Consistent subsidiebeleid cruciaal voor investeringen in windenergie
Stabiele financiĆ«le steun vormt voor kleinere en gespecialiseerde ondernemers nog steeds een belangrijke drijfveer om te investeren in windenergie. Veranderingen in de zogenoemde ‘feed-in tarifering’ (de terugleververgoeding) leiden tot minder nieuwe capaciteit om windenergie op te wekken. Dat blijkt uit een recente studie van Lone Werner en Bert Scholtens naar de invloed van veranderingen in regelgeving op de investeringen in windcapaciteit in Duitsland. Investeringen van conventionele energieleveranciers zijn minder gevoelig voor wijzingen in de subsidievoorwaarden. Voor de traditionele energiereuzen zijn vooral de volatiliteit van elektriciteitsprijzen, constructiekosten en vervuilingskosten bepalend bij hun beslissing om al dan niet in wind te gaan investeren.
Werner en Scholtens onderzochten de effecten van veranderingen in de zogenoemde ‘feed-in tarifering’ (een bij wet geregelde vergoedingsstructuur voor de versnelde ingebruikname van duurzame energie) in de periode 2000-2014. Bijzonder aan deze studie is dat zij expliciet analyseerden hoe verschillende typen organisaties reageren op zulke veranderingen, waaronder bestaande energieleveranciers, kleine private investeerders, gediversifieerde ondernemingen en onafhankelijke energieproducenten. ‘Wij tonen aan dat de precieze omvang van de subsidie er minder toe doet dan we vooraf misschien hadden gedacht. Uit onze resultaten leiden we af dat beleidsmakers moeten blijven inzetten op het reduceren van onzekerheid door het inzichtelijk maken van risico’s voor alle typen investeerders. De overheid kan dat vooral doen door transparant en consistent te zijn’, zegt Scholtens.
De motivatie van de verschillende bedrijfstypen om te investeren in windenergie loopt sterk uiteen, concluderen Werner en Scholtens. Winstgevendheid speelt bij allen een rol, maar bij de kleinere en onafhankelijke producenten is ook de zorg voor het milieu en de leefomgeving een krachtige drijfveer. Bij de conventionele energieleveranciers bleek de intrinsieke motivatie om te investeren in windenergie beperkt gedurende de onderzochte periode. Zij gaan doorgaans pas over tot investeringen in windenergie onder druk van regelgeving of aandeelhouders.
Lone Werner verrichtte dit onderzoek binnen het bachelor honoursprogramma van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Zij behaalde haar master Sustainable Energy Systems bij de University of Edinburgh. Momenteel werkt Werner bij Denker&Wulf AG in Sehestedt (Duitsland). Bert Scholtensis hoogleraar Duurzaam Bankieren en Financieren aan de Rijksuniversiteit Groningen en de University of St Andrews (Schotland). De onderzoekers publiceerden hun bevindingen in het Journal of Industrial Ecology.
Werner en Scholtens onderzochten de effecten van veranderingen in de zogenoemde ‘feed-in tarifering’ (een bij wet geregelde vergoedingsstructuur voor de versnelde ingebruikname van duurzame energie) in de periode 2000-2014. Bijzonder aan deze studie is dat zij expliciet analyseerden hoe verschillende typen organisaties reageren op zulke veranderingen, waaronder bestaande energieleveranciers, kleine private investeerders, gediversifieerde ondernemingen en onafhankelijke energieproducenten. ‘Wij tonen aan dat de precieze omvang van de subsidie er minder toe doet dan we vooraf misschien hadden gedacht. Uit onze resultaten leiden we af dat beleidsmakers moeten blijven inzetten op het reduceren van onzekerheid door het inzichtelijk maken van risico’s voor alle typen investeerders. De overheid kan dat vooral doen door transparant en consistent te zijn’, zegt Scholtens.
De motivatie van de verschillende bedrijfstypen om te investeren in windenergie loopt sterk uiteen, concluderen Werner en Scholtens. Winstgevendheid speelt bij allen een rol, maar bij de kleinere en onafhankelijke producenten is ook de zorg voor het milieu en de leefomgeving een krachtige drijfveer. Bij de conventionele energieleveranciers bleek de intrinsieke motivatie om te investeren in windenergie beperkt gedurende de onderzochte periode. Zij gaan doorgaans pas over tot investeringen in windenergie onder druk van regelgeving of aandeelhouders.
Lone Werner verrichtte dit onderzoek binnen het bachelor honoursprogramma van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Zij behaalde haar master Sustainable Energy Systems bij de University of Edinburgh. Momenteel werkt Werner bij Denker&Wulf AG in Sehestedt (Duitsland). Bert Scholtensis hoogleraar Duurzaam Bankieren en Financieren aan de Rijksuniversiteit Groningen en de University of St Andrews (Schotland). De onderzoekers publiceerden hun bevindingen in het Journal of Industrial Ecology.
Geen opmerkingen: