Huurder bespaart energie vooral omwille van eigen portemonnee
Energiebesparing en duurzaamheid staan hoog op de agenda van de woningcorporaties. De overheid, Aedes en andere partijen hebben hun gezamenlijke ambities vastgelegd in het Koepelconvenant Energiebesparing Gebouwde Omgeving. Aedes tekende ook twee deelconvenanten: het Convenant Energiebesparing Corporatiesector en het Lenteakkoord Energiezuinige Nieuwbouw. Onderdeel van het energieconvenant is de woonlastenwaarborg. Die garandeert huurders dat woonlasten, ondanks eventuele huurverhoging, door energiebesparende maatregelen gemiddeld voor het hele complex zullen dalen. Echter, de mening en het gedrag van de huurder is een belangrijke sleutel tot succes. USP Marketing Consultancy ondervroeg 1000 Nederlanders over dit onderwerp.
Niet het milieu, maar het besparen van kosten is de belangrijkste drijfveer om energie te besparen. Maar liefst 70% van de huurders geeft dit aan. Voor een kleine 20% is het milieu het belangrijkste. Hierin verschillen overigens huurders niet van eigenaren. Ook voor woningeigenaren zijn de kostenbesparingen het belangrijkste. Jongeren (jonger dan 35 jaar) noemen iets vaker het milieu als belangrijkste factor (29%).
De kwaliteit van de woning bepaalt volgens huurders voor een groot deel het energieverbruik. De huurder legt hiermee dus de verantwoordelijkheid voor het energieverbruik bij de corporatie. Het energielabel, dat ervoor zou moeten zorgen dat bewoners meer inzicht krijgen in het energieverbruik in relatie tot de kwaliteit van de woning, is nog bij een groot gedeelte van de huurders onbekend: 62% van de huurders weet niet welk energielabel de eigen woning heeft. Dit terwijl meer dan 90% van alle corporatiewoningen zijn voorzien van een energielabel.
Huurders onderkennen dat naast de kwaliteit van de woning het eigen gedrag ook in zeer sterke mate het energieverbruik bepaalt. Ook op dit punt is nog winst te behalen. Dit bleek al uit het artikel '1 op de 5 Nederlanders let niet op energieverbruik in huis.' Een aantal maatregelen wordt door veel huurders wel gedaan. Bijna driekwart van de huurders zegt op lagere temperatuur te wassen (71%) en de was op te hangen in plaats van in de droger te drogen (69%). Ook zegt ongeveer driekwart van de huurders de thermostaat eerder omlaag te zetten en in zijn geheel een graadje lager te zetten (respectievelijk 71% en 73%). Echter er is ook nog winst te behalen. Zo zegt bijna 40% van de huurders niet de adapters uit het stopcontact te halen als er niet opgeladen wordt of apparaten uit te zetten in plaats van op stand-by te laten staan.
De focus van de huurder ligt bij energiebesparing dus met name op kostenbesparing. Hiermee moet rekening gehouden worden om huurders over te halen tot het nemen van acties of het veranderen van gedrag. Het volgende artikel in deze reeks zal ingaan op hoe ver huurders willen gaan in het meebetalen of meewerken aan verbeteringen/ aanpassingen aan hun woning, bijvoorbeeld isolatie, waardoor er een win-winsituatie ontstaat voor zowel huurder als corporatie in de zin van woonlasten én energiebesparing.
Niet het milieu, maar het besparen van kosten is de belangrijkste drijfveer om energie te besparen. Maar liefst 70% van de huurders geeft dit aan. Voor een kleine 20% is het milieu het belangrijkste. Hierin verschillen overigens huurders niet van eigenaren. Ook voor woningeigenaren zijn de kostenbesparingen het belangrijkste. Jongeren (jonger dan 35 jaar) noemen iets vaker het milieu als belangrijkste factor (29%).
De kwaliteit van de woning bepaalt volgens huurders voor een groot deel het energieverbruik. De huurder legt hiermee dus de verantwoordelijkheid voor het energieverbruik bij de corporatie. Het energielabel, dat ervoor zou moeten zorgen dat bewoners meer inzicht krijgen in het energieverbruik in relatie tot de kwaliteit van de woning, is nog bij een groot gedeelte van de huurders onbekend: 62% van de huurders weet niet welk energielabel de eigen woning heeft. Dit terwijl meer dan 90% van alle corporatiewoningen zijn voorzien van een energielabel.
Huurders onderkennen dat naast de kwaliteit van de woning het eigen gedrag ook in zeer sterke mate het energieverbruik bepaalt. Ook op dit punt is nog winst te behalen. Dit bleek al uit het artikel '1 op de 5 Nederlanders let niet op energieverbruik in huis.' Een aantal maatregelen wordt door veel huurders wel gedaan. Bijna driekwart van de huurders zegt op lagere temperatuur te wassen (71%) en de was op te hangen in plaats van in de droger te drogen (69%). Ook zegt ongeveer driekwart van de huurders de thermostaat eerder omlaag te zetten en in zijn geheel een graadje lager te zetten (respectievelijk 71% en 73%). Echter er is ook nog winst te behalen. Zo zegt bijna 40% van de huurders niet de adapters uit het stopcontact te halen als er niet opgeladen wordt of apparaten uit te zetten in plaats van op stand-by te laten staan.
De focus van de huurder ligt bij energiebesparing dus met name op kostenbesparing. Hiermee moet rekening gehouden worden om huurders over te halen tot het nemen van acties of het veranderen van gedrag. Het volgende artikel in deze reeks zal ingaan op hoe ver huurders willen gaan in het meebetalen of meewerken aan verbeteringen/ aanpassingen aan hun woning, bijvoorbeeld isolatie, waardoor er een win-winsituatie ontstaat voor zowel huurder als corporatie in de zin van woonlasten én energiebesparing.
Geen opmerkingen: