Noud Maes promoveert cum laude op onderzoek naar dieselspray
Werktuigbouwkundige Noud Maes promoveerde vorige maand cum laude op zijn promotieonderzoek om vloeibare brandstof zo efficiƫnt mogelijk om te zetten in warmte.
Als het aan steeds meer steden ligt, is het duidelijk: weg met de diesel. Het (openbaar) vervoer kent een groeiend aantal duurzame alternatieven; het merendeel elektrisch, soms op basis van waterstof. Toch ligt hierin voor het zware transport nog niet de oplossing en dat heeft voornamelijk te maken met de lagere energiedichtheid van die alternatieven, legt Noud Maes uit. Hij promoveerde cum laude op het gedetailleerd in kaart brengen van de reactieprocessen van verbrandingsspray. Deze nevel komt uit de injector die brandstof onder hoge druk in de cilinders van de motor spuit.
Maes: “Als je de hoeveelheid energie vergelijkt die Ć©Ć©n kilo accu en Ć©Ć©n kilo diesel levert, dan zit daar een factor veertig verschil tussen, in het voordeel van diesel. Voor korte ritten is dat minder van belang en juichen we het gebruik van elektrische voertuigen toe, maar voor de lange afstanden telt elke kilo die je extra mee moet vervoeren. Aan het gebruik van waterstof kleven weer andere bezwaren. Daar is vooral de opslag een probleem en blijft het natuurlijk ook een relatief gevaarlijke brandstof. We zullen daarom moeten accepteren dat we de komende decennia wat betreft logistiek transport nog wel afhankelijk zullen zijn van vloeibare brandstoffen.”
Met het negatieve dieselimago dat de laatste jaren is ontstaan is Maes het dan ook niet volledig eens. “Voor het productieproces van accu’s is veel energie nodig en worden zeldzame grondstoffen gebruikt. Al met al is het dan nog maar de vraag of elektrisch rijden zo veel duurzamer dan diesel is. We hebben inderdaad een energieprobleem en moeten slim omgaan met de energiebronnen die we hebben. Maar selecteer daarom voor elke toepassing de juiste energiebron en sluit vloeibare brandstof niet per definitie uit. Met ons onderzoek tonen we aan dat er ook hiermee nog veel vergroeningswinst te halen valt.”
Maes bekeek in welke stappen de verbrandingsspray van brandstof naar warmteafgifte gaat en legde dit in detail vast om te begrijpen wat er nu precies gebeurt, wat van invloed is op de processen en vooral: hoe het efficiĆ«nter kan. Want waar voor brandstofsprays van personenauto’s er al het een en ander beschreven is, was dit voor zwaardere vrachtwagenmotoren niet het geval, vertelt Maes. “Terwijl dit juist belangrijk is om op fundamenteel niveau te bestuderen. We zien dat we door bijvoorbeeld meer aandacht te schenken aan vlam-cilinderwand-interactie de uitstoot van schadelijke verbrandingsproducten kunnen verminderen.”
De experimenten die hij uitvoerde, zijn redelijk uniek en kunnen wereldwijd slechts in enkele labs gedaan worden. Door samen te werken - Maes verbleef enkele maanden in Amerika en Frankrijk - is nu een internationaal gevalideerde meetfaciliteit ontstaan.
“Tijdens de metingen loopt de druk op tot 110 bar, de temperatuur tot zo’n 600 graden Celsius. Verder wil je kunnen zien wat er in de motor gebeurt en wil je de condities nauwkeurig kunnen instellen. Dat maakt zo’n opstelling erg kostbaar en niet voor elk lab beschikbaar. Met de data uit onze experimenten zijn inmiddels verschillende computersimulatie gevalideerd, zodat iedereen nu heel nauwkeurig sprays kan voorspellen. Op basis van deze simulaties worden de motoren van de toekomst ontworpen, diverse fabrikanten waaronder FIAT - tevens sponsor van ons onderzoek - hebben al interesse getoond.”
Zijn onderzoek krijgt in het onderzoeksveld veel aandacht, is breed toepasbaar en veelbelovend - hij promoveerde zelfs cum laude - zelf blijft hij er nuchter over. Wat hij dan wel bijzonder vindt, is de voorkant van zijn proefschrift. Die werd ontworpen door zijn moeder die beeldend kunstenaar is en voor het eerst met een bĆØta-onderwerp aan de haal ging. “Een leuke wisselwerking, ik vind het een eer om haar werk te gebruiken en haar kunstwerk gaat nu de hele wereld over.” Over een paar weken gaat hij een van zijn boekjes achterna, wanneer hij zijn postdoc in Amerika gaat beginnen. In het lab waar hij al eerder kortstondig verbleef, op een uurtje van San Francisco.
Als het aan steeds meer steden ligt, is het duidelijk: weg met de diesel. Het (openbaar) vervoer kent een groeiend aantal duurzame alternatieven; het merendeel elektrisch, soms op basis van waterstof. Toch ligt hierin voor het zware transport nog niet de oplossing en dat heeft voornamelijk te maken met de lagere energiedichtheid van die alternatieven, legt Noud Maes uit. Hij promoveerde cum laude op het gedetailleerd in kaart brengen van de reactieprocessen van verbrandingsspray. Deze nevel komt uit de injector die brandstof onder hoge druk in de cilinders van de motor spuit.
Maes: “Als je de hoeveelheid energie vergelijkt die Ć©Ć©n kilo accu en Ć©Ć©n kilo diesel levert, dan zit daar een factor veertig verschil tussen, in het voordeel van diesel. Voor korte ritten is dat minder van belang en juichen we het gebruik van elektrische voertuigen toe, maar voor de lange afstanden telt elke kilo die je extra mee moet vervoeren. Aan het gebruik van waterstof kleven weer andere bezwaren. Daar is vooral de opslag een probleem en blijft het natuurlijk ook een relatief gevaarlijke brandstof. We zullen daarom moeten accepteren dat we de komende decennia wat betreft logistiek transport nog wel afhankelijk zullen zijn van vloeibare brandstoffen.”
Met het negatieve dieselimago dat de laatste jaren is ontstaan is Maes het dan ook niet volledig eens. “Voor het productieproces van accu’s is veel energie nodig en worden zeldzame grondstoffen gebruikt. Al met al is het dan nog maar de vraag of elektrisch rijden zo veel duurzamer dan diesel is. We hebben inderdaad een energieprobleem en moeten slim omgaan met de energiebronnen die we hebben. Maar selecteer daarom voor elke toepassing de juiste energiebron en sluit vloeibare brandstof niet per definitie uit. Met ons onderzoek tonen we aan dat er ook hiermee nog veel vergroeningswinst te halen valt.”
Maes bekeek in welke stappen de verbrandingsspray van brandstof naar warmteafgifte gaat en legde dit in detail vast om te begrijpen wat er nu precies gebeurt, wat van invloed is op de processen en vooral: hoe het efficiĆ«nter kan. Want waar voor brandstofsprays van personenauto’s er al het een en ander beschreven is, was dit voor zwaardere vrachtwagenmotoren niet het geval, vertelt Maes. “Terwijl dit juist belangrijk is om op fundamenteel niveau te bestuderen. We zien dat we door bijvoorbeeld meer aandacht te schenken aan vlam-cilinderwand-interactie de uitstoot van schadelijke verbrandingsproducten kunnen verminderen.”
De experimenten die hij uitvoerde, zijn redelijk uniek en kunnen wereldwijd slechts in enkele labs gedaan worden. Door samen te werken - Maes verbleef enkele maanden in Amerika en Frankrijk - is nu een internationaal gevalideerde meetfaciliteit ontstaan.
“Tijdens de metingen loopt de druk op tot 110 bar, de temperatuur tot zo’n 600 graden Celsius. Verder wil je kunnen zien wat er in de motor gebeurt en wil je de condities nauwkeurig kunnen instellen. Dat maakt zo’n opstelling erg kostbaar en niet voor elk lab beschikbaar. Met de data uit onze experimenten zijn inmiddels verschillende computersimulatie gevalideerd, zodat iedereen nu heel nauwkeurig sprays kan voorspellen. Op basis van deze simulaties worden de motoren van de toekomst ontworpen, diverse fabrikanten waaronder FIAT - tevens sponsor van ons onderzoek - hebben al interesse getoond.”
Zijn onderzoek krijgt in het onderzoeksveld veel aandacht, is breed toepasbaar en veelbelovend - hij promoveerde zelfs cum laude - zelf blijft hij er nuchter over. Wat hij dan wel bijzonder vindt, is de voorkant van zijn proefschrift. Die werd ontworpen door zijn moeder die beeldend kunstenaar is en voor het eerst met een bĆØta-onderwerp aan de haal ging. “Een leuke wisselwerking, ik vind het een eer om haar werk te gebruiken en haar kunstwerk gaat nu de hele wereld over.” Over een paar weken gaat hij een van zijn boekjes achterna, wanneer hij zijn postdoc in Amerika gaat beginnen. In het lab waar hij al eerder kortstondig verbleef, op een uurtje van San Francisco.
Geen opmerkingen: