Bijna 100 miljoen euro voor 'proeftuinen aardgasvrij' in 19 gemeenten
Minister Ollongren (BZK) kent aan 19 gemeenten een rijksbijdrage toe voor het aardgasvrij of aardgasvrij-ready maken van een dorp, wijk of buurt. In totaal gaat het om een bedrag van bijna 100 miljoen euro. De selectie is gebaseerd op een voorstel van de Adviescommissie aardgasvrije wijken. Daarin zijn programmapartners, stakeholders en wetenschappers vertegenwoordigd. Bij alle plannen is nadrukkelijk gekeken naar de uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en de betrokkenheid van de bewoners. De belangstelling voor de tweede ronde proeftuinen is groot: in totaal hebben 71 gemeenten een voorstel ingediend.
In het Programma aardgasvrije wijken (PAW) doen gemeenten kennis en ervaring op om bestaande wijken haalbaar en betaalbaar te verduurzamen. In oktober 2018 zijn de eerste 27 gemeenten gestart. Met de proeftuinen en het kennis- en leerprogramma draagt PAW bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen in de periode tot en met 2030. Het doel van het programma is om te leren op welke wijze het aardgasvrij maken van wijken kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor is het noodzakelijk dat er daadwerkelijk aardgasvrije woningen en andere gebouwen via een wijkgerichte aanpak gerealiseerd worden.
Binnen het PAW worden naar verwachting circa 50.000 woningen en andere gebouwen verduurzaamd. Met deze tweede ronde komt het aantal proeftuinen in totaal op 46. Die omvatten in totaal circa 35.000 woningen en ander gebouwen.
Met de toevoeging van 19 nieuwe proeftuinen ontstaat naast meer volume ook meer variatie. Die schuilt onder meer in de beoogde warmtetechnieken, de wijze waarop bewoners meedoen en ook in het type wijken en woningen. Daarnaast zijn proeftuinen geselecteerd vanwege de verbinding met andere opgaven, inclusief klimaatadaptatie en circulair bouwen. De toename van het aantal proeftuinen maakt het mogelijk om beter ‘rode draden’ in kaart te brengen. Waar kan het beste worden begonnen en welke aanpak werkt in welke situatie?
In het Programma aardgasvrije wijken (PAW) doen gemeenten kennis en ervaring op om bestaande wijken haalbaar en betaalbaar te verduurzamen. In oktober 2018 zijn de eerste 27 gemeenten gestart. Met de proeftuinen en het kennis- en leerprogramma draagt PAW bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen in de periode tot en met 2030. Het doel van het programma is om te leren op welke wijze het aardgasvrij maken van wijken kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor is het noodzakelijk dat er daadwerkelijk aardgasvrije woningen en andere gebouwen via een wijkgerichte aanpak gerealiseerd worden.
Binnen het PAW worden naar verwachting circa 50.000 woningen en andere gebouwen verduurzaamd. Met deze tweede ronde komt het aantal proeftuinen in totaal op 46. Die omvatten in totaal circa 35.000 woningen en ander gebouwen.
Met de toevoeging van 19 nieuwe proeftuinen ontstaat naast meer volume ook meer variatie. Die schuilt onder meer in de beoogde warmtetechnieken, de wijze waarop bewoners meedoen en ook in het type wijken en woningen. Daarnaast zijn proeftuinen geselecteerd vanwege de verbinding met andere opgaven, inclusief klimaatadaptatie en circulair bouwen. De toename van het aantal proeftuinen maakt het mogelijk om beter ‘rode draden’ in kaart te brengen. Waar kan het beste worden begonnen en welke aanpak werkt in welke situatie?
Geen opmerkingen: