Ads Top

Studenten HU werken mee aan hergebruik windmolens

Windenergie heeft de toekomst. Hoe meer windmolens, hoe beter, zou je zeggen. Alleen hebben windmolens een beperkte levenstijd. Wat doe je met afgeschreven exemplaren? “Tot 2028 gaat de helft van de windmolens in de Flevopolder tegen de vlakte. Niemand weet wat er met het afval moet gebeuren.” Studenten technische bedrijfskunde hielpen een externe opdrachtgever om tot een duurzame oplossing te komen.

Ondernemer Sebastiaan Verheijen van EES (Extreme Eco Solutions) dacht er tien jaar geleden al over na. “Je ziet soms bladen van windmolens terug als speeltoestellen. Een leuk idee maar een duurzame oplossing is het niet. Het probleem is dat de bladen gemaakt zijn van samengesteld materiaal of ‘composiet’. Je kan het alleen bij een zeer hoge temperatuur verbranden. Grote afvalverwerkers hebben daarom geen belangstelling voor composiet.” Vermalen (‘shredden’) en hergebruiken kan wel. “Een beetje hars erbij en je kan het materiaal in een mal gieten voor stoeptegels, grafstenen, wasbakken.” Verheijen zag een eindeloze hoeveelheid mogelijkheden voor zich. Investeerders had hij ook al op het oog. Maar hij vroeg zich af hoe hij het bedrijfsproces optimaal zou kunnen inrichten. Via Het Groene Brein, een netwerk van wetenschappers, kwam hij terecht bij Hogeschool Utrecht (HU).

In eerste instantie ging het vooral om een bedrijfseconomisch en logistiek vraagstuk. Ga je bladen van windmolens ter plekke verwerken of richt je ergens een centrale verwerkingsplaats in? Met die vraag gingen studenten technische bedrijfskunde aan de slag. Hun project was een van twintig multidisciplinaire Quest-projecten voor derdejaars studenten van de HU. Docent en begeleider Dré Struijk had voor hen het handboek ‘Oplossen van problemen in organisaties’ uit de kast getrokken. “Hoe pak je een probleem aan en hoe los je het op”, vat hij het samen. “Niets mooiers om dan aan een echt vraagstuk te werken.” Een actueel onderwerp bovendien. “Niet alleen komen er steeds meer windmolens, er worden er ook steeds meer afgeschreven.”

Algauw werd wet- en regelgeving een essentieel onderdeel van het project. “Je mag niet zomaar overal shredden”, zegt student Sude Hoogenveen. “Wet- en regelgeving was veel belangrijker dan we in het begin dachten. EES moet aan zóveel regels voldoen. Voor elke plek is onderzoek nodig en dat kost al gauw €15.000. Is dat wel rendabel?” De studenten verzamelden relevante informatie over vergunningen en meldplicht en gaven deze door aan de ondernemer. Ze becijferden dat het zinvol is om ter plekke een shredder te plaatsen als daar acht of meer windmolens tegen de vlakte gaan. Voor ondernemer Sebastiaan Verheijen was dat zeer nuttige informatie. De samenwerking met de groep studenten beviel hem goed. De achtergrond van de docent werkte ook mee: ‘Dré is een zij-instromer die zelf ondernemer is geweest en weet hoe de wereld in elkaar zit.”

Hoe nu verder? Een van de plannen is om composiet te hergebruiken op de plek waar het vandaan komt. Verheijen: “Het zou prachtig zijn als je de paden tussen de windmolens van hergebruikt materiaal zou kunnen maken.” In de Flevopolder kunnen ze zijn ideeën de komende jaren goed gebruiken. En de studenten van de HU helpen graag mee.



1 opmerking:

  1. Dit composiet materiaal wordt het asbest van de toekomst. Zeker niet los in de natuur gooien, het vergaat nooit.

    BeantwoordenVerwijderen

Mogelijk gemaakt door Blogger.