Ingenieursstudenten bouwen duurzame kookinstallatie voor Keniaans schooltje
Ontwerp en bouw een duurzame, goedkope installatie waarmee een Keniaans dorpsschooltje zijn leerlingen te eten kan geven. Met die opdracht trokken studenten industrieel ingenieur Jason Serdons en Sven Bonhomme in oktober voor drie maanden naar Ukunda. Het project, gerealiseerd in samenwerking met vzw Students for Energy in Africa, maakt deel uit van de masterproef die de studenten dit jaar moeten inleveren.
De basisschool (van de Vlaamse organisatie Rainbow4Kids) in Ukunda was op zoek naar een duurzaam energiesysteem voor het bereiden van eten. “De school vangt elke dag zo’n 450 leerlingen op. Omdat de ouders te weinig geld hebben om hun kinderen te eten te geven, krijgen ze op school twee keer per dag een maaltijd”, zeggen studenten Jason Serdons en Sven Bonhomme. Koken gebeurt er echter op hout – en dat heeft enkele grote nadelen. “Houtverbranding is slecht voor het milieu en er is véél hout nodig om te koken – het rendement van verbranding ligt laag. Hout aanschaffen, is bovendien zeer duur. De energiekosten voor het schooltje liggen dan ook erg hoog – geld dus dat ze niet kunnen besteden aan bijvoorbeeld nieuwe boeken.”
De studenten industrieel ingenieur kregen via vzw Students for Energy in Africa dan ook de opdracht mee om een groene, kostenbesparende installatie te ontwikkelen. “Na een korte analyse van het probleem besloten we om in te spelen op het zonlicht. We dachten aan een zonnetrog: een schotel die het zonlicht reflecteert in één lijn waardoor de vloeistof – water – op die lijn warm wordt.”
Jason en Sven trokken in oktober 2016 naar Kenia om hun idee uit te werken. “Maar we ontdekten dat de efficiëntie van onze zonnetrog niet hoog genoeg lag.” Ze gooiden het dus over een andere boeg en bouwden een zonneboiler. Daarbij wordt het water in een tank verwarmd door glycerine, dat zeer snel opwarmt door de zon. “De vloeistof komt via een netwerk van dunne leidingen – die in goed geïsoleerde bakken liggen, aangebracht op een dak – terecht. De glycerine draagt haar warmte met andere woorden over naar het water. Via het systeem wordt het water verwarmd tot 65 graden Celsius – perfect bruikbaar in de keuken.”
Tussen het schrijven van hun scriptie door sloegen de twee studenten aan het tekenen, boren, timmeren, isoleren… “De lokale bevolking hielp ons onder meer met het aanleggen van elektriciteit en waterleidingen. Dat we hen actief betrokken bij het project had een belangrijke reden: zo leerden ze immers hoe ze de installatie kunnen nabouwen, op andere plekken, eens wij weg zijn.” Om hun project te kunnen realiseren, moesten Jason en Sven overigens 6.000 euro ophalen. “Dankzij een benefietactie en met de hulp van enkele sponsoren slaagden we erin om die financiering rond te krijgen.”
“Projecten zoals deze vinden we enorm belangrijk. Implementatie van kennis en expertise in technologie is immers één van de kernelementen van onze opleiding”, zegt prof. dr. ir. Wim Deferme (faculteit Industriële ingenieurswetenschappen) die de masterproef begeleidde. “Daarnaast dragen zulke projecten bij aan de zelfontwikkeling van de student. Ze ontdekken hoe ánders het leven in zo’n land eraan toegaat, wat weer leidt tot nieuwe inzichten. En: ze leren een project managen. Daar plukken ze later, op de arbeidsmarkt, de vruchten van.”
In februari trekken twee andere studenten naar Ukunda. “Zij zullen moeten nagaan of de installatie naar behoren werkt en focussen daarbij vooral op de optimalisatie van de verbrandingsinstallatie en warmteoverdracht. Dat is belangrijk om het energieverlies te beperken.”
Industrieel ingenieur is een gezamenlijke
De basisschool (van de Vlaamse organisatie Rainbow4Kids) in Ukunda was op zoek naar een duurzaam energiesysteem voor het bereiden van eten. “De school vangt elke dag zo’n 450 leerlingen op. Omdat de ouders te weinig geld hebben om hun kinderen te eten te geven, krijgen ze op school twee keer per dag een maaltijd”, zeggen studenten Jason Serdons en Sven Bonhomme. Koken gebeurt er echter op hout – en dat heeft enkele grote nadelen. “Houtverbranding is slecht voor het milieu en er is véél hout nodig om te koken – het rendement van verbranding ligt laag. Hout aanschaffen, is bovendien zeer duur. De energiekosten voor het schooltje liggen dan ook erg hoog – geld dus dat ze niet kunnen besteden aan bijvoorbeeld nieuwe boeken.”
De studenten industrieel ingenieur kregen via vzw Students for Energy in Africa dan ook de opdracht mee om een groene, kostenbesparende installatie te ontwikkelen. “Na een korte analyse van het probleem besloten we om in te spelen op het zonlicht. We dachten aan een zonnetrog: een schotel die het zonlicht reflecteert in één lijn waardoor de vloeistof – water – op die lijn warm wordt.”
Jason en Sven trokken in oktober 2016 naar Kenia om hun idee uit te werken. “Maar we ontdekten dat de efficiëntie van onze zonnetrog niet hoog genoeg lag.” Ze gooiden het dus over een andere boeg en bouwden een zonneboiler. Daarbij wordt het water in een tank verwarmd door glycerine, dat zeer snel opwarmt door de zon. “De vloeistof komt via een netwerk van dunne leidingen – die in goed geïsoleerde bakken liggen, aangebracht op een dak – terecht. De glycerine draagt haar warmte met andere woorden over naar het water. Via het systeem wordt het water verwarmd tot 65 graden Celsius – perfect bruikbaar in de keuken.”
Tussen het schrijven van hun scriptie door sloegen de twee studenten aan het tekenen, boren, timmeren, isoleren… “De lokale bevolking hielp ons onder meer met het aanleggen van elektriciteit en waterleidingen. Dat we hen actief betrokken bij het project had een belangrijke reden: zo leerden ze immers hoe ze de installatie kunnen nabouwen, op andere plekken, eens wij weg zijn.” Om hun project te kunnen realiseren, moesten Jason en Sven overigens 6.000 euro ophalen. “Dankzij een benefietactie en met de hulp van enkele sponsoren slaagden we erin om die financiering rond te krijgen.”
“Projecten zoals deze vinden we enorm belangrijk. Implementatie van kennis en expertise in technologie is immers één van de kernelementen van onze opleiding”, zegt prof. dr. ir. Wim Deferme (faculteit Industriële ingenieurswetenschappen) die de masterproef begeleidde. “Daarnaast dragen zulke projecten bij aan de zelfontwikkeling van de student. Ze ontdekken hoe ánders het leven in zo’n land eraan toegaat, wat weer leidt tot nieuwe inzichten. En: ze leren een project managen. Daar plukken ze later, op de arbeidsmarkt, de vruchten van.”
In februari trekken twee andere studenten naar Ukunda. “Zij zullen moeten nagaan of de installatie naar behoren werkt en focussen daarbij vooral op de optimalisatie van de verbrandingsinstallatie en warmteoverdracht. Dat is belangrijk om het energieverlies te beperken.”
Industrieel ingenieur is een gezamenlijke
Geen opmerkingen: