Duidelijkheid over aardgasvrije vwoningen
Er is nog veel onduidelijkheid over wie wanneer wat moet doen om de zeven miljoen woningen uiterlijk in 2050 aardgasvrij te krijgen. Er zijn rollen weggelegd voor de rijksoverheid, gemeenten, netbeheerders, marktpartijen, huiseigenaren. Die moeten duidelijk zijn en goed op elkaar aansluiten. ECN part of TNO heeft hier onderzoek naar gedaan en komt met aanbevelingen.
Het aardgasvrij maken van onze woningvoorraad staat niet ter discussie. De rijksoverheid heeft besloten de aardgaswinning in Groningen uiterlijk in 2030 te stoppen. Ook hebben we ons gecommitteerd aan afspraken om in 2050 nagenoeg geen CO2-uitstoot meer te hebben. Dus moeten er alternatieven komen om woningen te verwarmen, van warm water te voorzien en om te kunnen koken. Die zijn er in beginsel in de vorm van groen gas of waterstof, warmtenetten of volledig overstappen op elektriciteit (all-electric). Dat vergt echter forse aanpassingen van de infrastructuur richting woningen en van de woningen zelf.
In het rapport ‘Alle bestaande woningen aardgasvrij in 2050. Wie moet wat, wanneer en hoe doen?’ biedt ECN part of TNO handvatten voor een integrale aanpak, waarin het aanbod van hernieuwbare energie, aanpassingen van de infrastructuur, ingrepen in de woning en het beperken van de warmtevraag in samenhang worden gepresenteerd. Alle betrokken partijen, zowel overheid als markt, kunnen hier concreet mee aan de slag. Er zijn zes bouwstenen voor aardgasvrije concepten uitgewerkt, inclusief kosten en opbrengsten.
Voor welke aanpak ook wordt gekozen, in alle gevallen staan de woningeigenaren centraal, zowel de bezitters van een eigen woning als verhuurders. Zij voelen vaak op zich de urgentie wel, maar hebben geen concrete aanleiding van het aardgas af te stappen. Daarom is het zaak in te haken op momenten als een geplande verbouwing of vervanging van een cv-ketel. Ook verdient het aanbeveling aan te sluiten op de vele initiatieven tot verduurzaming in woonwijken.
Het scheppen van duidelijkheid is een eerste vereiste. Die moet komen van de rijksoverheid en de gemeenten die in 2021 met warmteplannen komen. Daarop kunnen netbeheerders hun plannen maken voor aanpassen of aanleg van infrastructuur. Vervolgens kunnen gemeenten of marktpartijen als bouw- en installatiebedrijven voor huiseigenaren aantrekkelijke pakketten samenstellen om op een andere energiebron over te stappen. Dat alternatief moet praktisch haalbaar en betaalbaar zijn, waardoor het voor de eigenaar aantrekkelijker is dan aardgas.
Al met al zijn de kosten van het aardgasvrij maken van de woningvoorraad door innovaties te verlagen en de opbrengsten in de vorm van nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid te verhogen. TNO werkt samen met bedrijven aan concepten om voor bestaande bouw hele huizenblokken of straten in één keer door renovatie energieneutraal te maken.
Het aardgasvrij maken van onze woningvoorraad staat niet ter discussie. De rijksoverheid heeft besloten de aardgaswinning in Groningen uiterlijk in 2030 te stoppen. Ook hebben we ons gecommitteerd aan afspraken om in 2050 nagenoeg geen CO2-uitstoot meer te hebben. Dus moeten er alternatieven komen om woningen te verwarmen, van warm water te voorzien en om te kunnen koken. Die zijn er in beginsel in de vorm van groen gas of waterstof, warmtenetten of volledig overstappen op elektriciteit (all-electric). Dat vergt echter forse aanpassingen van de infrastructuur richting woningen en van de woningen zelf.
In het rapport ‘Alle bestaande woningen aardgasvrij in 2050. Wie moet wat, wanneer en hoe doen?’ biedt ECN part of TNO handvatten voor een integrale aanpak, waarin het aanbod van hernieuwbare energie, aanpassingen van de infrastructuur, ingrepen in de woning en het beperken van de warmtevraag in samenhang worden gepresenteerd. Alle betrokken partijen, zowel overheid als markt, kunnen hier concreet mee aan de slag. Er zijn zes bouwstenen voor aardgasvrije concepten uitgewerkt, inclusief kosten en opbrengsten.
Voor welke aanpak ook wordt gekozen, in alle gevallen staan de woningeigenaren centraal, zowel de bezitters van een eigen woning als verhuurders. Zij voelen vaak op zich de urgentie wel, maar hebben geen concrete aanleiding van het aardgas af te stappen. Daarom is het zaak in te haken op momenten als een geplande verbouwing of vervanging van een cv-ketel. Ook verdient het aanbeveling aan te sluiten op de vele initiatieven tot verduurzaming in woonwijken.
Het scheppen van duidelijkheid is een eerste vereiste. Die moet komen van de rijksoverheid en de gemeenten die in 2021 met warmteplannen komen. Daarop kunnen netbeheerders hun plannen maken voor aanpassen of aanleg van infrastructuur. Vervolgens kunnen gemeenten of marktpartijen als bouw- en installatiebedrijven voor huiseigenaren aantrekkelijke pakketten samenstellen om op een andere energiebron over te stappen. Dat alternatief moet praktisch haalbaar en betaalbaar zijn, waardoor het voor de eigenaar aantrekkelijker is dan aardgas.
Al met al zijn de kosten van het aardgasvrij maken van de woningvoorraad door innovaties te verlagen en de opbrengsten in de vorm van nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid te verhogen. TNO werkt samen met bedrijven aan concepten om voor bestaande bouw hele huizenblokken of straten in één keer door renovatie energieneutraal te maken.
Geen opmerkingen: