Chinese burgers hebben vertrouwen in uitbreiding nucleaire energie
Volgens een recente studie uitgevoerd door Wageningen UR samen met leden van twee Chinese academische instituten, hebben Chinese burgers nog steeds vertrouwen in de uitbreidingsplannen voor kernenergie, ondanks het incident in Fukushima, Japan.
Na een nucleair incident neemt het vertrouwen in nucleaire technologie en organisaties die nucleaire technologie promoten over het algemeen wereldwijd af, maar deze regel lijkt niet van toepassing te zijn in China. De afgelopen paar jaar is het aantal nucleaire energiecentrales in China gestaagd toegenomen. Met 15 centrales in gebruik, 26 in aanbouw en een nog groter aantal in de planning, staat China pas aan het begin van een nucleair tijdperk. De recente kernramp in Japan lijkt hier geen remmend effect op te hebben.
Drie maanden na het nucleaire ongeval in Fukushima voerden de onderzoekers surveys uit in verschillende dorpen rondom de Haiyang centrale, een kerncentrale in aanbouw in de Shandong provincie. Ze ontdekten dat de mensen die naast deze centrale woonden nog steeds voorstanders waren van de nucleaire energieplannen van de Chinese overheid. "En dat kwam niet omdat er geen informatie beschikbaar was over Fukushima en de mogelijke gevolgen van radioactieve straling," legt Professor Mol uit. "Er is in China uitgebreid gecommuniceerd over het ongeval, de oorzaken en de mogelijke gezondheidseffecten."
Gebaseerd op surveys en diepte-interviews denken de onderzoekers dat dit vertrouwen grotendeels komt door een gebrek aan zogenaamde 'countervailing powers'. "China heeft weinig onafhankelijke NGO's en er is nauwelijks anti-kernenergie-activisme. De regering heeft een redelijk monopolie op de informatie rondom kernenergie."
Daarnaast is er ook sprake van een algeheel vertrouwen in de rampbestreidingscapaciteiten van de overheid. "Chinese burgers zijn positief over de 'past performance' van hun overheid bij bijvoorbeeld recente grootschalige treinongelukken, aardbevingen en grote milieuongevallen, en projecteren dat op mogelijke toekomstige risico’s rond nucleaire installaties," aldus professor Mol. Hij betwijfelt echter of dit altijd het geval zal blijven. "De veranderende openheid rond milieu-informatie die nu in China aan de gang is en de steeds grotere beweegruimte voor NGO's, maakt dat dit automatisch vertrouwen in de overheid in de toekomst niet vanzelfsprekend zal zijn."
Na een nucleair incident neemt het vertrouwen in nucleaire technologie en organisaties die nucleaire technologie promoten over het algemeen wereldwijd af, maar deze regel lijkt niet van toepassing te zijn in China. De afgelopen paar jaar is het aantal nucleaire energiecentrales in China gestaagd toegenomen. Met 15 centrales in gebruik, 26 in aanbouw en een nog groter aantal in de planning, staat China pas aan het begin van een nucleair tijdperk. De recente kernramp in Japan lijkt hier geen remmend effect op te hebben.
Drie maanden na het nucleaire ongeval in Fukushima voerden de onderzoekers surveys uit in verschillende dorpen rondom de Haiyang centrale, een kerncentrale in aanbouw in de Shandong provincie. Ze ontdekten dat de mensen die naast deze centrale woonden nog steeds voorstanders waren van de nucleaire energieplannen van de Chinese overheid. "En dat kwam niet omdat er geen informatie beschikbaar was over Fukushima en de mogelijke gevolgen van radioactieve straling," legt Professor Mol uit. "Er is in China uitgebreid gecommuniceerd over het ongeval, de oorzaken en de mogelijke gezondheidseffecten."
Gebaseerd op surveys en diepte-interviews denken de onderzoekers dat dit vertrouwen grotendeels komt door een gebrek aan zogenaamde 'countervailing powers'. "China heeft weinig onafhankelijke NGO's en er is nauwelijks anti-kernenergie-activisme. De regering heeft een redelijk monopolie op de informatie rondom kernenergie."
Daarnaast is er ook sprake van een algeheel vertrouwen in de rampbestreidingscapaciteiten van de overheid. "Chinese burgers zijn positief over de 'past performance' van hun overheid bij bijvoorbeeld recente grootschalige treinongelukken, aardbevingen en grote milieuongevallen, en projecteren dat op mogelijke toekomstige risico’s rond nucleaire installaties," aldus professor Mol. Hij betwijfelt echter of dit altijd het geval zal blijven. "De veranderende openheid rond milieu-informatie die nu in China aan de gang is en de steeds grotere beweegruimte voor NGO's, maakt dat dit automatisch vertrouwen in de overheid in de toekomst niet vanzelfsprekend zal zijn."
Geen opmerkingen: