ENGIE krijgt voor Warmtebron Utrecht opsporingsvergunning van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft een opsporingsvergunning aan ENGIE verleend waardoor het bedrijf gedurende vijf jaar het alleenrecht heeft om opsporingsactiviteiten uit te voeren. Daarmee is voor Warmtebron de eerste stap gezet naar het winnen van aardwarmte uit de Utrechtse bodem.
Onder de vlag van Warmtebron Utrecht onderzoeken elf partijen de komende jaren samen of aardwarmte in de provincie een goed alternatief is voor het gebruik van gas en elektriciteit. Daarvoor zijn in 2018 twee onderzoeksprojecten gestart: Lean en Goud. Binnen het onderzoeksproject Lean staat de vraag centraal: hoe kunnen we met behulp van aardwarmte de stadsverwarming op een veilige, haalbare en betaalbare manier verduurzamen?
De vergunning is afgegeven voor het opsporingsgebied dat bestaat uit de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist. Daarmee heeft ENGIE voor Warmtebron Utrecht gedurende vijf jaar het alleenrecht om opsporingsactiviteiten uit te voeren. Warmtebron Utrecht heeft sinds de aanvraag in 2018 van de vergunning in 2018 niet stilgezeten.
Eerder dit jaar ging het onderzoek naar aardwarmte in het totale opsporingsgebied van start. Oude seismische data zijn opnieuw bestudeerd en ook is in kaart gebracht welke plaatsen worden uitgesloten vanwege drinkwaterwinning. Met die informatie verkleinde Warmtebron Utrecht het onderzoeksgebied in april 2019 naar Utrecht-Zuid en Nieuwegein.
Voor de vergunningaanvraag heeft het ministerie Gedeputeerde Staten (GS) van de Provincie Utrecht, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), de Mijnraad en TNO advies gevraagd. De provincie heeft bij haar advisering de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist, Waternet/AGV, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Vitens, de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht en Omgevingsdienst Regio Utrecht nauw betrokken. Hieruit zijn enkele aandachtspunten en randvoorwaarden naar voren gekomen.
Onder de vlag van Warmtebron Utrecht onderzoeken elf partijen de komende jaren samen of aardwarmte in de provincie een goed alternatief is voor het gebruik van gas en elektriciteit. Daarvoor zijn in 2018 twee onderzoeksprojecten gestart: Lean en Goud. Binnen het onderzoeksproject Lean staat de vraag centraal: hoe kunnen we met behulp van aardwarmte de stadsverwarming op een veilige, haalbare en betaalbare manier verduurzamen?
De vergunning is afgegeven voor het opsporingsgebied dat bestaat uit de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist. Daarmee heeft ENGIE voor Warmtebron Utrecht gedurende vijf jaar het alleenrecht om opsporingsactiviteiten uit te voeren. Warmtebron Utrecht heeft sinds de aanvraag in 2018 van de vergunning in 2018 niet stilgezeten.
Eerder dit jaar ging het onderzoek naar aardwarmte in het totale opsporingsgebied van start. Oude seismische data zijn opnieuw bestudeerd en ook is in kaart gebracht welke plaatsen worden uitgesloten vanwege drinkwaterwinning. Met die informatie verkleinde Warmtebron Utrecht het onderzoeksgebied in april 2019 naar Utrecht-Zuid en Nieuwegein.
Voor de vergunningaanvraag heeft het ministerie Gedeputeerde Staten (GS) van de Provincie Utrecht, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), de Mijnraad en TNO advies gevraagd. De provincie heeft bij haar advisering de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist, Waternet/AGV, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Vitens, de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht en Omgevingsdienst Regio Utrecht nauw betrokken. Hieruit zijn enkele aandachtspunten en randvoorwaarden naar voren gekomen.
Geen opmerkingen: