Vlot doorrijden en schone lucht kan wél samen
Luc Wismans promoveerde 27 september aan de Universiteit Twente op een studie naar het optimaliseren van verkeerstromen. Zijn conclusies: het op strategische plaatsen tegenhouden van verkeer is in de regel een effectieve strategie voor meerdere beleidsdoelstellingen. Werken aan bereikbaarheid, luchtkwaliteit en klimaat gaat prima samen, maar wel ten koste van verkeersveiligheid en geluidhinder. Ten opzichte van de huidige praktijk zijn er nog zeker verbeteringen mogelijk. Politici zullen dan wel keuzen moeten durven maken.
Luc Wismans, onderzoeker bij mobiliteitsadviseur Goudappel Coffeng en promovendus aan de Universiteit Twente, onderzocht optimalisatiestrategieën voor dynamisch verkeersmanagement: het verdelen van verkeer over verschillende wegen door de afstelling van verkeerslichten en variabele maximumsnelheden. Daarbij ging het specifiek om het vraagstuk hoe verschillende beleidsdoelstellingen in relatie tot duurzaamheid met elkaar samenhingen. Oftewel is het zo dat wat goed is voor bijvoorbeeld de doorstroming, slecht kan zijn voor de verkeersveiligheid? Is een hogere maximumsnelheid op een traject altijd slecht voor het milieu? Wismans keek naar reistijden, fijnstof, geluidhinder, CO2-uitstoot en verkeersongevallen.
Uit het onderzoek van Wismans blijkt dat er altijd een bepaalde mate van conflict bestaat tussen de verschillende doelstellingen. Voor geluid wil je de snelheid zoveel mogelijk temperen en voor verkeersveiligheid wil je het verkeer zo lang mogelijk op de relatief veilige snelwegen houden. Wismans: “Dan moet er dus echt een politieke afweging gemaakt worden. Wat vinden we belangrijker? In de huidige praktijk wordt er nog hoofdzakelijk geoptimaliseerd op reistijden en wordt hooguit getoetst of de uitkomst past binnen de gestelde milieunormen. Ik heb een instrumentarium ontwikkeld waarmee je alle beleidsdoelstellingen in de optimalisatie mee kunt nemen. Dan blijkt bijvoorbeeld dat reistijden en emissies minder elkaars tegenpolen zijn dan vaak gedacht. Als zoveel mogelijk mensen gestaag kunnen doorrijden dient dat zowel de gemiddelde reistijd als de doelstellingen op het gebied van verminderde uitstoot aan schadelijke gassen."
Een tweede conclusie van Wismans is de effectiviteit van ‘doseren’. Dat is het tegenhouden van verkeer omwille van de doorstroming of het stimuleren van een bepaalde routekeuze. Met slim gekozen doseerpunten is volgens Wismans nog een wereld te winnen in Nederland. Wismans: “Doseren blijkt een generiek toepasbare strategie voor het verminderen van de negatieve neveneffecten van verkeer. Daarbij is het niet noodzakelijkerwijs waar dat het verlagen van de snelheidslimiet beter is voor bijvoorbeeld de luchtkwaliteit. Ik kijk dan naar het effect op het hele gebied. Als op een rondweg langzamer gereden gaat worden, kun je meer sluipverkeer door de stad krijgen. Hierdoor wordt de milieuwinst op de rondweg eigenlijk een milieuverlies. In de huidige praktijk wordt helaas nog vaak partieel gekeken.”
Luc Wismans, onderzoeker bij mobiliteitsadviseur Goudappel Coffeng en promovendus aan de Universiteit Twente, onderzocht optimalisatiestrategieën voor dynamisch verkeersmanagement: het verdelen van verkeer over verschillende wegen door de afstelling van verkeerslichten en variabele maximumsnelheden. Daarbij ging het specifiek om het vraagstuk hoe verschillende beleidsdoelstellingen in relatie tot duurzaamheid met elkaar samenhingen. Oftewel is het zo dat wat goed is voor bijvoorbeeld de doorstroming, slecht kan zijn voor de verkeersveiligheid? Is een hogere maximumsnelheid op een traject altijd slecht voor het milieu? Wismans keek naar reistijden, fijnstof, geluidhinder, CO2-uitstoot en verkeersongevallen.
Uit het onderzoek van Wismans blijkt dat er altijd een bepaalde mate van conflict bestaat tussen de verschillende doelstellingen. Voor geluid wil je de snelheid zoveel mogelijk temperen en voor verkeersveiligheid wil je het verkeer zo lang mogelijk op de relatief veilige snelwegen houden. Wismans: “Dan moet er dus echt een politieke afweging gemaakt worden. Wat vinden we belangrijker? In de huidige praktijk wordt er nog hoofdzakelijk geoptimaliseerd op reistijden en wordt hooguit getoetst of de uitkomst past binnen de gestelde milieunormen. Ik heb een instrumentarium ontwikkeld waarmee je alle beleidsdoelstellingen in de optimalisatie mee kunt nemen. Dan blijkt bijvoorbeeld dat reistijden en emissies minder elkaars tegenpolen zijn dan vaak gedacht. Als zoveel mogelijk mensen gestaag kunnen doorrijden dient dat zowel de gemiddelde reistijd als de doelstellingen op het gebied van verminderde uitstoot aan schadelijke gassen."
Een tweede conclusie van Wismans is de effectiviteit van ‘doseren’. Dat is het tegenhouden van verkeer omwille van de doorstroming of het stimuleren van een bepaalde routekeuze. Met slim gekozen doseerpunten is volgens Wismans nog een wereld te winnen in Nederland. Wismans: “Doseren blijkt een generiek toepasbare strategie voor het verminderen van de negatieve neveneffecten van verkeer. Daarbij is het niet noodzakelijkerwijs waar dat het verlagen van de snelheidslimiet beter is voor bijvoorbeeld de luchtkwaliteit. Ik kijk dan naar het effect op het hele gebied. Als op een rondweg langzamer gereden gaat worden, kun je meer sluipverkeer door de stad krijgen. Hierdoor wordt de milieuwinst op de rondweg eigenlijk een milieuverlies. In de huidige praktijk wordt helaas nog vaak partieel gekeken.”
Geen opmerkingen: