ruimte voor de rivier en we hebben een Deltacommissaris die een aantal jaren vooruit plant. Na een aantal jaren bekijken ze de stand van de technologie opnieuw en maken ze nieuwe keuzes.”
Welke uitdagingen voor de energietransitie zie je nog meer?
“De energietransitie is een totale verbouwing van onze leefomgeving. Daar hebben we heel veel technici voor nodig en die zijn er in Nederland nauwelijks. Dat leidt tot vertraging. Alliander slaagt er gelukkig in om jaarlijks honderden technici aan te nemen en op te leiden, en we kijken daarbij ook buiten de traditionele kweekvijvers: op 11 maart krijgen de eerste statushouders die we hebben opgeleid, hun diploma van minister Koolmees.”
Hoe krijgt Alliander draagvlak voor de energietransitie?
“Neem de Deltawerken. Daarover doet niemand moeilijk. We snappen van kinds af aan dat water een bedreiging kan zijn voor ons land. Die vanzelfsprekendheid zou er ook voor de energietransitie moeten komen. Politici spelen een rol bij het kweken van draagvlak. ”
Alliander is financieel gezond en keert dividend uit aan gemeenten en provincies die aandeelhouder zijn. Zou dat dividend niet in de energietransitie gestoken moeten worden?
“In sommige Provinciale Staten speelt inderdaad het idee om het dividend aan te wenden voor de energietransitie. Waaraan ons dividend besteed wordt, is een politieke keuze. Daar gaat Alliander niet over.”
Kijk je uit naar 13 maart, de dag waarop het Planbureau voor de Leefomgeving de doorrekening van het Klimaatakkoord presenteert?
“Ja. Er wordt nu van alles geroepen over de kosten van de energietransitie. Dat komt het broodnodige draagvlak niet ten goede. Een objectieve en feitelijke doorrekening zorgt voor duidelijkheid en draagvlak. Alliander wil de kosten van de energietransitie zo laag mogelijk houden. Dat bereiken we door suboptimale investeringen te voorkomen zoals een aardgasnet aanleggen in een wijk waar ook een warmtenet komt. Daarnaast zetten we uitgebreid in op innovaties waarmee we dure netuitbreidingen voorkomen.”
Netbeheerders moeten door de energietransitie de elektriciteitsnetten verzwaren, maar kunnen de vraag bijna niet bijbenen. Het aansluiten van zon- en windparken loopt hierdoor vertraging op. Waarom is de infrastructuur zo’n groot struikelblok?
“Het elektriciteitsnetwerk is oorspronkelijk niet ingericht voor zoveel decentrale opwek van zon- en windenergie. We gaan meer elektriciteit verbruiken, denk aan warmtepompen en elektrische auto’s. Dat uitbreiden en aanpassen van de netten is waanzinnig veel werk.”
Weten we niet al waanzinnig lang dat door de energietransitie ons net aangepast moet worden?
”Het lastige is dat we niet precies weten wanneer we het net moeten aanpassen. Daarom is het heel erg belangrijk dat netbeheerders, provincies en gemeenten samen vooruitkijken wanneer wat waar moet gebeuren aan het net. Het bouwen van een elektriciteitsverdeelstation duurt twee jaar, maar het totale traject kan door procedures en vergunningstrajecten soms wel tien jaar duren.”
Is het dan een idee om inspraakprocedures eens tegen het licht te houden of zijn er andere mogelijkheden om dit soort trajecten te versnellen?
“Inspraakprocedures zijn in een dichtbevolkt land als Nederland een waardevol goed. Die moeten we handhaven. Ik pleit ervoor om regie te gaan voeren op de energietransitie op land. We moeten samen met gemeenten en provincies samen langjarig vooruit plannen zodat we de aanpassingen in de infrastructuur op tijd voor elkaar krijgen.”
Hoe kun je nu al vooruit plannen als er nog veel zaken onduidelijk zijn zoals technologie en rendement?
“We weten al een heleboel wel. Bijvoorbeeld dat in 2030 geen nieuwe auto’s op fossiele brandstof meer verkocht worden. Op basis van wat we nu weten, moeten we beslissingen durven nemen. Gemeenten kunnen nu bepalen hoeveel zonneweiden, windmolens en laadpalen er komen. Dat gaan we vervolgens programmatisch uitvoeren. We werken in Nederland al op die manier bij de Deltawerken: we maken ruimte voor de rivier en we hebben een Deltacommissaris die een aantal jaren vooruit plant. Na een aantal jaren bekijken ze de stand van de technologie opnieuw en maken ze nieuwe keuzes.”
Welke uitdagingen voor de energietransitie zie je nog meer?
“De energietransitie is een totale verbouwing van onze leefomgeving. Daar hebben we heel veel technici voor nodig en die zijn er in Nederland nauwelijks. Dat leidt tot vertraging. Alliander slaagt er gelukkig in om jaarlijks honderden technici aan te nemen en op te leiden, en we kijken daarbij ook buiten de traditionele kweekvijvers: op 11 maart krijgen de eerste statushouders die we hebben opgeleid, hun diploma van minister Koolmees.”
Hoe krijgt Alliander draagvlak voor de energietransitie?
“Neem de Deltawerken. Daarover doet niemand moeilijk. We snappen van kinds af aan dat water een bedreiging kan zijn voor ons land. Die vanzelfsprekendheid zou er ook voor de energietransitie moeten komen. Politici spelen een rol bij het kweken van draagvlak. ”
Alliander is financieel gezond en keert dividend uit aan gemeenten en provincies die aandeelhouder zijn. Zou dat dividend niet in de energietransitie gestoken moeten worden?
“In sommige Provinciale Staten speelt inderdaad het idee om het dividend aan te wenden voor de energietransitie. Waaraan ons dividend besteed wordt, is een politieke keuze. Daar gaat Alliander niet over.”
Kijk je uit naar 13 maart, de dag waarop het Planbureau voor de Leefomgeving de doorrekening van het Klimaatakkoord presenteert?
“Ja. Er wordt nu van alles geroepen over de kosten van de energietransitie. Dat komt het broodnodige draagvlak niet ten goede. Een objectieve en feitelijke doorrekening zorgt voor duidelijkheid en draagvlak. Alliander wil de kosten van de energietransitie zo laag mogelijk houden. Dat bereiken we door suboptimale investeringen te voorkomen zoals een aardgasnet aanleggen in een wijk waar ook een warmtenet komt. Daarnaast zetten we uitgebreid in op innovaties waarmee we dure netuitbreidingen voorkomen.”
Geen opmerkingen: