SodM: NAM, GTS en GasTerra moeten zich inspannen voor een zo laag en vlak mogelijke gasproductie in Groningen
Om ervoor te zorgen dat het risico op aardbevingen zoveel mogelijk beperkt wordt, heeft het Staatstoezicht op de Mijnen de operationele strategie van de NAM voor de gaswinning in Groningen voor komend gasjaar (1 oktober 2018-1 oktober 2019) beoordeeld. Uitgangspunt is dat er zo min mogelijk en zo vlak mogelijk gas gewonnen wordt in Groningen. Daarom adviseert SodM het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) niet alleen voorwaarden aan het instemmingsbesluit te verbinden, maar ook aanwijzingen aan GTS en GasTerra te geven.
Als het warm is, wordt er meer gas geproduceerd dan nodig is voor levering aan huizen en bedrijven. Dit gas wordt opgeslagen in gasopslag Norg. Dit kan dan weer gebruikt worden als het koud is. Daarom moet de productie, distributie en de opslag van Groningen-gas op elkaar afgestemd zijn. Tot slot vindt SodM het belangrijk dat ingrijpen in de operationele strategie van de NAM mogelijk blijft als er onverwachte aardbevingen plaatsvinden in Groningen op basis van het Meet- en regelprotocol.
Voorwaarden te verbinden aan het instemmingsbesluit:
Sluit definitief de Loppersum-clusters en maak een plan van aanpak voor de ontmanteling van deze productielocatie. Houd per cluster minimaal 1 gasput beschikbaar voor metingen in het kader van het toezicht van SodM.
Zorg dat in de overgebleven productieclusters de fluctuaties in de gasproductie beperkt blijven zoals geadviseerd in het Zeerijp-advies van 1 februari jl. Maand op maand variaties moeten binnen de geadviseerde bandbreedten blijven.
Leg de wijze waarop de minister in de operationele strategie kan interveniëren bij een toenemende vraag naar Groningen-gas of bij een afwijkende ontwikkeling van de seismiciteit (op basis van het Meet- en regelprotocol) vast.
Tot slot merkt SodM op dat het huidige werkvolume van de gasopslag Norg is gemaximeerd op 4,8-5 miljard Nm3 per jaar. De NAM heeft EZK in 2015 gevraagd dit werkvolume te verruimen naar 6 miljard Nm3 per jaar. SodM heeft vorig jaar over deze aanvraag geadviseerd en concludeert dat deze niet leidt tot extra seismische risico’s voor omwonenden. SodM dringt er bij EZK op aan zo snel als mogelijk een besluit te nemen over de verruiming van gasopslag Norg.
Als het warm is, wordt er meer gas geproduceerd dan nodig is voor levering aan huizen en bedrijven. Dit gas wordt opgeslagen in gasopslag Norg. Dit kan dan weer gebruikt worden als het koud is. Daarom moet de productie, distributie en de opslag van Groningen-gas op elkaar afgestemd zijn. Tot slot vindt SodM het belangrijk dat ingrijpen in de operationele strategie van de NAM mogelijk blijft als er onverwachte aardbevingen plaatsvinden in Groningen op basis van het Meet- en regelprotocol.
Voorwaarden te verbinden aan het instemmingsbesluit:
Sluit definitief de Loppersum-clusters en maak een plan van aanpak voor de ontmanteling van deze productielocatie. Houd per cluster minimaal 1 gasput beschikbaar voor metingen in het kader van het toezicht van SodM.
Zorg dat in de overgebleven productieclusters de fluctuaties in de gasproductie beperkt blijven zoals geadviseerd in het Zeerijp-advies van 1 februari jl. Maand op maand variaties moeten binnen de geadviseerde bandbreedten blijven.
Leg de wijze waarop de minister in de operationele strategie kan interveniëren bij een toenemende vraag naar Groningen-gas of bij een afwijkende ontwikkeling van de seismiciteit (op basis van het Meet- en regelprotocol) vast.
Tot slot merkt SodM op dat het huidige werkvolume van de gasopslag Norg is gemaximeerd op 4,8-5 miljard Nm3 per jaar. De NAM heeft EZK in 2015 gevraagd dit werkvolume te verruimen naar 6 miljard Nm3 per jaar. SodM heeft vorig jaar over deze aanvraag geadviseerd en concludeert dat deze niet leidt tot extra seismische risico’s voor omwonenden. SodM dringt er bij EZK op aan zo snel als mogelijk een besluit te nemen over de verruiming van gasopslag Norg.
Geen opmerkingen: