De toekomst van schone brandstof: biologisch, synthetisch of schoon fossiel?
Om verdere klimaatverandering te kunnen minimaliseren zullen we de overstap moeten maken van fossiele naar schone brandstoffen. Maar zonne- en windenergie alleen is niet genoeg, stellen zowel prof. dr. Martin Junginger als prof. dr. Gert Jan Kramer in hun inaugurale redes. Waar Junginger pleit voor duurzame biomassa en een biobased economy, kijkt Kramer met een beschouwende blik naar de toekomst van schone energie en schone brandstoffen. Ze spreken hun oraties uit op 8 september om 16:15 in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht.
Zonne- en windenergie winnen op flinke snelheid terrein in de particuliere energiemarkt. Maar op andere vlakken, zoals de zware industrie of de luchtvaartsector is elektriciteit geen geschikte energiebron. Zowel prof. dr. Martin Junginger als prof. dr. Gert Jan Kramer gaan in hun inaugurale redes uit van de noodzaak dat deze sectoren nog lang koolwaterstoffen nodig zullen hebben als energiedrager en als grondstof. Omdat er emissies in het licht van de klimaatuitdaging moeten worden uitgefaseerd, beschouwen zij de alternatieven: biologisch, synthetisch en schoon fossiel.
Prof. dr. Martin Junginger betoogt dat biomassa een goed alternatief kan zijn om materialen en energie te produceren. Echter: het verbouwen van biomassa kost vaak landbouwgrond, en die is schaars. Junginger stelt daarom dat efficiënte en duurzame productie van biomassa cruciaal is, maar roept tegelijkertijd ook op tot een bredere discussie over het gebruik van landbouwgrond en de optimale inzet van biomassa. Het heeft immers weinig nut om enkel duurzaamheidscriteria voor de productie van biomassa voor energie te hanteren, als ruim driekwart van de mondiale landbouwgrond voor luxeproducten als rundvlees gebruikt wordt, en deze niet duurzaam geproduceerd hoeven te worden.
Junginger illustreert dit als volgt: Met het land dat gemiddeld nodig is voor de productie van één kilo rundvlees zou je ook twintig kilo bioplastics kunnen maken, die je na gebruik ook nog eens kunt gebruiken voor de productie van biobrandstof om daarmee van Utrecht naar Brussel te rijden. De optimale inzet van biomassa vergt slimme keuzes, die Junginger de komende jaren verder wil onderzoeken.
Prof. dr. Gert Jan Kramer onderkent de toekomstige rol van biomassa, maar denkt, net als Junginger, niet dat er voldoende biomassa beschikbaar zal zijn om alleen daarmee een CO2-vrije samenleving kunnen creëren. We hebben daarom meer alternatieven nodig. Kramer beschrijft in zijn oratie de twee mogelijkheden die het meeste perspectief bieden. De eerste is koolstof-afvang en opslag (CCS), waarin Utrecht een lange onderzoekstraditie heeft, maar wat momenteel gezien wordt als een method of last resort. De andere mogelijkheid zijn zogenaamde Solar Fuels, synthetische brandstof die gemaakt kan worden met zonne- en windenergie. Die zijn evenwel technisch nog ver weg.
De centrale observatie van Kramer is ‘technology wins’. Wanneer de technologie er niet is, gebeurt er niks, hoezeer we het ook zouden willen. Maar wanneer de technologie er wel is, dan creëert technologie markten en kan het energieprobleem worden aangepakt. De drie, technisch zeer verschillende opties voor alternatieve brandstof, zijn ieder op een andere wijze beperkt: bio-energie wat schaal betreft, CCS wat acceptatie betreft en Solar Fuels zijn technisch nog niet beschikbaar. Deze situatie houdt de maatschappelijke besluitvorming op. Met zijn hoogleraarschap probeert Kramer hierin verandering te brengen opdat technology can win.
Thank you for nice information. Please visit our web:
BeantwoordenVerwijderenwww.uhamka.ac.id
KAMPUS UNGGUL
KAMPUS UNGGUL
Hasbi
Hoe illustreert Junginger het potentieel van biomassa in vergelijking met de productie van rundvlees?Regard Telkom University
BeantwoordenVerwijderen