'Overheid heeft laadinfrastructuur e-busvervoer nog onvoldoende in beeld'
De regionale en lokale overheden hebben nog onvoldoende beeld van de laadinfrastructuur voor elektrische bussen van het openbaar vervoer. Dat concludeert PwC in een onderzoek in opdracht van netbeheerder Stedin. In 2030 moet al het openbaar busvervoer in Nederland emissieloos zijn. Een overgroot deel van deze bussen wordt elektrisch. Met name het ontbreken van goede voorspellingen van de benodigde laadlocaties die door de netbeheerder van het stroomnet moeten worden aangelegd, lijkt over een paar jaar een probleem te worden. Stedin wil zo vroeg als mogelijk aan tafel bij provincies en gemeenten om knelpunten en hoge kosten te voorkomen.
Netbeheerders hebben een flinke uitdaging om de elektriciteitsaansluitingen voor de oplaadpunten van bussen tijdig en tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten te realiseren. Voor de laadlocaties moet de netbeheerder zware stroomkabels aanleggen: een flinke investering van maatschappelijk geld. Hierbij is het belangrijk dat er een goede voorspelling is van hoeveel bussen er de komende jaren op de laadlocaties komen laden en hoeveel vermogen hiervoor nodig is. Zo kan de benodigde capaciteit in één keer goed worden aangelegd. Als dat niet goed gebeurt, betekent dit dat de straat toch meerdere keren open moet om kabels aan te leggen, met als gevolg extra maatschappelijke kosten en overlast door werkzaamheden.
Anders dan bij personenauto’s is het standaardiseren van elektrisch laden van e-bussen nog niet geregeld. Busfabrikanten moeten hiermee haast maken. Er rijden nu nog verschillende merken en typen e-bussen rond die ieder weer hun eigen oplaadpunt nodig hebben. Zo zijn er bussen met een pantograaf op het dak; andere bussen maken gebruik van een laadpaal met geïntegreerde pantograaf. Weer andere bussen worden met speciale stekkers opgeladen. In de praktijk betekent dit dat een netbeheerder extra elektriciteitsaansluitingen (en dus extra kosten) moet maken, hierdoor lopen de maatschappelijk kosten voor de laadinfra op.
PwC concludeert tot slot dat netbeheerders eerder aan tafel moeten bij provincie en gemeenten over de concessie. Netbeheerders verwachten de komende jaren veel aanvragen voor elektriciteitsaansluitingen voor laadlocaties en heeft een wettelijke termijn van achttien weken om de nieuwe aansluitingen op te leveren. Dit is heel kort om zware laadinfrastructuur voor bussen in dichtbebouwde steden aan te leggen. Stedin ziet graag dat locaties voor de aan te leggen laadinfrastructuur samen met gemeenten en provincies worden uitgedacht voordat de aanbestedingsprocedure voor een nieuwe busmaatschappij start.
Netbeheerders hebben een flinke uitdaging om de elektriciteitsaansluitingen voor de oplaadpunten van bussen tijdig en tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten te realiseren. Voor de laadlocaties moet de netbeheerder zware stroomkabels aanleggen: een flinke investering van maatschappelijk geld. Hierbij is het belangrijk dat er een goede voorspelling is van hoeveel bussen er de komende jaren op de laadlocaties komen laden en hoeveel vermogen hiervoor nodig is. Zo kan de benodigde capaciteit in één keer goed worden aangelegd. Als dat niet goed gebeurt, betekent dit dat de straat toch meerdere keren open moet om kabels aan te leggen, met als gevolg extra maatschappelijke kosten en overlast door werkzaamheden.
Anders dan bij personenauto’s is het standaardiseren van elektrisch laden van e-bussen nog niet geregeld. Busfabrikanten moeten hiermee haast maken. Er rijden nu nog verschillende merken en typen e-bussen rond die ieder weer hun eigen oplaadpunt nodig hebben. Zo zijn er bussen met een pantograaf op het dak; andere bussen maken gebruik van een laadpaal met geïntegreerde pantograaf. Weer andere bussen worden met speciale stekkers opgeladen. In de praktijk betekent dit dat een netbeheerder extra elektriciteitsaansluitingen (en dus extra kosten) moet maken, hierdoor lopen de maatschappelijk kosten voor de laadinfra op.
PwC concludeert tot slot dat netbeheerders eerder aan tafel moeten bij provincie en gemeenten over de concessie. Netbeheerders verwachten de komende jaren veel aanvragen voor elektriciteitsaansluitingen voor laadlocaties en heeft een wettelijke termijn van achttien weken om de nieuwe aansluitingen op te leveren. Dit is heel kort om zware laadinfrastructuur voor bussen in dichtbebouwde steden aan te leggen. Stedin ziet graag dat locaties voor de aan te leggen laadinfrastructuur samen met gemeenten en provincies worden uitgedacht voordat de aanbestedingsprocedure voor een nieuwe busmaatschappij start.
Geen opmerkingen: