'Breng energieregulatoren onder bij parlement'
Om de onafhankelijkheid én verantwoording van energieregulatoren te kunnen garanderen, zouden die waakhonden ondergebracht moeten worden bij het parlement. Dat is het advies van Laura De Deyne, die voor haar doctoraat keek naar de juridische positie van energiewaakhonden in België.
Het EU-recht vereist een verregaande onafhankelijkheid van de energieregulatoren, maar in ons land wordt daar weleens afbreuk aan gedaan. “Het is nochtans ontzettend belangrijk dat de regulatoren onafhankelijk – van de energiebedrijven én van de politiek – de energiemarkt kunnen controleren, om zo de concurrentie en transparantie op de markt te vrijwaren. Zo houden energieregulatoren toezicht op de kosten die al dan niet aan de consument worden doorgerekend voor het uitbaten van het elektriciteits- en gasnet”, zegt Laura De Deyne.
Voor haar doctoraatsonderzoek bestudeerde ze zowel de Europese regels als de regels in Vlaanderen, Wallonië, Brussel en op het federale niveau. Ze nam ook interviews af met politici, academici en regulatoren en bekeek via een rechtsvergelijking hoe Nederland en de VS omgaan met de politieke onafhankelijkheid van de regulator.
“In ons land merk je dat het niet evident is om de verregaande mate van – politieke – onafhankelijkheid te verzoenen met de noodzaak aan controle op de regulator zelf”, aldus dr. De Deyne. “Een minister kan dat toezicht niet doen, want dat is niet in overeenstemming met het EU-recht. Ik stelde me dan ook de vraag aan wie de regulator wél verantwoording dient af te leggen.”
Met haar onderzoek toont de UHasselt-onderzoekster dat die onafhankelijkheid perfect kan samengaan met voldoende verantwoordingsplicht. Laura De Deyne: “In plaats van de controle over de waakhond in handen te geven van de minister, laat je die best over aan het parlement – aangevuld met een sterke controle door de rechter en met aanzienlijke participatie door de belanghebbenden (marktspelers, consumenten…). Zo creëer je een onafhankelijke en verantwoordelijke regulator.”
Deze oplossing leunt dicht aan bij de situatie in de VS, waar de energiewaakhond onder toezicht staat van het Congres. In Nederland krijgen belanghebbenden dan weer een duidelijke stem via bijvoorbeeld klankbordgroepen. “Door de controle over de regulator aan het parlement te geven, leg je de juridische positie van energiewaakhonden duidelijk vast. Ook hun democratische legitimiteit wordt gewaarborgd.”
“Hoewel de oprichting van de energieregulatoren, zoals CREG en VREG, reeds dateert van eind jaren ‘90, begin jaren ‘00, zijn er nog steeds geregeld spanningen tussen de waakhonden aan de ene kant en de regering, het parlement, de energiespelers… aan de andere kant. Denk maar aan conflicten over de windturbines op zee of de nucleaire taks. Dit doctoraat bakent eindelijk de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de energieregulatoren duidelijk af”, zegt prof. dr. Bernard Vanheusden (faculteit Rechten), promotor van het doctoraatsonderzoek.
Het EU-recht vereist een verregaande onafhankelijkheid van de energieregulatoren, maar in ons land wordt daar weleens afbreuk aan gedaan. “Het is nochtans ontzettend belangrijk dat de regulatoren onafhankelijk – van de energiebedrijven én van de politiek – de energiemarkt kunnen controleren, om zo de concurrentie en transparantie op de markt te vrijwaren. Zo houden energieregulatoren toezicht op de kosten die al dan niet aan de consument worden doorgerekend voor het uitbaten van het elektriciteits- en gasnet”, zegt Laura De Deyne.
Voor haar doctoraatsonderzoek bestudeerde ze zowel de Europese regels als de regels in Vlaanderen, Wallonië, Brussel en op het federale niveau. Ze nam ook interviews af met politici, academici en regulatoren en bekeek via een rechtsvergelijking hoe Nederland en de VS omgaan met de politieke onafhankelijkheid van de regulator.
“In ons land merk je dat het niet evident is om de verregaande mate van – politieke – onafhankelijkheid te verzoenen met de noodzaak aan controle op de regulator zelf”, aldus dr. De Deyne. “Een minister kan dat toezicht niet doen, want dat is niet in overeenstemming met het EU-recht. Ik stelde me dan ook de vraag aan wie de regulator wél verantwoording dient af te leggen.”
Met haar onderzoek toont de UHasselt-onderzoekster dat die onafhankelijkheid perfect kan samengaan met voldoende verantwoordingsplicht. Laura De Deyne: “In plaats van de controle over de waakhond in handen te geven van de minister, laat je die best over aan het parlement – aangevuld met een sterke controle door de rechter en met aanzienlijke participatie door de belanghebbenden (marktspelers, consumenten…). Zo creëer je een onafhankelijke en verantwoordelijke regulator.”
Deze oplossing leunt dicht aan bij de situatie in de VS, waar de energiewaakhond onder toezicht staat van het Congres. In Nederland krijgen belanghebbenden dan weer een duidelijke stem via bijvoorbeeld klankbordgroepen. “Door de controle over de regulator aan het parlement te geven, leg je de juridische positie van energiewaakhonden duidelijk vast. Ook hun democratische legitimiteit wordt gewaarborgd.”
“Hoewel de oprichting van de energieregulatoren, zoals CREG en VREG, reeds dateert van eind jaren ‘90, begin jaren ‘00, zijn er nog steeds geregeld spanningen tussen de waakhonden aan de ene kant en de regering, het parlement, de energiespelers… aan de andere kant. Denk maar aan conflicten over de windturbines op zee of de nucleaire taks. Dit doctoraat bakent eindelijk de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de energieregulatoren duidelijk af”, zegt prof. dr. Bernard Vanheusden (faculteit Rechten), promotor van het doctoraatsonderzoek.
Geen opmerkingen: