Multinationals aansprakelijk voor schade aan mens en milieu
Het Amerikaanse Supreme Court moet binnenkort beslissen over een aansprakelijkheidszaak tegen olieconcern Shell naar aanleiding van de beweerdelijke betrokkenheid van het concern bij mensenrechten- schendingen gepleegd tegen Nigeriaanse milieuactivisten in de jaren negentig. Eén van de vragen in deze zaak is of soortgelijke zaken ook voor rechters in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk of Nederland (thuisbasis van Shell), ingesteld kunnen worden. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord in het onderzoek van Liesbeth Enneking (Universiteit Utrecht) naar de rol van het civiele aansprakelijkheidsrecht bij het bevorderen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Grensoverschrijdende aansprakelijkheid in ontwikkeling
De laatste 15 jaar worden multinationals in westerse landen steeds vaker geconfronteerd met grensoverschrijdende aansprakelijkheidsclaims wegens de nadelige gevolgen voor mens en milieu van hun activiteiten in gastlanden (veelal ontwikkelingslanden). Deze 'foreign direct liability claims' bieden lokale slachtoffers de gelegenheid om de geleden schade middels civiele procedures in de westerse thuislanden van de betrokken multinationals aan de kaak te stellen en vergoed te krijgen.
De drijvende kracht achter deze ontwikkeling is lange tijd gevormd door de 'Alien Tort Statute', een obscuur Amerikaans wetje dat de laatste drie decennia veelvuldig is gebruikt om civiele aansprakelijkheidsclaims wegens internationale mensenrechtenschendingen gepleegd in het buitenland voor de Amerikaanse federale rechter te brengen. Dit wetje heeft als basis gediend voor vele claims tegen multinationals zoals Chevron, Chiquita, General Motors en Shell. Momenteel staat het gebruik ervan in deze context echter ter discussie.
Inmiddels worden ook in andere westerse landen steeds meer van dit soort grensoverschrijdende civiele aansprakelijkheidsclaims ingesteld, in vrijwel alle gevallen op basis van algemene beginselen van buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. In haar studie schetst Enneking het juridische en politiek-maatschappelijke kader van dit type aansprakelijkheidszaken. Centraal staat de vraag naar de haalbaarheid van dit soort claims in de Europese lidstaten en in Nederland, en de meer algemene vraag naar de rol die het civiele aansprakelijkheidsrecht kan spelen bij het bevorderen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Grensoverschrijdende aansprakelijkheid in ontwikkeling
De laatste 15 jaar worden multinationals in westerse landen steeds vaker geconfronteerd met grensoverschrijdende aansprakelijkheidsclaims wegens de nadelige gevolgen voor mens en milieu van hun activiteiten in gastlanden (veelal ontwikkelingslanden). Deze 'foreign direct liability claims' bieden lokale slachtoffers de gelegenheid om de geleden schade middels civiele procedures in de westerse thuislanden van de betrokken multinationals aan de kaak te stellen en vergoed te krijgen.
De drijvende kracht achter deze ontwikkeling is lange tijd gevormd door de 'Alien Tort Statute', een obscuur Amerikaans wetje dat de laatste drie decennia veelvuldig is gebruikt om civiele aansprakelijkheidsclaims wegens internationale mensenrechtenschendingen gepleegd in het buitenland voor de Amerikaanse federale rechter te brengen. Dit wetje heeft als basis gediend voor vele claims tegen multinationals zoals Chevron, Chiquita, General Motors en Shell. Momenteel staat het gebruik ervan in deze context echter ter discussie.
Inmiddels worden ook in andere westerse landen steeds meer van dit soort grensoverschrijdende civiele aansprakelijkheidsclaims ingesteld, in vrijwel alle gevallen op basis van algemene beginselen van buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. In haar studie schetst Enneking het juridische en politiek-maatschappelijke kader van dit type aansprakelijkheidszaken. Centraal staat de vraag naar de haalbaarheid van dit soort claims in de Europese lidstaten en in Nederland, en de meer algemene vraag naar de rol die het civiele aansprakelijkheidsrecht kan spelen bij het bevorderen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Geen opmerkingen: