Shell wijst aansprakelijkheid schade Nigerdelta van de hand
Shell stelt niet aansprakelijk te zijn voor de schade die is ontstaan door lekkages in de Nigerdelta. Er zijn geen feitelijke en juridische argumenten voor vorderingen op moedermaatschappij Royal Dutch Shell of joint venture SPDC. Shell doet wat een verantwoorde operator moet doen, waaronder het opruimen van lekkages, ook als die een gevolg van sabotage zijn.
Dat stelt de raadsman van Shell tijdens een rechtszitting donderdag 11 oktober in Den Haag. De rechtszaak is aangespannen door Milieudefensie en vier Nigeriaanse ingezeten tegen verschillende Shell-maatschappijen, waaronder de moedermaatschappij Royal Dutch Shell plc en de Shell Petroleum Development Company of Nigeria. SPDC is een samenwerkingsverband met Total, Agip, de Nigeriaanse staatsoliemaatschappij. Shell is operator van die joint venture.
Milieudefensie meent dat Shell in de Nigerdelta nalatig is geweest en haar zorgplicht niet is nagekomen. Lekkages zijn niet voorkomen, lekken niet tijdig gerepareerd en schoonmaak is uitgebleven, zo stelt Milieudefensie.
Volgens de raadsman van Shell staat de vraag centraal of SDPC en RDS aansprakelijk zijn voor de schade van lekkages. Daarbij is het (voor Nigeriaans recht) van belang wat de oorzaak van de lekkages is. Volgens Shell zijn de lekkages in de rechtszaak veroorzaakt door sabotage. Deze verklaring wordt onderschreven door het Joint Investigation Team, waarin deskundigen van de Nigeriaanse overheid, vertegenwoordigers van SPDC en leden van de betrokken gemeenschap deel uitmaken.
Bovendien heeft SPDC die drie locaties wel degelijk schoongemaakt, ondanks dat de lokale bevolking toegang tot de lekkages heeft belemmerd. De grond ter plaatse is zo goed als schoon. Dit is door de Nigeriaanse overheid gecertificeerd.
De oplossing van de problemen in de Nigerdelta ligt volgens de raadsman van Shell niet in het voeren van polariserende campagnes of rechtszaken. SPDC doet wat een verantwoorde operator moet doen, waaronder het opruimen van lekkages, ook als die een gevolg van sabotage zijn. Van SPDC kan echter niet worden verwacht dat het alle olievervuiling als gevolg van sabotage en illegale raffinage opruimt.
Het vorig jaar verschenen rapport van de United Nations Environment Programme (UNEP) stelt voor een fonds op te richten voor de schoonmaak van het gebied van tenminste één miljard dollar
Dat stelt de raadsman van Shell tijdens een rechtszitting donderdag 11 oktober in Den Haag. De rechtszaak is aangespannen door Milieudefensie en vier Nigeriaanse ingezeten tegen verschillende Shell-maatschappijen, waaronder de moedermaatschappij Royal Dutch Shell plc en de Shell Petroleum Development Company of Nigeria. SPDC is een samenwerkingsverband met Total, Agip, de Nigeriaanse staatsoliemaatschappij. Shell is operator van die joint venture.
Milieudefensie meent dat Shell in de Nigerdelta nalatig is geweest en haar zorgplicht niet is nagekomen. Lekkages zijn niet voorkomen, lekken niet tijdig gerepareerd en schoonmaak is uitgebleven, zo stelt Milieudefensie.
Volgens de raadsman van Shell staat de vraag centraal of SDPC en RDS aansprakelijk zijn voor de schade van lekkages. Daarbij is het (voor Nigeriaans recht) van belang wat de oorzaak van de lekkages is. Volgens Shell zijn de lekkages in de rechtszaak veroorzaakt door sabotage. Deze verklaring wordt onderschreven door het Joint Investigation Team, waarin deskundigen van de Nigeriaanse overheid, vertegenwoordigers van SPDC en leden van de betrokken gemeenschap deel uitmaken.
Bovendien heeft SPDC die drie locaties wel degelijk schoongemaakt, ondanks dat de lokale bevolking toegang tot de lekkages heeft belemmerd. De grond ter plaatse is zo goed als schoon. Dit is door de Nigeriaanse overheid gecertificeerd.
De oplossing van de problemen in de Nigerdelta ligt volgens de raadsman van Shell niet in het voeren van polariserende campagnes of rechtszaken. SPDC doet wat een verantwoorde operator moet doen, waaronder het opruimen van lekkages, ook als die een gevolg van sabotage zijn. Van SPDC kan echter niet worden verwacht dat het alle olievervuiling als gevolg van sabotage en illegale raffinage opruimt.
Het vorig jaar verschenen rapport van de United Nations Environment Programme (UNEP) stelt voor een fonds op te richten voor de schoonmaak van het gebied van tenminste één miljard dollar
Geen opmerkingen: