Provincies garanderen ruimte voor 6000 Megawatt windenergie
Provincies garanderen ruimte voor 6000 Megawatt aan windenergie op land. Donderdag 31 januari heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) ingestemd met de afspraken die met de ministers Kamp van Economische Zaken (EZ) en Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu (I&M) zijn gemaakt. Afgesproken is om voor 1 januari 2014 gebieden voor windmolenparken aan te wijzen. De 6000 Megawatt windenergie voorzien in 2020 ruim vier miljoen huishoudens van elektriciteit.
Minister Kamp is positief over de afspraken met de provincies. ‘Dankzij het akkoord zorgen we er samen met de provincies voor dat windmolens daar geplaatst worden waar zoveel mogelijk draagvlak is’, aldus de bewindsman. ‘We willen tegen zo laag mogelijke kosten 16% duurzame energie in 2020 realiseren en kijken daarom naar de goedkoopste vormen van duurzame energie. Dan kom je onder meer uit bij windmolens op land.’
Ook Minister Schultz van Haegen is tevreden met deze uitkomst: ‘Het IPO heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Ik ben blij dat de 6000 Megawatt wind op land nu gegarandeerd wordt. Hiermee zetten we een stap voorwaarts om Nederland duurzamer te maken.’
IPO-portefeuillehouder Yves de Boer: ‘Het is goed nieuws dat provincies samen met het Rijk afspraken hebben gemaakt waar windmolens komen en waar niet. Provincies zijn als geen ander in staat op basis van lokaal en regionaal draagvlak ruimtelijke keuzes te maken.’
Om in 2020 16 procent duurzame energie te hebben kijken de ministeries van EZ en I&M samen met de provincies komende 4 maanden hoe nog meer duurzame energie kan worden opgewekt. Daarbij wordt gezocht naar een energiemix die ruimtelijk aanvaardbaar is en economisch het meest oplevert.
Voor 31 december 2013 leggen de provincies de eerste gebieden met een potentieel voor 5.715 Megawatt ruimtelijk vast. Mochten er gebieden afvallen dan vult de provincie dit zelf aan met alternatieve locaties. Na 1 mei 2013 maken de provincies ook voor het resterend benodigde vermogen aan windenergie ruimtelijke reserveringen, inclusief de ontbrekende 285 megawatt.
Minister Kamp is positief over de afspraken met de provincies. ‘Dankzij het akkoord zorgen we er samen met de provincies voor dat windmolens daar geplaatst worden waar zoveel mogelijk draagvlak is’, aldus de bewindsman. ‘We willen tegen zo laag mogelijke kosten 16% duurzame energie in 2020 realiseren en kijken daarom naar de goedkoopste vormen van duurzame energie. Dan kom je onder meer uit bij windmolens op land.’
Ook Minister Schultz van Haegen is tevreden met deze uitkomst: ‘Het IPO heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Ik ben blij dat de 6000 Megawatt wind op land nu gegarandeerd wordt. Hiermee zetten we een stap voorwaarts om Nederland duurzamer te maken.’
IPO-portefeuillehouder Yves de Boer: ‘Het is goed nieuws dat provincies samen met het Rijk afspraken hebben gemaakt waar windmolens komen en waar niet. Provincies zijn als geen ander in staat op basis van lokaal en regionaal draagvlak ruimtelijke keuzes te maken.’
Om in 2020 16 procent duurzame energie te hebben kijken de ministeries van EZ en I&M samen met de provincies komende 4 maanden hoe nog meer duurzame energie kan worden opgewekt. Daarbij wordt gezocht naar een energiemix die ruimtelijk aanvaardbaar is en economisch het meest oplevert.
Voor 31 december 2013 leggen de provincies de eerste gebieden met een potentieel voor 5.715 Megawatt ruimtelijk vast. Mochten er gebieden afvallen dan vult de provincie dit zelf aan met alternatieve locaties. Na 1 mei 2013 maken de provincies ook voor het resterend benodigde vermogen aan windenergie ruimtelijke reserveringen, inclusief de ontbrekende 285 megawatt.
Geen opmerkingen: