Glastuinbouw Plukmade en Essent: al 25 jaar een 'warme' band

Het glastuinbouwgebied Plukmade bij Made bestaat 25 jaar. Deze polder bij Made is destijds ontwikkeld in samenwerking met de PNEM, een van de voorlopers van Essent. De kassen worden namelijk verwarmd met warmte die wordt aangevoerd via de Amercentrale van het energiebedrijf. En dat al een kwart eeuw lang.
Warmtenetten werden eind jaren tachtig meestal aangesloten op bestaande kassen. Uniek was daarom dat de kassen en het warmtenet van de Plukmadepolder tegelijk gebouwd werden, in nauwe samenwerking tussen de PNEM en de Energie Exploitatie Maatschappij Made (EEMM). De eerste kas die werd aangesloten was die van het bedrijf AgroCultuur. Dat bedrijf is in 2007 gewisseld van eigenaar en omgedoopt tot Mondial Plants maar bestaat dus nog altijd.
De samenwerking tussen Essent en de glastuinbouw in de polder is een duurzame: behalve warmte levert Essent ook zuivere CO2 aan de Plukmades glastuinders. 'De CO2 die nodig is voor de groei van gewassen, haalden de tuinders voorheen uit de schoorsteen van hun eigen ketel', vertelt Hans van der Krieken van Essent, en destijds bij de opstart van het warmtenet betrokken. 'Dat was natuurlijk niet heel schoon. Omdat de eigen CO2-productie van tuinders stopte zodra ze warmte van de centrale gingen afnemen, hebben we als service tegelijk met het warmtenet een CO2-leiding aangelegd. De tuinders kunnen nu zuivere CO2 'tanken' bij een vulstation. Dat is een stuk schoner.'
In de polder Plukmade krijgen bijna 40 glastuinbouwbedrijven hun warmte van Essent. Het gaat dan om grote hoeveelheden warmte, vertelt Bram van Ginneke, beheerder van het warmtenetwerk. 'Een grote tuinder gebruikt net zoveel als alle 650 huishoudens samen op de stadverwarming van Geertruidenberg.'