Urgenda: Maak windmolens sociaal!
De organisatie Urgenda pleit voor meer sociale windmolens. Deze molens zijn door burgers neergezet en de opbrengst komt ten goede aan de lokale gemeenschap. Als windmolens van de gemeenschap zijn en als met de opbrengst het zwembad open kan blijven of deelauto’s worden aangeschaft, dan zijn windmolens geliefd en wil men er steeds meer.
De twaalf provincies hanteren verschillend beleid voor windenergieopwekking op land. In Noord-Holland en Friesland bijvoorbeeld is het huidige beleid niet voordelig voor sociale windmolens. In Friesland zet men de rem op solitaire molens, waardoor bestaande sociale molens in de knel komen, en nieuwe dorpsmolens worden tegengehouden. De huidige regels in Noord-Holland bepalen dat voor elke nieuwe molen twee oude molens moet worden afgebroken en dat molens op nette rijen staan. Zo ligt de weg vrij voor grote windparken door grote bedrijven, maar is het sociale dorpsinitiatief bijna onmogelijk. De provincies Limburg, Brabant en Gelderland daarentegen schrijven in hun beleid juist positief over de gemeenschapsmolen. Groningen heeft onlangs haar beleid gewijzigd waardoor maatschappelijke relevantie een belangrijk onderdeel is geworden bij de aanbesteding van nieuwe windmolens.
In Waterland, op de dijk naar Marken, draaien sinds 2011 twee windmolens die zijn neergezet door 550 leden van de plaatselijke Coöperatie Windenergie Waterland. Deze leden ontvangen ieder jaar rendement op hun inleg. Dit is een mooie en inmiddels veelvoorkomende manier om de omgeving te betrekken. Maar deze windmolens leveren ook ieder jaar zo’n 20.000 euro voor sportevenementen en buurtfeesten in de nabijheid van de molen. En zo’n 180.000 euro per jaar wordt via een lokale stichting ingezet voor verduurzamingsprojecten in de omgeving. Zo heeft de molen al gezorgd voor de plaatsing van duizenden zonnepanelen, isolatie van honderden woningen, duurzame warmte in vier scholen en het plaatselijke zwembad, LED verlichting in de binnenhaven, zeven elektrische deelauto’s en meerdere laadpalen. Zo heeft iedereen in de buurt baat bij de molen en werkt de molen als vliegwiel in de energietransitie.
In Friesland zijn er meerdere dorpen met hun eigen sociale dorpsmolen. De oudste en meest bekende is de molen in Reduzum. Deze draait al ruim twintig jaar. Dankzij de molen is de voetbalclub duurzaam, ligt het dorp vol zonnepanelen en rijdt er een dorpsbus rond. Bovendien is men trots op ‘onze molen’ en zijn mensen bewuster geworden van nut en noodzaak van schone energie. Ook in Nijmegen staan sinds twee jaar vier nieuwe molens die met behulp van de inleg van vele plaatselijke bewoners zijn neergezet. Dit najaar heeft het omgevingsfonds van de molens voor het eerst geld uitgekeerd aan buurtprojecten in de wijken die het dichtst bij de molen liggen. Zij krijgen bijvoorbeeld meer groen, een sportweek en een glasvezelnetwerk. Zo profiteren alle omwonenden. Ook in Brabant, Zeeland en Limburg liggen plannen voor sociale windmolenparken.
De Provinciale Staten verkiezingen in maart zijn erg belangrijk voor de toekomst van windmolens. Zo lijkt het huidige beleid van de VVD en PVV geheel tegen windmolens op land te zijn, maar zijn er ook partijen die de sociale molen actief willen steunen. In februari lanceert Urgenda daarom de Windkieswijzer om mensen te wijzen op de standpunten van de verschillende partijen per provincie. Het doel is dat iedereen kan stemmen op een partij die een sociale energietransitie nastreeft zodat iedereen baat kan hebben bij een windmolen.
De twaalf provincies hanteren verschillend beleid voor windenergieopwekking op land. In Noord-Holland en Friesland bijvoorbeeld is het huidige beleid niet voordelig voor sociale windmolens. In Friesland zet men de rem op solitaire molens, waardoor bestaande sociale molens in de knel komen, en nieuwe dorpsmolens worden tegengehouden. De huidige regels in Noord-Holland bepalen dat voor elke nieuwe molen twee oude molens moet worden afgebroken en dat molens op nette rijen staan. Zo ligt de weg vrij voor grote windparken door grote bedrijven, maar is het sociale dorpsinitiatief bijna onmogelijk. De provincies Limburg, Brabant en Gelderland daarentegen schrijven in hun beleid juist positief over de gemeenschapsmolen. Groningen heeft onlangs haar beleid gewijzigd waardoor maatschappelijke relevantie een belangrijk onderdeel is geworden bij de aanbesteding van nieuwe windmolens.
In Waterland, op de dijk naar Marken, draaien sinds 2011 twee windmolens die zijn neergezet door 550 leden van de plaatselijke Coöperatie Windenergie Waterland. Deze leden ontvangen ieder jaar rendement op hun inleg. Dit is een mooie en inmiddels veelvoorkomende manier om de omgeving te betrekken. Maar deze windmolens leveren ook ieder jaar zo’n 20.000 euro voor sportevenementen en buurtfeesten in de nabijheid van de molen. En zo’n 180.000 euro per jaar wordt via een lokale stichting ingezet voor verduurzamingsprojecten in de omgeving. Zo heeft de molen al gezorgd voor de plaatsing van duizenden zonnepanelen, isolatie van honderden woningen, duurzame warmte in vier scholen en het plaatselijke zwembad, LED verlichting in de binnenhaven, zeven elektrische deelauto’s en meerdere laadpalen. Zo heeft iedereen in de buurt baat bij de molen en werkt de molen als vliegwiel in de energietransitie.
In Friesland zijn er meerdere dorpen met hun eigen sociale dorpsmolen. De oudste en meest bekende is de molen in Reduzum. Deze draait al ruim twintig jaar. Dankzij de molen is de voetbalclub duurzaam, ligt het dorp vol zonnepanelen en rijdt er een dorpsbus rond. Bovendien is men trots op ‘onze molen’ en zijn mensen bewuster geworden van nut en noodzaak van schone energie. Ook in Nijmegen staan sinds twee jaar vier nieuwe molens die met behulp van de inleg van vele plaatselijke bewoners zijn neergezet. Dit najaar heeft het omgevingsfonds van de molens voor het eerst geld uitgekeerd aan buurtprojecten in de wijken die het dichtst bij de molen liggen. Zij krijgen bijvoorbeeld meer groen, een sportweek en een glasvezelnetwerk. Zo profiteren alle omwonenden. Ook in Brabant, Zeeland en Limburg liggen plannen voor sociale windmolenparken.
De Provinciale Staten verkiezingen in maart zijn erg belangrijk voor de toekomst van windmolens. Zo lijkt het huidige beleid van de VVD en PVV geheel tegen windmolens op land te zijn, maar zijn er ook partijen die de sociale molen actief willen steunen. In februari lanceert Urgenda daarom de Windkieswijzer om mensen te wijzen op de standpunten van de verschillende partijen per provincie. Het doel is dat iedereen kan stemmen op een partij die een sociale energietransitie nastreeft zodat iedereen baat kan hebben bij een windmolen.
Geen opmerkingen: