Ads Top

CO2-emissie glastuinbouw sinds 2014 stabiel

De totale CO2-emissie van de glastuinbouw in 2018 is 5,7 Mton. De uitstoot stabiliseert sinds 2014 op dit niveau en ligt 1,1 Mton boven het doel voor 2020 (4,6 Mton) dat in 2017 werd aangescherpt. Sinds 1990 is de CO2 -emissie in de glastuinbouw met 16% gedaald tegen een reductie van 1% voor totaal Nederland. Hoewel de glastuinbouw het bij het terugdringen van de CO2 -emissie beter doet dan Nederland als geheel, is de verwachting dat de doelstelling voor 2020 niet wordt gehaald. Dit blijkt uit de Energiemonitor Glastuinbouw 2018 van Wageningen Economic Research.

De totale CO2-emissie na temperatuurcorrectie bleef in de periode 2014-2018 vrijwel gelijk. Sinds 2014 leidde een groeiend energiegebruik per m2 en meer elektriciteitsproductie voor de verkoop tot een toename van de CO2-emissie. Daar stond tegenover een reductie van CO2-emissie door krimp van het areaal, meer duurzame energie en toename van de inkoop van elektriciteit. In de periode 2010-2014 daalde het energieverbruik per m2 en werd minder elektriciteit verkocht, waardoor een substantiële CO2-emissiereductie werd gerealiseerd.

Door groei van het energiegebruik per m2 in de periode 2014-2018 nam de CO2-emissie toe. Dit laat zien dat het effect van intensivering groter was dan het totaal effect van extensivering en energiebesparing. De intensivering is het gevolg van de toenemende marktvraag naar energie-intensievere glastuinbouwproducten die in de winterperiode worden geteeld met groeilicht.

Het aandeel duurzame energie in het totaal energiegebruik groeide in 2018 met 0,9 procentpunt naar 7,3%. In de gehele periode 2010-2018 is het gebruik van duurzame energie in de Nederlandse glastuinbouw verdrievoudigd. Het aandeel duurzame energie in de glastuinbouw is in 2017 en 2018 vrijwel gelijk aan het aandeel in Nederland als geheel. In 2018 voorzag aardwarmte in 48% van de toegepaste duurzame energie, op afstand gevolgd door inkoop duurzame elektriciteit (20%), zonne-energie (11%), biobrandstof (10%), inkoop duurzame warmte (10%) en inkoop duurzaam gas (<1%). De groei zat bij aardwarmte en inkoop duurzame warmte, inkoop van duurzame elektriciteit nam af.

Het aandeel van aardgas in de energievoorziening daalde in de periode 2010-2018 van 88% naar 81%. Daarmee zijn de eerste stappen gezet om minder afhankelijk te worden van aardgas. Voor een energievoorziening zonder CO2-emissie is externe CO2 nodig voor de gewassen. Het gebruik van externe CO2 groeide in 2018 met bijna 10% naar 0,64 Mton.

De gemiddelde warmtedekking is bij duurzame warmte (15 m3 a.e./m2) kleiner dan bij inkoop warmte (23 m3 a.e./m2) en bij warmtekrachtkoppelingen op aardgas (wkk) (22 m3 a.e./m2) en vertoont ook een dalende trend. Hierdoor kan het gebruik van duurzame warmte op termijn tegen grenzen aan lopen. Voor reductie van de CO2-emissie op sectorniveau is het van belang dat er hoge dekkingen worden gerealiseerd bij zowel duurzame warmte als inkoop warmte. Ook het combineren van meerdere warmtebronnen zonder CO2-emissie op hetzelfde areaal is hierbij een uitdaging.

In 2018 werd op circa 63% van het areaal glastuinbouw warmte en elektriciteit geproduceerd met warmtekrachtkoppeling op aardgas. Bij deze vorm van elektriciteitsproductie wordt de vrijkomende warmte gebruikt voor de kasverwarming. De elektriciteitsproductie bedroeg ruim 9 miljard kWh en voorzag daarmee in bijna 8% van de nationale consumptie. Door de wkk's werd op nationaal niveau 1,6 Mton CO2-emissie vermeden. Dit komt echter niet tot uiting in de CO2-emissie van de glastuinbouw. Door daling van de stroomprijs nam de verkoop in de periode 2010-2014 af met 3,2 miljard kWh. In de periode 2014-2018 verbeterde de stroomprijs door aantrekkende marktvraag en nam de verkoop met 0,4 miljard kWh toe. Dit bracht respectievelijk een daling van de CO2-emissie met 0,86 Mton en een toename van de CO2-emissie met 0,10 Mton met zich mee. De elektriciteitsconsumptie van de glastuinbouw groeit al jaren door meer groeilicht en bedroeg in 2018 circa 6,7 miljard kWh; dat is zo'n 5,5% van de nationale consumptie.

De hoeveelheid ingekochte warmte nam in 2018 met 0,3 PJ af tot 3,4 PJ. De daling komt door de grotere fractie duurzaam in de geleverde warmte die meetelt bij duurzame energie. Over de hele periode 2010-2018 nam de inkoop van warmte af van 5,3 naar 3,4 PJ. Het aandeel in het totale energiegebruik bedroeg in 2018 3,4%.

De index van de energie-efficiëntie bedroeg in 2018 42% ten opzichte van 1990 en is sinds 2010 stabiel. De glastuinbouw gebruikte daarmee 58% minder primair brandstof per eenheid product dan in het basisjaar. De stabilisatie komt doordat het primair brandstofverbruik per m2 zich in dezelfde mate ontwikkelde als de fysieke productie per m2. In 2018 namen beiden met ruim 1% af. In de jaren daarvoor stegen beiden met circa 2% per jaar.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.